gepubliceerd op 29 januari 2008
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a) Bij beslissing van 12 november 2007 in zake Ewald Vlassak, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 november 2007, heeft de Nederlandstalig 1. « Schendt artikel 472, § 1, Ger. W. artikel 14 G.W., wegens onvoldoende nauwkeurige normati(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a) Bij beslissing van 12 november 2007 in zake Ewald Vlassak, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 november 2007, heeft de Nederlandstalige Tuchtraad van beroep voor advocaten de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1.« Schendt artikel 472, § 1, Ger. W. artikel 14 G.W., wegens onvoldoende nauwkeurige normatieve inhoud van de omschrijving ' buitengewone omstandigheden ', doordat, met betrekking tot (de handhaving van) de tuchtstraf schrapping, waarvan in de opheffing onder voorwaarden in dit artikel van het Gerechtelijk Wetboek is voorzien, als voorwaarde van deze opheffing wettiging door niet nader omschreven ' buitengewone omstandigheden ' wordt vereist ? »; en zo niet : 2. « Schendt artikel 472, § 1, Ger.W. artt. 23 en/of 10 en/of 11 G.W. in zoverre het gewettigd zijn door buitengewone omstandigheden in die zin wordt geïnterpreteerd dat aan de bedoelde voorwaarde is voldaan wanneer de geschrapte advocaat blijk geeft van een zodanig gewijzigde instelling dat niet gevreesd moet worden voor de waarborging van een behoorlijke beroepsuitoefening met het oog op de belangen van de rechtzoekende ? ». b) Bij beslissing van 12 november 2007 in zake Luc Quintens, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 november 2007, heeft de Nederlandstalige Tuchtraad van beroep dezelfde prejudiciële vragen gesteld. Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4340 en 4341 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.