Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 25 januari 2010

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 14 oktober 2009 in zake de nv « Entreprise de Montage du Centre » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen « Schendt artikel 219 van het WIB 1992, zoals het voor het aanslagjaar 1994 van toepassing was, de (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2010200163
pub.
25/01/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 14 oktober 2009 in zake de nv « Entreprise de Montage du Centre » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 november 2009, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 219 van het WIB 1992, zoals het voor het aanslagjaar 1994 van toepassing was, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet in zoverre het in geen enkele mogelijkheid voorziet om te ontsnappen aan de betaling van de afzonderlijke aanslag wanneer het gaat om kosten die zijn toegekend als terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever, terwijl de aanslag voor de andere in artikel 57 van het WIB 1992 bedoelde kosten niet verschuldigd is indien de belastingplichtige aantoont dat die kosten zijn begrepen in een door de genieter overeenkomstig artikel 305 van het WIB 1992 ingediende aangifte ? Is de sanctie van artikel 219 van het WIB 1992 niet onevenredig in zoverre het doel van de wet erin bestaat te vermijden dat bezoldigingen niet worden belast terwijl de vergoedingen die de terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever zijn, krachtens artikel 31 van het WIB 1992 net niet belastbaar zijn ten aanzien van de genieter ervan ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4818 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^