gepubliceerd op 28 juli 2004
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 19 mei 2004 in zake het openbaar ministerie tegen S. Dopagne, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen o « Schenden de bepalingen van de artikelen 261, 265, 281 tot 283 en 311 van de algemene wet van 18 j(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 19 mei 2004 in zake het openbaar ministerie tegen S. Dopagne, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 25 juni 2004, heeft de Correctionele Rechtbank te Dinant de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de bepalingen van de artikelen 261, 265, 281 tot 283 en 311 van de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen, die aan het Ministerie van Financiën de uitoefening van de publieke vordering toevertrouwen, wat de voormelde inbreuken betreft, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij van de strafsanctie een accessorium van de administratieve sanctie maken en de rechtzoekende in die aangelegenheden de waarborg ontzeggen van het openbaar ministerie, dat niet ermee belast is de financiële belangen van de openbare macht te verdedigen, maar in de allereerste plaats te waken over de toepassing van de strafwet, door de vereisten te laten naleven van het recht op een eerlijk proces, verankerd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 3028 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.