gepubliceerd op 22 maart 2005
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 5 januari 2005 in zake de n.v. Center jeux automatiques tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitra « Schendt artikel 371 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in samenhang gelezen met ar(...)
ARBITRAGEHOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6    januari 1989 op het Arbitragehof    Bij vonnis van 5 januari 2005 in zake de n.v. Center jeux automatiques    tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het    Arbitragehof is ingekomen op 28 februari 2005, heeft de Rechtbank van    eerste aanleg te Aarlen de volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 371 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen    1992, in samenhang gelezen met artikel 84 van het Wetboek van de met    de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, de artikelen 10 en    11 van de Grondwet, in zoverre het de personen die de belasting op de    automatische ontspanningstoestellen verschuldigd zijn en deze    vrijwillig betalen, niet mogelijk maakt te worden ingelicht over de    mogelijke rechtsmiddelen tegen de voormelde belasting, terwijl de    personen die de voormelde belasting verschuldigd zijn en deze niet    vrijwillig betalen, een aanslagbiljet ontvangen waarin de mogelijke    rechtsmiddelen moeten worden vermeld ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 3638 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.