Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 19 maart 2010

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a. Bij vonnis van 18 januari 2010 in zake de nv « De Ceuster Meststoffen » tegen de Vlaamse Landmaatschappij en het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie « Schendt de bepaling van artikel 21, § 5, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de besch(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2010201298
pub.
19/03/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten a. Bij vonnis van 18 januari 2010 in zake de nv « De Ceuster Meststoffen » tegen de Vlaamse Landmaatschappij en het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 februari 2010, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt de bepaling van artikel 21, § 5, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, krachtens hetwelk er een basisheffing is, waarvan de opbrengst integraal wordt toegekend aan de Mestbank lastens elke invoerder van mestoverschotten door invoer, zoals van toepassing voor het productiejaar 2005, aanslagjaar 2006, de beginselen van de Belgische economische en monetaire unie en derhalve artikel 6, § 1, VI, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 ? ».b. Bij vonnis van 18 januari 2010 in zake de nv « De Ceuster Meststoffen » tegen de Vlaamse Landmaatschappij, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 februari 2010, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt de bepaling van artikel 21, § 5, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, krachtens hetwelk er een basisheffing is, waarvan de opbrengst integraal wordt toegekend aan de Mestbank lastens elke invoerder van mestoverschotten door invoer, zoals van toepassing voor het productiejaar 2003, aanslagjaar 2004, de beginselen van de Belgische economische en monetaire unie en derhalve artikel 6, § 1, VI, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 ? ».c. Bij vonnis van 18 januari 2010 in zake de nv « De Ceuster Meststoffen » tegen de Vlaamse Landmaatschappij en het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 februari 2010, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt de bepaling van artikel 21, § 5, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, krachtens hetwelk er een basisheffing is, waarvan de opbrengst integraal wordt toegekend aan de Mestbank lastens elke invoerder van mestoverschotten door invoer, zoals van toepassing voor het productiejaar 2006, aanslagjaar 2007, de beginselen van de Belgische economische en monetaire unie en derhalve artikel 6, § 1, VI, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 ? ».d. Bij vonnis van 18 januari 2010 in zake de nv « De Ceuster Meststoffen » tegen de Vlaamse Landmaatschappij en het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 februari 2010, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt de bepaling van artikel 21, § 5, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, krachtens hetwelk er een basisheffing is, waarvan de opbrengst integraal wordt toegekend aan de Mestbank lastens elke invoerder van mestoverschotten door invoer, zoals van toepassing voor het productiejaar 2004, aanslagjaar 2005, de beginselen van de Belgische economische en monetaire unie en derhalve artikel 6, § 1, VI, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 ? ». Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4863, 4864, 4865 en 4866 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^