gepubliceerd op 23 mei 2006
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 21 maart 2006 in zake C. Khomasouridze, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 29 maart 2006, heeft « Schendt artikel 299 van de Programmawet van 27 december 2004 (Belgisch Staatsblad van 31 decemb(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 21 maart 2006 in zake C. Khomasouridze, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 29 maart 2006, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 299 van de Programmawet van 27 december 2004 (Belgisch Staatsblad van 31 december 2004, tweede editie) dat stelt dat ' artikel 12bis, § 1, eerste lid, 3°, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit uitgelegd wordt in die zin dat het alleen van toepassing is op vreemdelingen die zich kunnen beroepen op 7 jaar hoofdverblijf, gedekt door een wettelijk verblijf ', de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het deze interpretatieve verklaring uitsluitend beperkt tot het genoemd artikel 12bis, § 1, eerste lid, 3° WBN en niet, toepasselijk verklaart op de voorwaarden inzake ' verblijf ' en ' hoofdverblijf ', zoals deze eveneens voorzien zijn in de artikelen 11, 11bis, 13, 14, 16, 19, 24 en 28 WBN betreffende de andere procedures inzake het bekomen van de Belgische nationaliteit ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 3948 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.