gepubliceerd op 20 mei 2010
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 26 maart 2010 in zake N.H. en L.B. tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 april 2010, heeft de Rech « Schenden de artikelen 12bis, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46 en 47 van de wet van 15 december 1980 bet(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 26 maart 2010 in zake N.H. en L.B. tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 april 2010, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 12bis, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46 en 47 van de
wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
15/12/1980
pub.
12/04/2012
numac
2012000231
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen
type
wet
prom.
15/12/1980
pub.
20/12/2007
numac
2007000992
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen
sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 10, § 1, 1°, van dezelfde wet, de artikelen 10, 11, 22 en 191 van de Grondwet en/of de artikelen 8, 12 en 14 van het EVRM, alsmede het beginsel van het vrije verkeer van de Europese burgers en van hun familieleden, in die zin geïnterpreteerd dat de vreemdeling die een gezinshereniging aanvraagt met een niet-gemeenschapsonderdaan die tot het verblijf in België is toegelaten zelf van rechtswege tot het verblijf wordt toegelaten bij ontstentenis van antwoord binnen een termijn van negen maanden, eventueel verlengd, volgend op de datum van indiening van zijn visumaanvraag, zonder te voorzien in eenzelfde toelating tot het verblijf ten gunste van de vreemdeling die een gezinshereniging aanvraagt met een echtgenoot die Belg of gemeenschapsonderdaan is, wanneer geen enkel antwoord werd gegeven op zijn visumaanvraag bij het verstrijken van een bepaalde termijn, waarbij aldus laatstgenoemde zonder objectieve, redelijke noch evenredige verantwoording op verschillende wijze wordt behandeld ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4915 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.