gepubliceerd op 03 november 2005
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 16 september 2005 in zake M. Roosen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen o « Schendt artikel 42, § 1, tweede lid, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch a(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 16 september 2005 in zake M. Roosen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 10 oktober 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 42, § 1, tweede lid, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, zoals dit luidde vóór de wijziging door artikel 404 van de programmawet (I) van 24 december 2002 de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet doordat de werknemers aan wie door de werkgever een aandelenoptie wordt toegekend op dezelfde wijze belast worden, ongeacht of zij de mogelijkheid hebben de optie uit te oefenen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 3781 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.