Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 28 juli 2004

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 24 juni 2004 in zake P. Libert tegen J.-J. Piette, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 29 juni 2 « Is artikel 459 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij de wet van 19 november 1992, al (...)

bron
arbitragehof
numac
2004202498
pub.
28/07/2004
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 24 juni 2004 in zake P. Libert tegen J.-J. Piette, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 29 juni 2004, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is artikel 459 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij de wet van 19 november 1992, al dan niet in overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre : 1° het ' de partij ' ertoe in staat stelt in rechte te treden zonder gehouden te zijn door de beslissing van de raad van de Orde van advocaten in zake erelonen, terwijl het dat recht weigert aan de advocaat, 2° het niet voorziet in een procedure van hoger beroep tegen de beslissing van de raad van de Orde ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 3032 van de rol van het Hof. De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^