gepubliceerd op 01 april 2011
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 16 februari 2011 in zake Jean-François Coureaux tegen Antoine Frippiat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 februari 2011, « Schendt artikel 55, § 3, b), van de van de wet van 16 maart 1803 op het notarisambt, de zoge(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 16 februari 2011 in zake Jean-François Coureaux tegen Antoine Frippiat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 februari 2011, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Neufchâteau de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 55, § 3, b), van de van de wet van 16 maart 1803 op het notarisambt, de zogeheten Ventôsewet, dat bepaalt dat ' in geval van associatie [...] het bedrag van de vergoeding gelijk [is] aan twee en een halve maal het aandeel van de geassocieerde notaris in het inkomen van het kantoor bedoeld onder a), zoals dit aandeel is vastgesteld in het vennootschapscontract ', terwijl artikel 55, § 1, a), van dezelfde wet bepaalt dat ' alle lichamelijke en onlichamelijke roerende bestanddelen die verband houden met de organisatie van het kantoor en het ereloon op uitgiften en het uitvoeringsereloon, [...] tegen vergoeding aan de in opvolging benoemde notaris [moeten] worden overgedragen binnen de in artikel 54, eerste lid, gestelde termijn ', niet de artikelen vervat in titel II van de Grondwet en meer bepaald artikel 11 ervan, in zoverre het zonder onderscheid van toepassing is op het geval van een geassocieerde notaris die ' alle lichamelijke en onlichamelijke roerende bestanddelen die verband houden met de organisatie van het kantoor ' overdraagt waarvan die notaris eigenaar is gebleven wanneer de andere geassocieerde notaris enkel zijn nijverheid heeft ingebracht overeenkomstig artikel 52, § 2, tweede lid, van de Ventôsewet, en op dat van de opgevolgde notaris die vooraf een deel van die bestanddelen had overgedragen aan de geassocieerde notaris bij de oprichting van de vennootschap zodat die opgevolgde notaris geen eigenaar meer was van alle voormelde lichamelijke en onlichamelijke bestanddelen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5115 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.