gepubliceerd op 08 september 2003
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 26 juni 2003 in zake F. Smeets en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 30 juni 2003, hee « Is artikel 1675/13, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, in zoverre het in het raam van het op(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 26 juni 2003 in zake F. Smeets en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 30 juni 2003, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is artikel 1675/13, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, in zoverre het in het raam van het opstellen van een gerechtelijke aanzuiveringsregeling niet toestaat dat kwijtschelding wordt verleend aan een gefailleerde wiens faillissement onverschoonbaar is verklaard, strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en roept het een niet verantwoorde discriminatie in het leven ten aanzien van de doelstellingen van de wet, doordat : - enerzijds, het de schuldeisers van de gefailleerden wier faillissement onverschoonbaar is verklaard het voordeel ontzegt van de procedure van de collectieve schuldenregeling zoals georganiseerd bij de wet van 5 juli 1998, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 juli 1998 en in werking getreden op 1 januari 1999, zoals gewijzigd bij de wet van 19 april 2002, - anderzijds, het de verzoeker, niet-verschoonde gefailleerde, het voordeel ontzegt van de procedure, terwijl de verzoeker, niet-handelaar, de procedure kan genieten zelfs indien hij, teneinde kredieten te verkrijgen die zijn financiële draagkracht overstijgen, bewust valse verklaringen heeft afgelegd en onverschoonbare fouten heeft gemaakt bij het beheer van zijn patrimonium ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2745 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.