gepubliceerd op 11 januari 2010
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 10 december 2008 in zake Simonne Mulkers tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 november 2009, heef « Schendt artikel 23 van de Overeenkomst van 29 mei 1975 tussen België en Canada tot het vermijden (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 10 december 2008 in zake Simonne Mulkers tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 november 2009, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 23 van de Overeenkomst van 29 mei 1975 tussen België en Canada tot het vermijden van dubbele belasting, in samenhang gelezen met artikel 285 van het WIB 1992, de artikelen 10, 11, 170, 172 en 191 van de Grondwet in zoverre die artikelen preciseren : Voor wat betreft de met betrekking tot inkomsten van roerende goederen en kapitalen en met betrekking tot diverse inkomsten als vermeld in artikel 90, 5° tot 7°, wordt met de belasting een forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting verrekend voor zover die inkomsten in het buitenland werden onderworpen aan een gelijkaardige belasting als de personenbelasting, de vennootschapsbelasting of de belasting van niet-inwoner en voor zover de desbetreffende goederen en kapitalen voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheden in België worden gebruikt, terwijl artikel 23 van de Overeenkomst preciseert dat de Staten een regeling van vrijstelling of verrekening moeten organiseren zonder een criterium van onderscheid toe te staan tussen de persoon die het kapitaal aan zijn beroepsactiviteit heeft besteed en de persoon die dat niet aan zijn beroepsactiviteit heeft besteed ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4813 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.