Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 09 november 2006

Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit Inkomstenbelastingen Bericht tot vaststelling van de modellen van attesten uit te reiken door de instellingen die hypothecaire leningen toestaan waarvan de interesten en kapitaalafloss Dit bericht vervangt het bericht tot vaststelling van de modellen van attesten uit te reiken door d(...)

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2006003485
pub.
09/11/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN


Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit Inkomstenbelastingen Bericht tot vaststelling van de modellen van attesten uit te reiken door de instellingen die hypothecaire leningen toestaan waarvan de interesten en kapitaalaflossingen recht kunnen geven op de aftrek voor enige woning of waarvan de kapitaalaflossingen recht kunnen geven op een belastingvermindering.

Dit bericht vervangt het bericht tot vaststelling van de modellen van attesten uit te reiken door de instellingen die hypothecaire leningen verstrekken waarvan de kapitaalaflossingen recht geven op een belastingvermindering, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 november 2003, 2de editie.

De artikelen 62,A; 633 en 256 van het KB/WIB 92,respectievelijk vervangen, gewijzigd of ingevoegd door de artikelen 1; 3 en 5 van het koninklijk besluit van 10 juni 2006 tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de toepassingsmodaliteiten met betrekking tot de belastingvoordelen voor hypothecaire leningen en individuele levensverzekeringscontracten (B.S. 19 juni 2006), onderwerpen de toekenning van de aftrek voor enige woning, de vermindering voor het lange termijnsparen en de verhoogde vermindering voor het bouwsparen aan de voorwaarde dat de belastingplichtige attesten overlegt waarvan de modellen worden vastgesteld door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde en die worden uitgereikt door de instelling die de lening heeft toegestaan.

Het betreft, enerzijds, een eenmalig basisattest waarin bovenvermelde instelling de gegevens meedeelt waaruit moet blijken dat het leningcontract in aanmerking kan komen voor de toepassing van de artikelen 104, 9°, en 1451, 3°, WIB 92 of artikel 1451, 3°, WIB 92 zoals het krachtens artikel 526, § 2, 2de lid, WIB 92 van toepassing blijft en, anderzijds, een jaarlijks betalingsattest waarin diezelfde instelling het bedrag van de tijdens het belastbare tijdperk gedane betalingen meedeelt, alsook een aantal gegevens die noodzakelijk zijn om na te gaan of de wettelijke en reglementaire voorwaarden nog steeds zijn vervuld.

De officiële modellen van die attesten zijn respectievelijk als bijlage 1 en bijlage 2 bij dit bericht opgenomen.

De attesten mogen slechts worden uitgereikt wanneer de instelling die de hypothecaire lening toestaat, heeft vastgesteld dat die lening in aanmerking kan komen voor de aftrek voor enige woning of recht kan geven op één van voormelde belastingverminderingen voor kapitaalaflossingen. Dit betekent dat er geen attest mag worden uitgereikt indien uit de gegevens waarover de kredietgever beschikt, blijkt dat de wettelijke en reglementaire voorwaarden waaraan de leningen moeten voldoen om voor bovenvermelde fiscale voordelen in aanmerking te komen, niet zijn vervuld.

Hierna volgen nog enkele verduidelijkingen met betrekking tot het gebruik van die attesten.

Formaat van de attesten Het basisattest moet worden afgeleverd op A4-formaat, terwijl het betalingsattest mag worden afgeleverd op een formaat naar keuze van de uitreikende instelling.

Cursief afgedrukte teksten Alle teksten die op de modellen cursief zijn afgedrukt, bevatten louter verduidelijkingen met betrekking tot de in te vullen gegevens en moeten niet op de uit te reiken attesten zelf worden overgenomen.

Leningen aangegaan door twee of meer ontleners Wanneer twee of meer ontleners samen een lening hebben aangegaan, moeten, zowel op het basisattest als op het betalingsattest, in rubriek 1 « Identiteit en adres van de ontlener(s) » de namen en adressen van alle mede-ontleners worden vermeld.

In rubrieken 5 en 6 van het basisattest en in de rubrieken 5 tot 7 van het betalingsattest moet steeds de totaliteit van de bedragen van alle ontleners samen met betrekking tot de lening worden vermeld (zie evenwel ook het bepaalde onder de titel « aanvangsbedrag van de lening » hieronder).

Aan elk van de mede-ontleners mag een origineel exemplaar van het basisattest en van de betalingsattesten worden uitgereikt.

Kredietopeningen In het geval van een kredietopening moeten de op de attesten vermelde begrippen « contract » en « lening » telkens worden begrepen als « voorschot in het kader van een kredietopening ».

Aanvangsbedrag van de lening In rubriek 5, a, van het basisattest en van het betalingsattest moet de som worden vermeld van de in rubriek 6 van het basisattest opgenomen bedragen.

Dit betekent dat, in voorkomend geval, het gedeelte van de lening dat voor het financieren van andere dan de in de rubriek 6 van het basisattest vermelde doeleinden heeft gediend, in geen geval op de attesten mag worden vermeld. Dat gedeelte kan immers niet in aanmerking komen voor de aftrek enige woning of één van voormelde belastingverminderingen voor kapitaalaflossingen.

Wat de leningen betreft waarvoor nog een basisattest (of een eenmalig attest) werd uitgereikt overeenkomstig een voormalige reglementering, moet in rubriek 5, a, van het betalingsattest steeds het aanvangsbedrag van de lening worden overgenomen dat op dat basisattest (of op dat eenmalig attest) werd vermeld.

Doel van de lening In rubriek 6 van het basisattest moet(en) het (de) toepasselijke doel(en) van de lening worden aangekruist en dient het aanvangsbedrag van de lening of van het gedeelte van de lening dat heeft gediend voor het financieren van dat (die respectieve) doel(en) in de kolom ernaast te worden vermeld.

Onder « verbouwing van een woning » worden de andere dan de vernieuwingswerken bedoeld die tot doel hebben in de bestaande structuur van de woning in te grijpen.

Indien evenwel éénzelfde lening of een gedeelte ervan dient voor het financieren van zowel verbouwingswerken als vernieuwingswerken (zoals hierna wordt omschreven), mag deze lening of het gedeelte ervan dat heeft gediend om het geheel van deze werken (verbouwings- en vernieuwingswerken) te financieren, worden opgenomen in de kolom naast de rubriek « verbouwing van een woning ». « niet als verbouwing aan te merken vernieuwing van een woning of omvorming van een onroerend goed tot woning ».

Hieronder worden de regelmatig terugkerende werken, met uitsluiting van de reinigingswerken, beoogd die noodzakelijk zijn om de woning in stand te houden (cfr. artikel 115, § 2, 1ste lid, punt 3, en 2de lid, WIB 92). Zo kunnen bijvoorbeeld volgende uitgaven als vernieuwingswerken worden aangemerkt : beschilderen van binnen en -buitenmuren, behangen, reiniging van gevels, schuren van parket, enz.

Indien evenwel éénzelfde lening (of een gedeelte ervan) dient voor het financieren van zowel verbouwingswerken als vernieuwingswerken, mag deze lening of het gedeelte ervan dat heeft gediend om het geheel van deze werken (verbouwings- en vernieuwingswerken) te financieren, worden opgenomen in de kolom naast de rubriek « verbouwing van een woning ».

Daarenboven mag in de rubriek « niet als verbouwing aan te merken vernieuwing van een woning of omvorming van een onroerend goed tot woning » eveneens het bedrag van de hypothecaire lening (of het gedeelte ervan) worden opgenomen dat heeft gediend om een gebouwd onroerend goed (zoals bijvoorbeeld een station, een school, een industrieel pand) om te vormen tot een woning. Ook het bedrag van de hypothecaire lening (of het gedeelte ervan) dat heeft gediend om dat gebouwd onroerend goed aan te kopen met het oog op het omvormen ervan tot een woning mag hier worden opgenomen.

Herfinancieringsleningen Zoals inzonderheid blijkt uit de tekst naast het laatste vakje van rubriek 6 van het basisattest, mag dat attest ook worden uitgereikt met betrekking tot een herfinancieringslening, doch alleen indien de instelling die de herfinancieringslening verstrekt, heeft vastgesteld dat die lening voor de aftrek voor enige woning of voor de vermindering voor het lange termijnsparen of bouwsparen in aanmerking kan komen (hetzij op grond van de gegevens waarover zij, als verstrekker van de oorspronkelijke lening, zelf beschikt, hetzij op grond van de gegevens die haar door de kredietnemer ter beschikking zijn gesteld).

Wanneer de instelling op geen enkele wijze heeft kunnen vaststellen dat de herfinancieringslening voor de aftrek voor enige woning of voor een belastingvermindering in aanmerking kan komen (omdat zij zelf niet over de noodzakelijke gegevens met betrekking tot de oorspronkelijke lening beschikt en de kredietnemer haar die gegevens niet kan of wil bezorgen), mag zij noch het in artikel 62, A, 1°; 633, 1°, of 256, 1°, KB/WIB 92 bedoelde basisattest uitreiken, noch het in artikel 62, A, 2°; 633, 2°, of 256, 2°, KB/WIB 92 bedoelde betalingsattest uitreiken.

Alsdan zal de kredietnemer zelf aan de administratie moeten aantonen dat zijn herfinancieringslening voor de aftrek voor enige woning of voor een belastingvermindering in aanmerking komt, evenals welk bedrag aan kapitaal (en interesten, wat de aftrek voor enige woning betreft) hij tijdens het belastbare tijdperk werkelijk heeft betaald.

Indien het laatste vakje van rubriek 6 van het basisattest (« herfinanciering van een voor bovenvermelde doeleinden aangegane hypothecaire lening ») wordt aangekruist, moeten ook het aanvangsbedrag en de contractdatum van de terugbetaalde lening worden ingevuld. Daarenboven dient in de kolom ernaast te worden vermeld welk ontleend bedrag heeft gediend voor het vervroegd terugbetalen van de geherfinancierde lening.

Hoewel volgende ontleende bedragen niet in aanmerking kunnen komen voor de aftrek voor enige woning of voor een belastingvermindering voor kapitaalaflossingen, mogen zij toch begrepen zijn in het op het basisattest opgenomen aanvangsbedrag dat naast de rubriek « herfinanciering van een voor bovenvermelde doeleinden aangegane hypothecaire lening » wordt vermeld : - het gedeelte van de lening dat heeft gediend om de wederbeleggingsvergoeding te financieren; - het verschil tussen het bedrag dat volgens de kredietaanvraag zou dienen voor het terugbetalen van de geherfinancierde lening en het werkelijk vervroegd terugbetaalde saldo van die geherfinancierde lening, voor zover dat verschil het gevolg is van het tijdsverloop tussen de datum van de kredietaanvraag en de datum van de herfinancieringslening.

De betalingsattesten met betrekking tot herfinancieringsleningen moeten, voor wat de betalingen vanaf het jaar 2006 en volgende betreft, steeds volgende opdruk te bevatten : « Opgelet : herfinancieringslening. Om het bedrag te kennen dat, vóór toepassing van enige begrenzing, fiscaal in aanmerking komt, moet U de gedane betalingen in voorkomend geval beperken door ze te vermenigvuldigen met de volgende breuk : bedrag van de integrale vervroegde terugbetaling dat op het laatste betalingsattest van de vorige lening werd vermeld en dat recht gaf op een belastingvoordeel totaal bedrag van de nieuwe lening dat dient voor het herfinancieren van de vorige lening. ».

Verkoopwaarde van de woning Rubriek 8 van het basisattest moet slechts in dat attest worden opgenomen indien de lening waarvoor het attest wordt uitgereikt, is aangegaan vóór 1 januari 1989 met als doel het bouwen, het verwerven of het verbouwen van een woning.

Die rubriek mag daarentegen uit het attest worden weggelaten indien de lening waarvoor het attest wordt uitgereikt : - aangegaan is vanaf 1 januari 1989, en/of - een herfinancieringslening is.

Voorziene eindvervaldag Indien de voorziene eindvervaldag van de lening tijdens het jaar van betaling gewijzigd is, moeten in de rubriek 4, b, van het betalingsattest zowel de ingangsdatum van de wijziging als de nieuwe voorziene eindvervaldag worden vermeld.

Als de looptijd van de lening (vanaf de datum van het contract tot de nieuwe voorziene eindvervaldag) na die wijziging nog minstens tien jaar bedraagt, mag de vermelding van de volledige ingangsdatum van de wijziging desgewenst worden beperkt tot de vermelding van het jaartal waarin de wijziging heeft plaatsgevonden; d.w.z. het jaar van betaling. Dit doet echter geen afbreuk aan de verplichting om de nieuwe voorziene eindvervaldag te vermelden.

Indien de voorziene eindvervaldag tijdens het jaar van betaling niet is gewijzigd volstaat het om in bovenvermelde rubriek 4, b, de vermelding « ongewijzigd » aan te brengen.

Bedragen die werden betaald In rubriek 6 van het betalingsattest moeten steeds de bedragen worden vermeld die betrekking hebben op het in rubriek 5, a, van het basisattest en van het betalingsattest vermelde aanvangsbedrag van de lening, en dit ongeacht of het basisattest werd opgesteld overeenkomstig het oude of het nieuwe model.

Dit betekent dat, wat de betalingsattesten betreft die betrekking hebben op hypothecaire leningen waarvoor een basisattest conform bijlage 1 van dit bericht werd opgesteld, de betalingen die betrekking hebben op het gedeelte van de lening dat voor het financieren van andere dan de in rubriek 6 van dat basisattest vermelde doeleinden heeft gediend, in geen geval op het betalingsattest mogen worden vermeld.

Handtekening Rekening houdend met het grote aantal attesten dat sommige instellingen moeten uitreiken, mag de op het basisattest aan te brengen handtekening van de gemandateerde van de uitreikende instelling desgewenst worden vervangen door een gedrukte reproductie van zijn/haar originele handtekening.

Inwerkingtreding Artikel 6 van bovenvermeld koninklijk besluit van 10 juni 2006 bepaalt dat dit besluit in werking treedt met ingang van aanslagjaar 2006.

Met uitzondering van de gevallen beoogd in het tweede en derde lid van de rubriek « Herfinancieringsleningen » hiervoor, betekent dit dat : - de kapitaalaflossingen waarvoor belastingvermindering wordt gevraagd, vanaf aanslagjaar 2006 moeten verantwoord zijn door een betalingsattest als bedoeld in artikel 633, 2°, of 256, 2°, KB/WIB 92, en dit ongeacht de datum waarop de lening is aangegaan.

Voor de aanslagjaren 2006 en 2007 aanvaardt de administratie echter dat de belastingverminderingen voor kapitaalaflossingen ook kunnen worden toegestaan indien de belastingplichtige een betalingsattest overlegt als bedoeld in artikel 633, 2°, KB/WIB 92 zoals het bestond alvorens te zijn gewijzigd bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 juni 2006 en waarvan het model is opgenomen als bijlage 2 van bovenvermeld bericht van 28 november 2003; - de interesten en kapitaalaflossingen waarvoor de aftrek voor enige woning wordt gevraagd, moeten verantwoord zijn door een betalingsattest als bedoeld in artikel 62, A, 2°, KB/WIB 92 en waarvan het model is opgenomen als bijlage 2 van dit bericht.

Voor de aanslagjaren 2006 en 2007 aanvaardt de administratie echter dat de aftrek voor enige woning ook kan worden toegestaan indien de belastingplichtige een betalingsattest overlegt als bedoeld in artikel 633, 2°, KB/WIB 92 zoals het bestond alvorens te zijn gewijzigd bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 juni 2006 en waarvan het model is opgenomen als bijlage 2 van bovenvermeld bericht van 28 november 2003; - de kapitaalaflossingen (en interesten) waarvoor voor de eerste maal om de aftrek voor enige woning of om belastingvermindering wordt gevraagd, vanaf aanslagjaar 2006 bovendien verantwoord moeten zijn door een éénmalig basisattest als bedoeld in artikel 62, A, 1°; 633, 1°, of 256, 1°, KB/WIB 92 en waarvan het model is opgenomen als bijlage 1 van dit bericht en dit ongeacht de datum waarop de lening werd aangegaan.

Voor de in de jaren 2005 en 2006 gesloten leningen aanvaardt de administratie echter dat de aftrek voor enige woning of de belastingvermindering voor kapitaalaflossingen ook kan worden toegestaan indien de belastingplichtige een attest overlegt zoals bedoeld in artikel 633, 1°, KB/WIB 92 zoals het bestond alvorens te zijn gewijzigd bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 juni 2006; dit wil zeggen een basisattest (of een duplicaat ervan) volgens het model opgenomen als bijlage 1 van bovenvermeld bericht van 28 november 2003.

Indien voor leningen gesloten vóór 1 januari 2005 vanaf 1 januari 2005 voor de eerste maal een basisattest wordt uitgereikt of een afschrift van het basisattest moet uitgereikt worden, mag daarvoor gebruik gemaakt worden - ofwel van een eenmalig attest opgesteld overeenkomstig de op het moment van de afsluiting van de lening geldende reglementering; - ofwel van een basisattest opgesteld overeenkomstig artikel 633, 1°, KB/WIB 92, zoals het bestond alvorens te zijn gewijzigd bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 juni 2006 en waarvan het model is opgenomen als bijlage 1 van bovenvermeld bericht van 28 november 2003; - ofwel van een basisattest opgesteld overeenkomstig het officiële model dat als bijlage 1 van dit bericht is opgenomen.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^