gepubliceerd op 13 juli 2005
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 3 juni 2005 in zake de v.z.w. Pensioenfonds "Union" tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het A « Schenden de artikelen 147, 148, 149 en 152 van het Wetboek der successierechten de artikelen 10, (...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 3 juni 2005 in zake de v.z.w. Pensioenfonds "Union" tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 13 juni 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 147, 148, 149 en 152 van het Wetboek der successierechten de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet in zoverre een voorzorginstelling, zoals bedoeld in artikel 2, § 3, 6°, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, die georganiseerd is onder de vorm van een onderlinge verzekeringsvereniging niet onderworpen is aan de taxe tot vergoeding van de successierechten, terwijl een zelfde voorzorginstelling die identieke activiteiten verricht en georganiseerd is onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk wél aan de taxe tot vergoeding der successierechten is onderworpen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 3717 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.