gepubliceerd op 28 maart 2011
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 11 februari 2011 in zake M.D. tegen V.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 februari 2011, heeft de Rechtbank van eerste « Schendt artikel 335, § 3, van het Burgerlijk Wetboek niet de artikelen 10, 11 en 22bis van (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 11 februari 2011 in zake M.D. tegen V.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 februari 2011, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 335, § 3, van het Burgerlijk Wetboek niet de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het een van beide ouders, te dezen de vader, toelaat om zijn instemming te weigeren met de vervanging van de familienaam van de moeder door zijn eigen familienaam, hetgeen een verschil in behandeling teweegbrengt tussen het betrokken kind en een eerder bestaand kind dat is geboren uit dezelfde biologische ouders en is erkend door de vader wiens familienaam het draagt, zonder dat de bevoegde rechter het belang van het kind kan nagaan ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5110 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.