Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 11 juni 2004

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 1 april 2004 in zake de b.v.b.a. M.J.M. Immobilière tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitrageho « Schendt artikel 215, derde lid, 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals het v(...)

bron
arbitragehof
numac
2004201740
pub.
11/06/2004
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 1 april 2004 in zake de b.v.b.a. M.J.M. Immobilière tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 14 april 2004, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 215, derde lid, 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals het van toepassing is voor de aanslagjaren 2000 en 2001, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, wanneer het erin vervatte woord ' bezoldiging ' wordt geïnterpreteerd als bezoldiging van een bedrijfsleider, bedoeld in artikel 32 van het W.I.B. 1992, waarvan de toekenning voor een minimaal bedrag vastgesteld in artikel 215, derde lid, 4°, van datzelfde Wetboek, aan ten minste één van haar bedrijfsleiders de vennootschap welke die bezoldiging ten laste neemt van het resultaat van het belastbare tijdperk, ertoe in staat stelt het in het tweede lid van het genoemde artikel vastgestelde verlaagde tarief van de vennootschapsbelasting te genieten, terwijl de vennootschap die aan één van haar bedrijfsleiders die een onbezoldigd mandaat van bestuurder, van zaakvoerder of van vereffenaar uitoefent, ten laste van het resultaat van het belastbare tijdperk, bezoldigingen toekent voor een identiek bedrag, die echter onder de categorie vallen van de bezoldigingen van werknemers bedoeld in artikel 31 van het W.I.B. 1992, wordt uitgesloten van de toepassing van het verlaagde tarief ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2978 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^