gepubliceerd op 19 augustus 2004
Gemeentelijk ontwikkelingsplan van Sint-Jans-Molenbeek Goedkeuring Een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 2004 keurt het gemeentelijk ontwikkelingsplan goed van Sint-Jans-Molenbeek. ADVIES VAN DE GEWESTELIJKE ONTW Gelet op de ordonnantie houdende de organisatie van de planning en de stedenbouw van 29 augustus 19(...)
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Gemeentelijk ontwikkelingsplan van Sint-Jans-Molenbeek Goedkeuring Een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 2004 keurt het gemeentelijk ontwikkelingsplan goed van Sint-Jans-Molenbeek.
ADVIES VAN DE GEWESTELIJKE ONTWIKKELINGSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFSTEDELIJK GEWEST VAN 21 NOVEMBER 2003 MET BETREKKING TOT HET ONTWERP VAN GEMEENTELIJK ONTWIKKELINGSPLAN VAN SINT-JANS-MOLENBEEK Gelet op de ordonnantie houdende de organisatie van de planning en de stedenbouw van 29 augustus 1991, meer bepaald de artikels 9 en 36 tot 43;
Gelet op de wijzigingsordonnantie van de OOPS van 18 juli 2002, meer bepaald het artikel 74;
Gelet op het Besluit van de Executieve van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 4 februari 1993 aangaande de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie hierna genoemd « De Commissie »;
Gelet op het besluit van 7 december 1995 inzake de inhoud van het gemeentelijk ontwikkelingsplan en de algemene voorstelling van het basisdossier;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001 tot goedkeuring van het gewestelijk bestemmingsplan;
Gelet op het besluit van 12 september 2002 tot vaststelling van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan;
Gelet op het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie van 1 december 1999 inzake het basisdossier van het gemeentelijk ontwikkelingsplan van Sint-Jans-Molenbeek;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 juli 2001 houdende de voorwaardelijke goedkeuring van het basisdossier van het gemeentelijk ontwikkelingsplan van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek;
Gelet op het ontwerp van gemeentelijk ontwikkelingsplan van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek dat voorlopig werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 3 juli 2003;
Gelet op het openbaar onderzoek dat gehouden werd van 3 september tot 10 oktober 2003.
Overwegende de hoorzitting met de vertegenwoordigers van de gemeente, evenals de ontwerper van het GemOP, tijdens de voltallige zitting van de Commissie van 9 oktober 2003;
Gelet op de ontvangst op 23 oktober 2003 van het volledig dossier van ontwerp van GemOP van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek;
Gelet op de mogelijkheid die aan de gemeente wordt geboden via de OOPS om haar ontwerpplan te wijzigen in functie van de opmerkingen van het openbaar onderzoek en het advies van de Commissie vooraleer het aan de Regering ter goedkeuring voor te leggen, De Commissie is overgegaan tot een algemene analyse samen met een reeks verregaande analyses inzake precieze elementen evenals een gedetailleerde analyse van de bezwaarschriften en opmerkingen uit het openbaar onderzoek aangezien de termijn die haar wordt toegekend (30 dagen) haar niet in staat stelt om op systematische en diepgaande wijze alle elementen van het ontwerp te onderzoeken.
Zij brengt op 21 november 2003 volgend advies uit. 1. Vorm en inhoud van het ontwerpplan 1.1. Algemene beschouwingen De Gewestelijke Ontwikkelingscommissie is overgegaan tot een vergelijking tussen het basisdossier en het ontwerpplan en heeft nagegaan of dit laatste beantwoord of gevolg geeft aan de adviezen uitgebracht door de adviesorganen en door de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie over het basisdossier en het Regeringbesluit tot goedkeuring ervan;
De Commissie oordeelt dat de gemeente geantwoord heeft op de vragen geformuleerd in haar advies over het basisdossier, met uitzondering van een paar elementen waaraan niet kan tegemoet gekomen worden door de gemeenten tenzij door een actieve medewerking van het Gewest en haar diensten zoals bijvoorbeeld de « stad-kindercontracten », de « huisvestingscontracten »,...;
De Commissie laat opmerken dat het GewOP de gemeenten talrijke keren vermeldt als partners voor de uitvoering van het gewestelijk beleid, dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot op heden niet voldoende een impuls heeft gegeven voor concrete acties om de gemeentelijke initiatieven te doen ontstaan, te steunen en te coördineren en dat deze toestand de gemeenten in een moeilijke situatie brengt, meer bepaald op financieel vlak;
De Commissie meent dat het ontwerp gestructureerd is als een echt politiek ontwerp, dat het coherent en duidelijk de door gemeente gekozen opties tot uiting laat komen evenals de belangrijke ruimtelijke verschillen binnen de gemeente en dat het steunt op een vrij duidelijke diagnose;
Overwegende dat het ontwerpplan globaal de grote opties volgt van het basisdossier;
Overwegende dat dit onder meer werd aangevuld met : -een nieuw hoofdstuk over het overlegbeleid tussen de grote stedelijke actoren en de aangrenzende gemeenten die concreet de belangrijkste problemen samenvatten die behandeld moeten worden met de andere openbare actoren; - een nieuw hoofdstuk gewijd aan de duurzame ontwikkeling; - stuurtabellen voorafgegaan door een methodologische nota en een samenvattende tabel van de belangrijkste uit te voeren bijzondere maatregelen; - verduidelijkingen op het vlak van het erfgoedkundig beleid;
Overwegende dat de « methodologische inleiding » van de stuurtabellen verduidelijkt dat deze het moeten mogelijk maken een balans op te maken van de pertinentie en de doeltreffendheid van de instrumenten die zouden kunnen leiden dat hierop wordt teruggekomen;
De Commissie meent dat de « stuurtabellen » een interessant initiatief zijn voor de fasering van de maatregelen en het bepalen van de betrokken actoren, dat zij licht werpen op de haalbaarheid van het ontwerp en getuigen van de geloofwaardigheid ervan;
Overwegende dat artikel 6 over het besluit van de inhoud van het gemeentelijk ontwikkelingsplan verduidelijkt dat dit een afzonderlijk hoofdstuk moet omvatten over de uit te voeren middelen in samenwerking met de andere openbare overheden;
Overwegende de wens van de gemeente om de relaties met de andere partners op te nemen in haar beleid van openbaar beheer evenals haar bedoeling om over te gaan tot de opmaak van een jaarlijkse balans van het plan;
De Commissie verheugt zich over het initiatief van de gemeente voor het sturen van het plan in de toekomst en over de algemene kwaliteit van het geleverd werk.
Zij vraagt evenwel de benaming van de stuurtabellen te wijzigen omdat het in feite niet gaat om « stuurtabellen » die samengesteld zijn uit indicatoren die het mogelijk maken de evolutie te volgen van de verschillende sectorale aspecten van de gemeente (bevolking, tewerkstelling, huisvesting, enz). De Commissie stelt eerder de term « werkingstabellen van het beleid » voor.
Overwegende dat een reeks gegevens op gerichte wijze werden aangepast ten aanzien van het basisdossier op verschillende tijdstippen volgens de beschikbare onderwerpen en statistieken, zonder systematische aanduiding van de datum of de periode waarnaar ze verwijzen, noch een systematische aanpassing van de tekst; dat bepaalde beschikbare gegevens niet werden aangepast alhoewel zij een specifiek beleid ondersteunen dat vermeld is in de tekst;
De Commissie erkent de inspanning met betrekking tot de aanpassing maar vraagt dat de datum of de periode waarnaar de gegevens verwijzen systematisch zou vermeld worden indien nodig. Dit geldt vooral voor de samenvattende tabellen van de bijlagen.
De Commissie vraagt overigens dat de gegevens die zich baseren op een specifiek doel van het ontwerp zouden aangepast worden uitgaande van de beschikbare gegevens. 1.2. Leesbaarheid - cartografie Overwegende dat het Regeringsbesluit vroeg om de leesbaarheid van de kaarten te verbeteren en een samenvattende kaart te bezorgen met vermelding van de prioritaire interventiegebieden;
De Commissie stelt de toevoeging van een samenvattende kaart van de acties die op het grondgebied waar te nemen zijn op prijs;
Overwegende dat elke kaart voorafgegaan wordt van een systematische invoering van de kaarten in het corpus van de tekst door een specifiek punt waarbij sommige van deze gegevens het cartografisch document op juiste wijze expliciteren en andere een inleiding vormen zonder commentaar;
De Commissie oordeelt dat een eenvoudige verwijzing naar de kaart in het corpus van de tekst kan volstaan op voorwaarde dat de kaart voldoende duidelijk is. Alle namen en tekens van de legende moeten uitdrukkelijk geformuleerd worden en rechtstreeks verwijzen naar elementen van de tekst.
Overwegende dat termen (Masterplan 2015 van de haven van Brussel - federale studie over de openbare ruimten) in de legende van de kaarten staan maar niet gedefinieerd zijn in het ontwerp van GemOP;
De Commissie vraagt dat de gebruikte termen zouden verklaard worden. 1.3. Openbaar onderzoek Overwegende dat de gemeente zich tijdens het openbaar onderzoek ingespannen heeft om in contact te treden met de bewoners en de actoren van de gemeente via verschillende informatiekanalen voor het publiek (uitgave van een speciaal nummer van de gemeentekrant dat aan iedereen wordt verspreid met een GemOP-dossier dat vier samenvattende bladzijden omvat, gratis CD-rom, GemOP-dossier op de internetsite van de gemeente,...; de Commissie verheugt zich over de inspanningen van de gemeente om de inwoners en de drijvende krachten van de gemeente ertoe aan te zetten deel te nemen aan het openbaar onderzoek.
Zij merkt evenwel op dat de resultaten van de openbare raadpleging over het basisdossier (hoeveel personen/verenigingen hebben geantwoord, werden alle lagen van de bevolking bereikt, welke waren de belangrijkste vragen,...) evenals de mate waarin het ontwerpplan heeft rekening gehouden met deze vragen en voorstellen niet op duidelijke wijze tot uiting komen in het ontwerp van GemOP en zij vraagt aan de gemeente deze te verduidelijken; 2. Thematische beschouwingen 2.1. Mobiliteit 2.1.1. Verband GemOP - GemMP (Gemeentelijk mobiliteitsplan) Overwegende dat het mobiliteitsluik van het ontwerp van GemOP bepaalde richtlijnen ter zake vaststelt dat concrete voorstellen worden gedaan in sommige specifieke domeinen, maar dat in andere domeinen het GemOP zich houdt bij algemeenheden; aldus worden de luiken inzake parkeren en vrachtwagens bijvoorbeeld weinig behandeld;
Dat de gemeente in haar ontwerp van GemOP meedeelt dat zij beslist heeft een gemeentelijk mobiliteitsplan op te stellen (GemMP) voor de organisatie van een duurzame mobiliteit voor personen en goederen op het gemeentelijk grondgebied;
Dat dit plan afgerond zou zijn in de loop van 2004;
Dat bepaalde concrete voorstellen vermeld in het huidig GemOP zullen nagegaan worden bij de opmaak van het GemMP;
Dat de gemeente de Commissie ervan heeft op de hoogte gebracht, tijdens de hoorzitting, dat het GemMP zich nu in de « diagnosefase » bevindt welke zal beëindigd zijn eind november, begin december;
Dat het ontwerp van GemMP ter raadpleging zal komen van de bewoners;
Dat de gemeente opmerkt dat het GemMP op gemeentelijk vlak overeenkomt met het IRIS-vervoersplan;
Dat zij tevens melding heeft gemaakt van de moeilijkheid om algemene ideeën op politiek vlak voor te stellen zonder ernstige diagnose;
Dat om een detailniveau te bereiken die het mogelijk maakt concrete maatregelen van aanleg vast te stellen en er op correcte wijze de gevolgen van te meten, men een bijkomende analyse moet maken, die meer gedetailleerd is dan hetgeen mogelijk is in het raam van een GemMP;
Dat de gemeente Molenbeek evenwel bij de eerste gemeenten was in het Brussels Gewest om een GemMP op te maken;
Dat de gemeente onderstreept dat het verband tussen de twee instrumenten op zeer natuurlijke wijze wordt verzekerd op gemeentelijk vlak daar het GemOP eerst wordt goedgekeurd en de richtlijnen bepaalt;
En dat het verband tussen deze twee plannen en het GemMP ten aanzien van het GewOP en het Irisplan ook is voorzien in het raam van de « raamconvenant mobiliteit » en het « protocolakkoord voor de realisatie van een GemMP » die de gemeente heeft afgesloten met het Gewest, de politiezone en de MIVB;
Dat dit verband verloopt via de invoering van een gewestelijk begeleidingscomité dat de coherentie verzekert met de andere plannen;
Dat de inhoud van het GemMP zoals vastgesteld door het bestek het voorwerp heeft uitgemaakt van een goedkeuring van de gewestelijke overheden in het raam van het voormelde protocolakkoord;
Dat het GemOP melding maakt van de verschillende doelstellingen ingesteld in het raam van het contracten van de mobiliteitsconvenant tussen de gemeente, het Gewest, de MIVB en de andere vervoermaatschappijen en de politiezone;
Dat de gemeente in haar GemOP verduidelijkt dat het GemMP zal aangevuld worden door een structuurplan zone 30, woonerven en voetgangerszones;
Dat zij tijdens haar hoorzitting heeft verduidelijkt dat voor dit richtplan zones 30 de studies aan de gang zijn voor het invoeren van de zones 30 voor +/- 50 % van het gemeentelijk grondgebied;
Dat een lijst van de nuttige en noodzakelijke plaatsen werd opgesteld : omgeving scholen, woonwijken, historisch centrum;
Dat bovendien een begeleidingscomité werd opgericht die gewestelijke en gemeentelijke organen omvat;
De Commissie stelt vast dat talrijke belangrijke inlichtingen inzake mobiliteit die behandeld hadden moeten zijn op het vlak van het GemOP, werden afgevoerd en verwezen naar het gemeentelijk mobiliteitsplan ongeacht of deze betrekking hebben op de vaststelling, de voorstellen of de concrete voorstellen voor de uitvoering.
Het GemOP zoals de wetgever dit gewild heeft is het raamplan van het gemeentebeleid, dat de samenhang waarborgt van de gemeentelijke actie in alle bevoegdheids- en activiteitendomeinen van de gemeente. Het GemOP haar « mobiliteits » luik ontnemen gaat in tegen de wil van deze samenhang.
Bovendien stelt de GOC zich vragen bij de risico's op incoherentie of splitsing van het mobiliteitsbeleid binnen de talrijke plannen of programma's (GemOP, structuurplannen zones 30, enz).
Zoals voorzien bij artikel 36, lid 2 van de Ordonnantie houdende Organisatie van de Planning en de Stedenbouw van 29 augustus 1991, geeft het gemeentelijk ontwikkelingsplan aan « voor het volledige grondgebied van de gemeente de doelstellingen en prioriteiten inzake ontwikkeling met inbegrip van ruimtelijke ordening zoals die door economische, sociale verplaatsings- en milieubehoeften worden vereist evenals de middelen die moeten worden aangewend om de aldus bepaalde doelstellingen en prioriteiten te bereiken;
Het Regeringsbelsuit van 12/06/2003 inzake de inhoud van de GemOP bepaalt in dit verband in haar artikel 3, § 1 dat het plan ten minste de volgende onderwerpen moet behandelen : « ... 4° het verkeer, de verplaatsingen, het parkeren en de verkeersveiligheid; » en in par. 2° dat voor elk van de onderwerpen het plan meer bepaald het volgende omvat : 1° de vaststelling van de bestaande feitelijke toestand en van de bestaande rechtstoestand met inbegrip van haar evolutie;2° de grote bestaande of geplande openbare en privé-projecten;3° de gemeente in de gewestelijke context en in haar relatie met haar buren;4° de identificatie van de gewestelijke doelstellingen ter zake;5° de evolutie van de behoeften.» De Commissie dringt bijgevolg aan op de noodzaak om de algemene opties inzake mobiliteit te vermelden in het GemOP : zij kan niet aanvaarden dat de tekortkomingen in deze materie zouden gerechtvaardigd worden door een verwijzing naar het gemeentelijk mobiliteitsplan, te meer daar het niet over een wettelijke basis beschikt en niet verplicht onderworpen is aan een openbaar onderzoek.
In dit verband wenst de Commissie tevens te beklemtonen zoals zij dit gedaan heeft in haar advies over het GewOP, dat het GemMP in feite een uitvoeringsprogramma is van het ontwikkelingsplan. 2.1.2. De specialisatie van de wegen Overwegende dat de specialisatie van de wegen zoals vermeld op kaart 2.8.c kaart 5 « wegen » van het GewOP naleeft (daar zij geen wijzigingen voorstelt);
Dat de voorstellen van wijkverzamelwegen worden voorgesteld op kaart 2.8.c.;
Dat de motivering voor iedere keuze van wijkverzamelwegen ontbreekt;
Dat het plan niet de gevolgen analyseert van deze opties;
Dat er geen concrete voorstellen inzake aanleg of begeleiding worden gedaan voor de uitvoering van deze wijkverzamelwegen;
Dat de voorstellen van de gemeente inzake wijkverzamelwegen sterk betwistbaar zijn;
Inderdaad de wijkverzamelwegen leiden, volgens de definitie van het GBP en het GewOP, het verkeer naar een wijk en brengen het naar een weg van het interwijkennet of van het primair netwerk; het gaat er niet om bijkomende verkeersmogelijkheden doorheen de gemeente of in de woonwijken voor te stellen;
Maar het plan zoals het werd opgesteld zorgt voor bijkomende wijkennetten en bevestigt de nu belaste routes in plaats van een controle van de doorstroming doorheen de mazen voorop te stellen;
Bovendien rijden in het merendeel van deze wijkverzamelwegenbussen en bovendien kan door een toegenomen verkeersdruk geen normale dienst meer gewaarborgd worden terwijl de gemeente overigens over de verbetering van de reissnelheid van het openbaar vervoer waakt;
Dat het karakter van een verzamelweg voor bepaalde wegen niet gepast is zonder begeleidende maatregelen voor een beperking van het doorgaand verkeer;
Dat men het doorlopend karakter van deze verzamelwegen moet vermijden (door tegengestelde eenrichtingsstraten, doodlopende straten, lussen of eender welke gelijkaardige methode die de enige methodes blijken om deze wijken te beschermen);
De Commissie heeft akte genomen van de bijkomende informatie van de gemeente tijdens de hoorzitting en meer bepaald het feit dat verzamelwegen met een doorlopend tracé zouden onderbroken worden door maatregelen met betrekking tot het verkeer. Zij meent dat deze verduidelijkingen moeten vermeld worden in het plan. 2.1.3. Openbaar vervoer Overwegende dat het luik van het openbaar vervoer goed uitgebouwd is in de analyse van de bestaande toestand (het GemOP analyseert de verkeersmoeilijkheden van het bovengronds openbaar vervoer op haar grondgebied lijn per lijn : de trams 18 en 32, de bussen van de MIVB 14, 20, 49, 63, 84, 85, 89, de bussen van De Lijn,...) en de behoeften maar geeft geen detail van de oplossingen;
Dat de opties van de gemeente op het vlak van openbaar vervoer in onafhankelijke baan (metro en spoorweg) duidelijk en behoorlijk gemotiveerd zijn;
De Commissie deelt de opties van de gemeente op het vlak van openbaar vervoer. Zij vraagt om de geplande maatregelen te detailleren ten einde de reissnelheid van het bovengronds openbaar vervoer te verbeteren op de wegen beheerd door de gemeente.
Met betrekking tot deze problemen van reissnelheid van het openbaar vervoer vestigt de Commissie de aandacht op het advies van het BUV dat opmerkt dat de problemen vooral liggen bij het statuut van de « feitelijke wegen voor doorstromend verkeer » op de wegen die gebruikt worden door trams en bussen.
Het volstaat melding te maken van de gemeentelijke initiatieven teneinde deze toestand te verhelpen.
De Commissie neemt akte van het antwoord van de gemeente dat op de gemeentelijke wegen de structurele maatregelen voor de uitvoering van de verbetering van de reissnelheid op deze wegen afhangt van een complexe studie voor een globale reorganisatie van het verkeer die het kader van het GemOP overschrijdt en dat deze elementen zullen verduidelijkt worden in het GemMP. Betreffende de gerechtvaardigde aanvragen - omdat ze beantwoorden aan de globale logica voor de verbetering van de regelmaat en de reissnelheid van het openbaar vervoer van het GewOP - van de gemeente op de gewestelijke assen, moet men een overleg plegen met de MIVB en de gewestelijke instellingen die haar mede-contractanten zijn in het raam van de uitvoering van hun GemMP. Dit overleg zou meer bepaald moeten handelen over de volgende punten : - de verbetering van de reissnelheid (meer bepaald de trams 82, 83, bussen 20 en 89); - de problemen van overstap (bijvoorbeeld : tussen de metro graaf van Vlaanderen en Ossegem en de andere middelen voor openbaar vervoer die de gemeente aandoen; - de problemen van toegankelijkheid van bepaalde stations (Beekkant, Weststation); - de verbetering van de doeltreffendheid van het openbaar vervoer in de avond en het weekend met inbegrip van de lijnen van het openbaar vervoer die de rand bedienen en die tevens moet zorgen voor een performante binnenstedelijke bediening, (bijvoorbeeld door de aanleg van een eigen bedding voor bussen op de Ninoofse steenweg).
De Commissie steunt het voorstel van de gemeente voor de aanleg van een rechtstreekse verbinding tussen het Westen van de gemeente en het centrum ervan door opnieuw een autobuslijn in te voeren (bus 85) op het gedeelte van de Gentsesteenweg tussen Karreveld en Zwarte Vijvers die nu niet meer bestaat. Deze maatregel zou inderdaad een onmiddellijke (voorlopige) oplossing brengen voor de verbinding die vermeld staat op kaart 6 van het GewOP voor een « te bestuderen lijn in onafhankelijke baan ».
De gemeente moet ook in haar GemOP voorstellen doen ten aanzien van de problemen met betrekking tot de toegankelijkheid van bepaalde stations en de overstap van een bepaalde openbare vervoersmodus naar een andere (bepaalde stedenbouwkundige maatregelen, inrichtingen,enz.). 2.1.4. Parkeren Overwegende dat het luik parkeren zwak is uitgebouwd;
Dat het GemOP er zich toe beperkt de uitbouw van het luik parkeren te verwijzen naar het toekomstig GemMP en enkel de (algemene) doelstellingen vermeldt waarbij op de kaart 2.8.c. de « zones waar de parkeerproblemen bij voorrang moeten worden bestudeerd » worden vermeld;
Dat het document verduidelijkt dat een eerste algemene analyse aangeeft dat vooral in het historisch centrum de parkeerdruk op de openbare ruimte zeer groot is;
Dat de problematiek nog niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een concreet ontwerp;
Dat de inventaris van de parkeerbehoeften per wijk ontbreekt;
Dat de gemeente, tijdens de hoorzitting, heeft verduidelijkt, dat daar de tellingen nog aan de gang waren, het bij deze stand van zaken onmogelijk was om verduidelijkingen te geven op het vlak van parkeren, doorgaand verkeer, enz;
De Commissie vraagt, om de verplichtte inhoud van het GemOP in acht te nemen, krachtens de OOPS en het Regeringsbesluit over de inhoud van de GemOP, om het parkeerluik te vervolledigen met de definitie van de doelstellingen en de uit te voeren middelen en het verband tussen de tekst en kaart 2.8.c. te verbeteren, meer bepaald op het vlak van de « zones waar de parkeerproblemen bij voorrang moeten worden bestudeerd ». 2.1.5. Vrachtwagens Overwegende dat de problematiek van de vrachtwagens maar nauwelijks aan bod komt in het ontwerp van GemOP;
Dat de belangrijkste assen en wijken met betrekking tot de vrachtwagens maar kort worden aangehaald;
Dat op het vlak van het beleid, de gemeente de algemene principes deelt van het GewOP ter zake en zich verheugd over het feit dat de toegang voor vrachtwagens enkel op selectieve wijze mogelijk is in het historisch Molenbeek;
Dat de gemeente voor het overige verwijst naar het GemMP;
Dat zij er in samenwerking met de GOMB zal bestuderen wie over de expertise beschikt op het vlak van de economische activiteiten, de vermindering van het aantal lokale wegen of wegen van het wijkennet die toegankelijk zijn voor de vrachtwagens;
De Commissie vraagt dat het GemOP de doelstellingen en de uit te voeren maatregelen zou formuleren op het vlak van de verkeersproblematiek en het parkeren van vrachtwagens. Het gaat hem inderdaad om een belangrijk onderwerp gelet meer bepaald op : - de belangrijke verkeersconcentratie voor de ondernemingen ten westen van Brussel; - het feit dat de bewoners van verschillende verkeersassen klagen over de aanwezigheid van vrachtwagens 's nachts in de woongebieden.
Overwegende dat de gemeente gekant is tegen het gewestelijk ontwerp (GewOP, afb. 109) van parkeerplaatsen voor lange duur voor vrachtwagens op een deel van de site van het Weststation;
Dat ieder ontwerp van GemOP moet rekening houden met de bestaande gewestelijke plannen;
Dat de gemeente in haar ontwerp van GemOP verduidelijkt dat de afwerking van de kleine ring de rol bevestigt van het Weststation (welke het eindpunt wordt van lijn 1A) als belangrijkste vervoerspool ten westen van het Gewest;
Dat tijdens de hoorzitting de gemeente heeft geargumenteerd dat het historisch Molenbeek een zeer dichte wijk is met veel hinder die nog zou verergerd worden door de aanwezigheid van vrachtwagens; dat zij meent dat het parkeren van vrachtwagens beter op andere plaatsen zou gespreid worden (zoals in de grondreservegebieden bijvoorbeeld);
Dat in de aanvullende informatie de gemeente eveneens de volgende argumenten heeft vermeld : - de voorgestelde ligging ligt buiten het middelpunt van de industrie-as en zal bijgevolg onnodige trajecten meebrengen door dicht bewoonde wijken. De voorgestelde site is overigens zelf gevestigd binnen een dicht bewoonde wijk. Een dergelijke infrastructuur zal onvermijdelijk belangrijke hinder meebrengen voor de talrijke bewoners (vervoer, lawaai, vervuiling). Een ligging binnen een meer industriële zone en dichter bij een industrie-as zou beter aangepast lijken; - op het GBP is de site van het Weststation vermeld binnen een Gebied van Gewestelijk Belang en op het GewOP binnen een hefboomgebied. Haar toekomst voorziet de uitbouw van een belangrijk vastgoedprogramma dat weinig verenigbaar is op het vlak van aantrekkelijkheid, met een infrastructuur voor een parking voor vrachtwagens.
De Commissie oordeelt dat de gemeenten hun bezwaren konden kenbaar maken gedurende de procedure voor openbaar onderzoek van de ontwerpen van GBP en GewOP en dat, daar deze plannen reeds definitief werden goedgekeurd, men niet moet trachten om via de GemOP reeds eerder geformuleerde bezwaren opnieuw in te dienen maar wel om de « gewestelijke plannen na te leven » (art. 36 van de OOPS) en deze uit te voeren. 2.1.6. Voetgangers en fietsers Overwegende de thematische kaart 2.8.a van de ontwerpen inzake voetgangers- en fietsverkeer;
Dat op niveau van het fietsverkeer het GemOP verschillende voorstellen doet om het gebruik van de fiets te bevoordelen : - een belangrijke rol spelen in de initiatieven ten gunste van de combinatie fiets-openbaar vervoer; - het Gewestelijk netwerk van fietsroutes aanvullen door gemeentelijke fietsroutes zodat een netwerk wordt uitgebouwd voor de hele gemeente en dat de activiteitspolen, de verplaatsingspolen en de ontspanningsruimten met elkaar verbindt : het GemOP stelt 5 gemeentelijke fietsroutes voor waarvan het tracé moet vastgelegd worden door het GemMP; - de snelheid van het autoverkeer verminderen in het raam van het richtplan zone 30; - binnen heel de gemeente en bij voorrang de handelspolen, culturele polen en vervoerspolen uitrusten met inrichtingen voor het parkeren van fietsen; - op het vlak van de nieuwe federale reglementering die in het algemeen de fietsers toelaat om in beide richtingen te rijden in de eenrichtingsstraten die breder zijn dan 3 m : aandacht hebben voor de toepasingsmodaliteiten van de reglementering in het bijzonder op het vlak van de veiligheid; - een informatie- en communicatiebeleid voeren samen met de fietsersverenigingen;
Dat de gemeente het noodzakelijk vindt om de toestand van de fietsers te verbeteren op de grote assen zoals de Mettewielaan, de Leopold-II-laan (gewestelijke assen), de as Karreveld-Piron-Baeck : aanleg van fietspaden en aanpassing van de kruispunten;
De Commissie deelt de opties van de gemeente maar vraagt om deze te verduidelijken.
Wat betreft de toepassing van de reglementering die de fietsers toelaat om in beide richtingen te rijden in de eenrichtingsstraten zet de Commissie de gemeente ertoe aan een meer voluntaristische houding aan te nemen te meer daar de toelagen ter zake bestaan.
Ten aanzien van de vragen van de gemeente om verbeteringen aan te brengen ten gunste van de fietsers op de gewestwegen, zou de gemeente een belangrijke rol kunnen spelen voor het opstarten van het overleg met de organen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van die assen.
Wat het voetgangersverkeer betreft zou er een bijzondere aandacht moeten geschonken worden aan de problematiek van de slechtzienden door een systematisering van de geleiding nabij de oversteekplaatsen. Het in aanmerking nemen van personen met beperkte mobiliteit moet tevens worden opgenomen. De maatregelen die de gemeente hiertoe plant moeten eveneens verduidelijkt worden op het vlak van het GemOP. 2.2. Bevolkings- en huisvestingsbeleid Overwegende de voorrang die door het GewOP gegeven wordt aan de residentiële aantrekkelijkheid en het sociaal evenwicht;
Overwegende de voorrang die door het GewOP gegeven wordt aan de waarborg voor alle Brusselaars voor een degelijke en betaalbare woning waarbij talrijke malen beroep gedaan wordt op gemeentelijke initiatieven zowel op het vlak van de doelstellingen als het invoeren van instrumenten ter bevordering van een dynamisch huisvestingsbeleid in het raam van de prioriteiten bepaald door het Gewest; dat het GewOP expliciet wijst op de wens van het Gewest dat de gemeenten in het raam van hun GemOP alle instrumenten zouden gebruiken ten einde het sociaal woningenpark uit te breiden;
Overwegende het besluit van de BHR en/of het advies van de GOC inzake het basisdossier : - dat vraagt dat het ontwerp van GemOP het potentieel aan bijkomende woningen kwantificeert welke het beleid en de voorgestelde projecten kunnen overwegen in Molenbeek; - dat de aandacht van de gemeente vestigt op de negatieve gevolgen van een te grote dichtheid binnen het historisch Molenbeek; - dat voorstelt om het beleid voor de bouw van woningen niet te concentreren op de kleine woningen voor alleenstaanden;
Overwegende dat de reclamanten oordelen dat bevolkingsdichtheid te hoog is in bepaalde wijken;
Overwegende dat het GemOP globaal gesproken het beleid volgt vooropgesteld door het GewOP inzake demografie en huisvesting; dat het vooral de klemtoon legt op de bevordering van de aantrekkelijkheid van de gemeente, het « recht op de huisvesting » en de « sociale gemengdheid ».
Gelet op de antwoorden van de gemeente op de vragen van de Commissie;
De Commissie stelt de bezorgdheid van de gemeente op prijs om de woningen toegankelijk te houden voor de bestaande bevolking bij gelegenheid van de operaties voor herwaardering van de wijken. De Commissie vraagt de gemeente om een betere evaluatie te doen van het aantal gerealiseerde woningen en de geplande, in de programma's voor wijkcontracten en van de GOMB, in het nieuw hoofdstuk gewijd aan de programmacontracten.
De Commissie dringt er tevens op aan dat het GemOP een schatting zou geven van het potentieel aan bijkomende woningen, los van de programma's voor wijkcontracten en die van de GOMB in het bijzonder voor de zones « met opportuniteiten voor nieuwe woningen » zoals vermeld op kaart 1.2. « bevolking en huisvesting »; en dat het de vaststelling waarop de doelstelling voor de bouw van woningen voor alleenstaande personen gebaseerd is zou rechtvaardigen, actualiseren of relativeren. 2.3. Sociaal beleid en beleid inzake collectieve voorzieningen Overwegende dat het GewOP voorrang geeft aan het antwoord op de sociale behoeften, in het bijzonder ten aanzien van de kwetsbare bevolking evenals voor bepaalde bevolkingsgroepen of leeftijdsgroepen zoals kinderen of bejaarden;
Overwegende talrijke niveau's van de overheden en bevoegde instellingen voor deze materies op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Gewest wenst dat er een overleg zou gebeuren voor deze onderwerpen, meer bepaald op gemeentelijk vlak;
Overwegende dat het GemOP globaal genomen de oriëntaties volgt van het GewOP op sociaal vlak door een bijzondere klemtoon te leggen op de « sociale cohesie ».
De Commissie stelt globaal genomen de kwaliteit op prijs van de gestelde diagnose en de klemtoon op de sociale cohesie. 2.4. Veiligheids- en preventiebeleid De Commissie neemt akte van de gerealiseerde actualisering van dit hoofdstuk ten aanzien van het basisdossier. 2.5. Beleid inzake economie tewerkstelling en handel Overwegende de noodzaak om de leegstaande industrieruimten te herbestemmen voor nieuwe economische activiteiten en niet enkel voor culturele of sociale activiteiten; de Commissie keurt de wil van de gemeente goed om de economische herbestemming te bevorderen van leegstaande industriegebouwen, meer bepaald met de hulp van de GOMB. Overwegende dat het ontwerp van GemOP de aan de gang zijnde operaties van handelskernen aan de Ninoofsesteenweg (Hertogin/kanaal) hebben afgerond waar het handelskarakter van de wijk moet beschermd worden;
De Commissie stelt vast dat het duurzaam karakter van het beleid van de handelskernen en bijgevolg van de ontwikkeling van het gemeentelijk beleid op middellange en lange termijn enkel afhangen van de gewestelijke financiering. 2.6. Beleid inzake openbare ruimte, leefmilieu en erfgoed Overwegende dat het ontwerp van GemOP globaal beantwoordt aan de verwachtingen van het GewOP inzake leefmilieu en openbare ruimten;
Overwegende dat de gemeente de opties van het gewestelijk beleid goedkeurt en haar argumentaties hierop steunt;
Overwegende dat de materies van dit hoofdstuk in het centrum staan van de bekommernissen van de gemeente en dat het ontwerpplan op gedetailleerde wijze beantwoordt aan verschillende aspecten van deze materie - meer bepaald inzake openbare ruimten - door de ruimtelijke verschillen binnen het gemeentelijk grondgebied tot uiting te laten komen;
Overwegende dat het beleid inzake openbare ruimten getuigt van coherentie, een duidelijke gedragslijn laat zien en onderverdeeld is in 4 belangrijke interventiegroepen; dat het schema van de openbare ruimten (herstructurering en herbenaming) het mogelijk maakt de interventies precies te lokaliseren;
De Commissie stelt de algemene kwaliteit op prijs van het ontwerpplan inzake het beleid.
Overwegende het belang dat gehecht wordt aan het erfgoedkundig beleid;
Overwegende dat de datum voor de aanpassing van de gegevens over de beschermde eigendommen niet gepreciseerd wordt daar waar de gegevens een bestaande rechtstoestand moeten weergeven;
De Commissie meent dat men die datum moet vermelden en dat de lijst desgevallend moet aangepast worden.
Overwegende dat het ontwerp het te voeren beleid detailleert inzake de verbetering van de binnenterreinen van huizenblokken;
De Commissie herinnert eraan dat de bescherming van de binnenterreinen van huizenblokken en hun herwaardering een fundamentele doelstelling is zowel van het GBP als van het GewOP. Zij herinnert er tevens aan dat de milieuvergunningen per definitie van beperkte duur zijn (15 jaar) zodat de uitreikende overheid de pertinentie van de activiteit kan herevalueren.
Overwegende dat de reconversie van het industrieel erfgoed en de strijd tegen de ongezonde woningen zich beperkt tot de hoofdstukken huisvesting, economie, voorzieningen;
Overwegende dat de gemeente tijdens haar hoorzitting heeft meegedeeld een belasting te innen op de leegstaande gebouwen;
De Commissie betreurt dat deze problematiek niet rechtstreeks in verband wordt gebracht met het beleid inzake openbare ruimten en erfgoed. Zij vraagt tevens dat het beleid inzake de leegstaande gebouwen uitdrukkelijk zou vermeld worden in het plan.
Overwegende de duidelijke belangstelling voor de bescherming voor het erfgoed weergegeven in het ontwerpplan;
De Commissie is verwonderd deze problematiek niet terug te vinden in de stuurtabellen.
Overwegende dat de Commissie in haar advies over het basisdossier gevraagd heeft dat de gemeente haar beleid inzake afwatering zou verduidelijken in het ontwerpplan, dat het Regeringsbesluit over de inhoud vraagt dat de kaart zou opgesteld worden van de bestaande toestand op het vlak van de afwateringsinfrastructuur;
De Commissie neemt akte dat de gemeente verklaard heeft tijdens haar hoorzitting de totaliteit van haar bevoegdheden ter zake te hebben overgedragen aan de BrIS. 2.7. Strategische sites Overwegende dat het Regeringsbesluit vroeg dat het ontwerpplan de gemeentelijke intenties zou detailleren inzake de ontwikkeling van de site van het Weststation;
De Commissie wijst op het enorm potentieel van de site, dat gelegen is binnen een GGB en goed bediend door het openbaar vervoer (metro, GEN, treinen). Zij is verwonderd dat de gemeente niet verder is gegaan met de definitie van de doelstellingen die zij vooropstelt met het oog op het Regeringsbesluit dat het programma van deze zone definieert.
Indien het GBP voorziet dat het GGB nr. 3 een groene ruimte van minimum één hectare moeten omvatten dan stelt de Commissie voor dat, gelet op de omvang van de site de gemeente aangeeft dat deze ruimte aaneenliggend zal gerealiseerd worden ten einde een echt park te zijn.
Overwegende de streefdoelen die gebonden zijn aan de herwaardering van de omgeving van het kanaal en de noodzaak van een sterke coördinatie tussen de gemeenten en het Gewest;
De Commissie waardeert de voorrang die gegeven wordt aan de herwaardering van de kanaalomgeving en haar overbruggingen voor het gedeelte tussen het Hertogin van Brabantplein en de Delacroixstraat en dringt aan op de coördinatie die moet verzekerd worden door het Gewest.
Overwegende dat het ontwerp van GemOP een overzicht omvat van de te nemen maatregelen voor een verbetering van de toestand van het verval van de Heyvaertwijk maar dat deze een graad van detail hebben die onvoldoende lijkt;
Overwegende de bijkomende informatie die door de gemeente werd gegeven tijdens de hoorzitting;
Overwegende de belangrijke weerslag van de aanwezigheid van de autohandelaars in de Heyvaertwijk;
De Commissie vraagt dat het plan meer details geeft over de strategie inzake de sanering van de autohandels en de heropleving van de wijk, over de reglementaire en controle-instrumenten (bvb. belasting op de autohandels) evenals over de coördinatie met de gemeente Anderlecht;
Overwegende dat in haar advies over het basisdossier de Commissie zich vragen stelde over de weerslag van de inrichting van de site Thurn & Taxis op de scheepvaartwijk;
De Commissie neemt akte van de uitleg die gegeven werd door de gemeente tijdens haar hoorzitting inzake het recent akkoord over het wijkcontract met dezelfde naam waarvan het programma een eigen identiteit wil geven aan dit deel van de gemeente, meer bepaald via een luik over economie, cultuur en huisvesting. 2.8. Bijzondere bestemmingsplannen Overwegende dat de analyse van de BBP is gebeurd na het in aanmerking nemen van de historiek van het dossier, de reeds geproduceerde resultaten van de plannen en hun uitwerking, de overeenkomst ten aanzien van het GBP en de doelstellingen van het ontwerp van GemOP;
Daar de Commissie de tijd noch de middelen heeft om een diepgaande studie uit te voeren over de kwestie, houdt zij zich bij het advies van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting dat hierbij wordt gevoegd (doc. 1336) en keurt meer bepaald de door de gemeente voorgestelde opheffing goed van het BBP nr. 6c « Scheutbos » (nr. BROH : 24) met het oog op het in overeenkomst brengen met het GBP (parkgebied), ondanks het verzet van een reclamant.
De bijlage (doc. 1336) waarvan sprake in de vorige paragraaf is op aanvraag verkrijgbaar bij het Secretariaat van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie - CCN, Vooruitgangstraat 80, bus 1, 7e verdieping, 1035 Brussel; tel. 02-204 23 76; fax. 02-204 15 24.
J. SIMONET