Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 25 januari 2010

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 19 november 2009 in zake Godelieve Benoot tegen Franciscus Cornelis en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 novemb 1. « Is er inzake de minderheidsvordering toekomend aan de minderheidsvennoten sprake van een discr(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2010200047
pub.
25/01/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 19 november 2009 in zake Godelieve Benoot tegen Franciscus Cornelis en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 november 2009, heeft de Rechtbank van Koophandel te Dendermonde de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Is er inzake de minderheidsvordering toekomend aan de minderheidsvennoten sprake van een discriminatie door de ontstentenis van een wettelijke regeling (en bijgevolg van een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet), nu voor een minderheidsvennoot van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (cvba) wel is voorzien in een minderheidsvordering (artikel 416 W.Venn.), terwijl dergelijke vordering niet is voorzien voor de minderheidsvennoot van een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid (cvoa) ? »; 2. « Is er inzake de minderheidsvordering toekomend aan de minderheidsvennoten sprake van een discriminatie door de ontstentenis van een wettelijke regeling (en bijgevolg van een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet), nu deze minderheidsvordering enkel is voorzien voor een minderheidsvennoot van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bvba - artikel 290 W.Venn.), van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (cvba - artikel 416 W.Venn.) en van een naamloze vennootschap (nv - artikel 562 W.Venn.), terwijl dergelijke vordering niet is voorzien voor de minderheidsvennoot van vennootschappen met een andere rechtsvorm, zoals de coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid (cvoa) ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4817 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^