gepubliceerd op 26 oktober 2007
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnissen van 10 september 2007 in zake de NV « CBC Banque » tegen de NV « Dexia Factors » en in zake de NV « Fortis Bank » tegen de NV « Dexia Factors » en Luc « Is artikel 4 van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering verenigbaar met de arti(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnissen van 10 september 2007 in zake de NV « CBC Banque » tegen de NV « Dexia Factors » en in zake de NV « Fortis Bank » tegen de NV « Dexia Factors » en Luc Lemaire, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 18 september 2007, heeft de Rechtbank van Koophandel te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is artikel 4 van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering verenigbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, indien deze bepaling zo wordt geïnterpreteerd dat de schorsing van de burgerlijke procedure enkel opgelegd wordt indien de daarmee verband houdende strafvordering slaat op een strafvordering die in België plaatsvindt, met uitzondering van strafvorderingen in het Buitenland (in casu Frankrijk), zelfs wanneer de bijzondere omstandigheid zich voordoet dat België met het desbetreffende land verdragsrechtelijk verbonden is op het stuk van de onderlinge erkenning van strafrechtelijke en burgerrechtelijke gerechtelijke uitspraken ? ».
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4287 en 4288 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.