gepubliceerd op 27 november 2008
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 13 oktober 2008 in zake de BVBA « A.V.E. Vanhamme Frères » tegen de VZW « Partena », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 o « Schendt artikel 20, § 7, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inricht(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 13 oktober 2008 in zake de BVBA « A.V.E. Vanhamme Frères » tegen de VZW « Partena », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 oktober 2008, heeft de Arbeidsrechtbank te Nijvel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 20, § 7, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, in zoverre het bepaalt dat de sociale verzekeringskassen voor zelfstandigen 'als inningsinstellingen van de bijdragen de bedragen die hen verschuldigd zijn eveneens bij wijze van dwangbevel [kunnen] invorderen', niet de artikelen 10, 11 en 144 van de Grondwet, aangezien iedere andere, private schuldeiser van bedragen - tenzij hij de dadelijke uitwinning geniet - de invordering ervan bij gedwongen tenuitvoerlegging alleen kan uitvoeren nadat hij het bestaan van zijn schuldvordering heeft laten erkennen in een door een rechtbank uitgesproken beslissing ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4536 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.