gepubliceerd op 20 november 2009
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 5 oktober 2009 in zake de arbeidsauditeur en de burgerlijke partijen, het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding en B.F., tegen « Schendt artikel 433terdecies, tweede lid, [van het Strafwetboek,] in zoverre het de verbeurdverkl(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 5 oktober 2009 in zake de arbeidsauditeur en de burgerlijke partijen, het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding en B.F., tegen T.H. S. en E.G., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 oktober 2009, heeft de Correctionele Rechtbank te Charleroi de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 433terdecies, tweede lid, [van het Strafwetboek,] in zoverre het de verbeurdverklaring van het onroerend of roerend goed, zelfs indien het toebehoort aan een derde te goeder trouw, verplicht maakt, zonder de magistraat die zitting neemt ten gronde in staat te stellen de teruggave van dat roerend of onroerend goed te gelasten : 1) de voorschriften van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? 2) het voorschrift van artikel 12 van de Grondwet ? 3) het voorschrift van artikel 17 van de Grondwet ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4782 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.