Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 09 juli 2010

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 19 april 2010 in zake de gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur bevoegd voor de provincie Antwerpen tegen de nv « V.E.R.O. », waarvan de expeditie te - « Schenden artikel 149, § 1, en 151 van het decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2010203629
pub.
09/07/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 19 april 2010 in zake de gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur bevoegd voor de provincie Antwerpen tegen de nv « V.E.R.O. », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 april 2010, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen de volgende prejudiciële vragen gesteld, waarvan de tweede vraag door het Hof bij beschikking van 10 juni 2010 werd geherformuleerd omdat de tekst klaarblijkelijk onvolledig was : - « Schenden artikel 149, § 1, en 151 van het decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet en artikel 6 E.V.R.M. in zoverre ze zodanig geïnterpreteerd worden dat voor het bevelen van een herstelmaatregel een voorafgaand eensluidend advies van de Hoge Raad voor Herstelbeleid niet vereist is voor de ingestelde herstelvordering bij de burgerlijke rechter en wel voor de strafrecht ? »; - « Schendt artikel 6.1.1, derde lid, VCRO de artikelen 12 en 14 van de Grondwet en artikel 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre het zodanig geïnterpreteerd wordt dat een reeds verjaard oprichtingsmisdrijf in niet-kwetsbaar gebied, dat niet strafbaar in stand kon worden gehouden ten tijde van haar oprichting, opeens weer strafbaar zou zijn wegens in stand houden, als het perceel later wordt opgenomen in een kwetsbaar gebied ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4922 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^