Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 17 december 2004

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 19 november 2004 in zake het Vlaams Parlement tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is i 1. « Schenden de artikelen 2 en 3 van de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de onroerende(...)

bron
arbitragehof
numac
2004203778
pub.
17/12/2004
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 19 november 2004 in zake het Vlaams Parlement tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 29 november 2004, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schenden de artikelen 2 en 3 van de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de onroerende voorheffing de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat deze slechts een gedeeltelijke vrijstelling van de onroerende voorheffing verleent aan de onroerende goederen van de Gemeenschappen en Gewesten ten belope van 28 % van het kadastraal inkomen, terwijl de onroerende goederen die ofwel toebehoren aan de vreemde staten of internationale publiekrechtelijke organisaties ofwel door een openbaar bestuur of een belastingplichtige zonder winstoogmerk worden gebruikt om er een erkend bejaardenoord in te beheren, van een gehele vrijstelling van onroerende voorheffing genieten ? » 2.« Schenden de artikelen 2 en 4 van de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de onroerende voorheffing de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat deze als gevolg hebben dat de invoering van een gedeeltelijke vrijstelling van de onroerende voorheffing geen negatieve financiële implicaties heeft voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, terwijl de invoering wel degelijk negatieve financiële implicaties heeft voor de andere Gewesten en Gemeenschappen ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 3171 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^