Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 11 december 2007

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a) Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 7 november 2007 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 8 november 2007, heeft de « O b) Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 7 november 2007 ter post aangetekende b(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2007203508
pub.
11/12/2007
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a) Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 7 november 2007 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 8 november 2007, heeft de « Ordre des barreaux francophones et germanophone », met zetel te 1060 Brussel, Gulden-Vlieslaan 65, beroep tot vernietiging ingesteld van de woorden « en 2ter » in het eerste lid en van het tweede lid van artikel 14quinquies van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, ingevoegd bij artikel 134 van de programmawet van 27 april 2007 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 8 mei 2007, derde editie), wegens schending van de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet.b) Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 7 november 2007 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 9 november 2007, heeft de « Ordre des avocats du barreau de Liège », met zetel te 4000 Luik, Gerechtsgebouw, place Saint-Lambert, beroep tot vernietiging ingesteld van voormeld artikel 14quinquies, minstens van de woorden « en 2ter » in het eerste lid en van het tweede lid, wegens schending van de artikelen 10, 11, 12, 14, 22 en 23 van de Grondwet. Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4327 en 4336 van de rol van het Hof, werden samengevoegd met de zaak met rolnummer 4279.

Met toepassing van artikel 89bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 werd de bij artikel 87, § 2, van dezelfde wet bepaalde termijn voor het indienen van een memorie verkort tot twintig dagen.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^