gepubliceerd op 06 februari 2009
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 5 december 2008 in zake Caroline Michel tegen de bvba « Chez Marie », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 december 2008, h « Schendt de bepaling van artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij de wet van(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 5 december 2008 in zake Caroline Michel tegen de bvba « Chez Marie », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 december 2008, heeft de Arbeidsrechtbank te Dinant de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt de bepaling van artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij de wet van 21 april 2007, in samenhang gelezen met de artikelen 1017 en 1018 van het Gerechtelijk Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre een rechtsplegingsvergoeding enkel wordt voorbehouden aan de in het gelijk gestelde partij die wordt vertegenwoordigd door een advocaat, zelfs al gebeurt dit in het kader van de rechtsbijstand of een verdediging pro deo, waarbij die partij de kosten en erelonen voor die advocaat niet zelf betaalt, en de in het gelijk gestelde partij die wordt vertegenwoordigd door een gevolmachtigde in de zin van artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek ervan wordt uitgesloten ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4588 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.