gepubliceerd op 16 juli 2003
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 23 mei 2003 in zake D. Thonon tegen N. Gochel, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 30 mei 2003, « Schendt artikel 335, § 1 en § 3, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, in samenhang g(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 23 mei 2003 in zake D. Thonon tegen N. Gochel, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 30 mei 2003, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 335, § 1 en § 3, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, in samenhang gelezen met artikel 319bis van het Burgerlijk Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het ertoe leidt dat een kind de naam van zijn vader niet kan dragen zonder de instemming van de moeder, terwijl de afstamming van vaderszijde en die van moederszijde werden vastgesteld door gelijktijdige stappen van de vader en de moeder, waarbij deze laatste heeft ingestemd met de vaststelling van de afstamming van vaderszijde ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2707 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.