gepubliceerd op 07 juni 2010
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 14 april 2010 in zake de nv « Spector Coördinatiecentrum » tegen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter « Schendt artikel 26 van de wet van 13 februari 1998 houdende de bepalingen tot bevordering van de (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 14 april 2010 in zake de nv « Spector Coördinatiecentrum » tegen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 april 2010, heeft de Arbeidsrechtbank te Dendermonde de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 26 van de wet van 13 februari 1998 houdende de bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling de artikelen 10 en 11, alsook artikel 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang met artikel 1 van het eerste protocol bij het E.V.R.M. en met het rechtszekerheidsbeginsel, in zoverre het voornoemde artikel 26 het artikel 29, § 1, van de
wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
26/07/1996
pub.
05/10/2012
numac
2012205395
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits
sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen aanpast door aan de oorspronkelijke regeling voor het bekomen van bijdrageverminderingen ingesteld door het voornoemde artikel 29, § 1, een voorwaarde toe te voegen en dit op retro-actieve wijze waar artikel 67 van de wet van 25 januari 1999 houdende sociale bepalingen aan voornoemd artikel 26 retro-activiteit verleent vanaf 1 januari 1997, ten aanzien van de werkgevers die wél aan de voorwaarden voldeden om onder de oorsponkelijke regeling bijdragevermindering te genieten, maar dat in de aangepaste regeling niet meer doen omdat ze onmogelijk kunnen voldoen aan de toegevoegde voorwaarde aangezien de vervulling daarvan in het verleden ligt, in casu dat de werkgever in alle kwartalen van 1996 personeel diende te werk te stellen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4919 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.