gepubliceerd op 07 april 2004
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 3 februari 2004 in zake de n.v. DVV Verzekeringen tegen G. Van Leekwijck en H. Wouters, waarvan de expeditie ter griffie van het A « Wordt het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod neergelegd in de artikelen 10 en 11 van (...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 3 februari 2004 in zake de n.v. DVV Verzekeringen tegen G. Van Leekwijck en H. Wouters, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 10 februari 2004, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Wordt het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod neergelegd in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden, doordat in geval van toepassing van artikel 87, § 1, van de wet op de Landverzekeringsovereenkomst van 25 juni 1992, de verzekeraar van de verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering, zoals de verzekeraar burgerlijke aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen (wet van 21 november 1989), aan de benadeelde van een verkeersongeval, de excepties, nietigheid of het verval van recht, niet kan tegenwerpen, onverschillig of deze dateren van voor of van na het ongeval, terwijl de verzekeraar van een niet verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering, zoals bij voorbeeld de gezinsaansprakelijkheidsverzekeraar van een fietser, bij toepassing van artikel 87, § 2, van de wet op de Landverzekeringsovereenkomst van 25 juni 1992, de excepties, nietigheid of het verval van recht, wel aan de benadeelde van een verkeersongeval kan tegenwerpen, in zoverre deze hun oorzaak vinden in een feit dat aan het schadegeval voorafgaat, dan wanneer het in beide gevallen gaat om een verkeersongeval, waarbij een voertuig, te weten een motorrijtuig of een fiets, in de zin van artikel 2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, is betrokken ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2912 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.