gepubliceerd op 29 oktober 2002
Ontwerp van milieuovereenkomst betreffende de uitvoering van de terugnameplicht voor versleten banden. - Bericht Overeenkomstig artikel 5, § 2, van het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten deelt de Waalse Regerin Geschreven opmerkingen kunnen binnen een maand na deze bekendmaking gericht worden aan de « Office (...)
Ontwerp van milieuovereenkomst betreffende de uitvoering van de terugnameplicht voor versleten banden. - Bericht Overeenkomstig artikel 5, § 2, van het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten deelt de Waalse Regering mee dat ze op 10 oktober 2002 het onderstaande ontwerp van overeenkomst in eerste lezing heeft aangenomen.
Geschreven opmerkingen kunnen binnen een maand na deze bekendmaking gericht worden aan de « Office wallon des Déchets » (Waalse dienst voor afvalstoffen), avenue Prince de Liège 15, te 5100 Jambes.
De Regering en de instellingen die het ontwerp van overeenkomst hebben opgemaakt, zullen de ingediende opmerkingen en adviezen onderzoeken en, in voorkomend geval, het ontwerp van overeenkomst wijzigen alvorens het definitief aan te nemen.
Ontwerp van milieuovereenkomst betreffende de uitvoering van de terugnameplicht voor versleten banden Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, zoals gewijzigd bij het programmadecreet van 19 december 1996 houdende verschillende maatregelen inzake financiën, tewerkstelling, milieu, gesubsidieerde werken, huisvesting en sociale actie, bij het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, gedeeltelijk vernietigd door het arrest nr. 81/97 van het Arbitragehof van 17 december 1997, inzonderheid op artikel 8, 2°, gewijzigd bij het programmadecreet van 17 december 1997 houdende verschillende maatregelen inzake belastingen, taksen en retributies, huisvesting, onderzoek, milieu, plaatselijke besturen en vervoer, bij het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, bij het decreet van 15 februari 2001 houdende wijziging van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, bij het decreet van 20 december 2001 en het decreet van 19 september 2002;
Gelet op het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan;
Gelet op de bekendmaking van het ontwerp van milieuovereenkomst betreffende de uitvoering van de terugnameplicht voor versleten banden in het Belgisch Staatsblad van 26 oktober 2002, aangekondigd in twee Franstalige dagbladen, in een Duitstalig dagblad en op de website van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu en het Directoraat-generaal Technologieën, Onderzoek en Energie;
Gelet op de kaderovereenkomst van 9 februari 1998 betreffende de inzameling en de verwerking van versleten banden;
Overwegende dat enkele punten van de kaderovereenkomst van 9 februari 1998 over de inzameling en de verwerking van versleten banden aangepast moeten worden om te voldoen aan de terugnameplicht voor versleten banden;
Overwegende dat de betrokken sector enkele initiatieven heeft genomen om hindernissen uit de weg te ruimen;
Overwegende dat de betrokken sector een oplossing zoekt voor de versleten banden die onder de terugnameplicht vallen;
Overwegende dat de betrokken sector de ophaling en de behandeling van versleten banden wil optimaliseren zonder de economische en concurrentiële aspecten uit het oog te verliezen, DE VOLGENDE PARTIJEN : 1° Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, zelf vertegenwoordigd door de heer J.-Cl. Vancauwenberghe, Minister-President van de Waalse Regering, en door de heer Michel Foret, Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu; hierna het Gewest genoemd; 2° de representatieve verenigingen van de volgende ondernemingen : - de « a.s.b.l. Fédération du Matériel pour l'Automobile », gevestigd Woluwelaan 46, bus 12, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer C. Beert, die de volgende groeperingen vertegenwoordigt : * de Groepering van Invoerders, Agenten en Fabrikanten van Onderdelen, Accessoires, Banden en Producten, Gereedschap en Uitrustingen voor Garages en Carrosseriebedrijven, ter vertegenwoordiging van de bandenfabrikanten en -invoerders, vertegenwoordigd door de heer Léon Nélissen, voorzitter; * de groepering van bandenspecialisten, vertegenwoordigd door de heer Jean-Jacques Berael, voorzitter; - de « a.s.b.l. Association belge de l'Industrie du Caoutchouc », gevestigd Marie-Louisesquare 49, te 1000 Brussel; - de « a.s.b.l. GDA, Groupement des Distributeurs et Agents de Marques automobiles » gevestigd Woluwelaan 46, bus 10, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Alfons Vervloet, voorzitter; - de « a.s.b.l. REPARAUTO », gevestigd Woluwelaan 46, bus 10, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer L. Anthonissen, voorzitter; - de « a.s.b.l. Groupement des Négociants en Véhicules d'occasion », gevestigd Woluwelaan 46, bus 10, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Alain Seigneur; - de « a.s.b.l. Groupement des Vendeurs de Carburants de Belgique », gevestigd Woluwelaan 46, bus 10, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Dirk Vanmeerhaeghe, voorzitter, hierna de Verenigingen genoemd;
Komen hetgeen volgt overeen :
Artikel 1.Juridisch kader.
De milieuovereenkomst wordt gesloten door bovenvermelde partijen krachtens het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten. Deze overeenkomst is dwingend voor bovenvermelde partijen en voor alle leden van de verenigingen die daartoe opdracht hebben gegeven aan hun vereniging. Een lijst van de leden van de verenigingen die opdracht hebben gegeven, wordt ter beschikking gesteld van de « Office wallon des Déchets ».
Bovenvermelde partijen verbinden zich ertoe hun leden uitvoerig te informeren over de verplichtingen die deze overeenkomst met zich meebrengt.
Art. 2.Begripsomschrijving en toepassingsgebied. § 1. De begrippen en definities bedoeld in het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en in het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan zijn van toepassing op deze overeenkomst, onverminderd de aanvullende definities waarin deze overeenkomst voorziet. § 2. Deze overeenkomst heeft betrekking op de volgende rubberbanden : - rubberbanden voor toerismewagens bestemd voor het personenvervoer van maximum 8 zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend (categorie M1); - rubberbanden voor bestelwagens en vrachtwagens van maximum 3,5 ton (categorie N1); - rubberbanden voor motoren; - rubberbanden voor landbouwtractoren; - rubberbanden voor landbouwmachines; - rubberbanden voor civieltechnische werktuigen; - rubberbanden voor autobussen. § 3. Voor de uitvoering van deze overeenkomst wordt verstaan onder : a) publiekrechtelijke rechtspersoon : de publiekrechtelijke rechtspersoon die op zijn grondgebied verantwoordelijk is voor de ophaling van huisvuil, overeenkomstig artikel 21 van het decreet betreffende de afvalstoffen;b) milieuheffing : financiële bijdrage als vergoeding voor de beheerskosten van versleten banden;c) dienst : de « Office wallon des Déchets », gewestelijke onderneming bedoeld in artikel 34 van het decreet betreffende de afvalstoffen; d) beheersinstelling : v.z.w. opgericht door de verenigingen overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan.
Art. 3.Doel van de overeenkomst. § 1. De overeenkomst bepaalt de wijze van tenuitvoerlegging van de terugnameplicht voor versleten banden overeenkomstig hoofdstuk 3 van het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan t.o.v. de leden van de verenigingen die opdracht hebben gegeven.
Overeenkomstig de bepalingen van het het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan houdt de terugnameplicht in dat de eindverkoper verplicht is, wanneer een consument een product koopt, het gelijkwaardige product waarvan de consument afstand doet, gratis terug te nemen. De aangenomen versleten banden moeten vervolgens regelmatig ingezameld worden bij de eindverkopers.
De terugnameplicht impliceert tevens voor de leden van de beheersinstelling de kosteloze terugname van versleten banden door de publiekrechtelijke rechstpersonen, overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002. § 2. De uitvoering van de milieuovereenkomst moet leiden tot de inzameling van alle banden uit de vervangingsmarkt. De banden die onmiddellijk hergebruikt kunnen worden als tweedehandsbanden of die in aanmerking komen voor loopvlakvernieuwing, zullen zo veel mogelijk gesorteerd worden.
De bedoeling is dat minstens 25 % van de aangenomen banden gecoverd worden. De beheersinstelling zal daartoe de nodige akkoorden sluiten met de economische sectoren en zal een vergelijkend onderzoek doen naar de resultaten van de covering in het Waalse Gewest en in andere landen. § 3. Banden die niet hergebruikt kunnen worden, zullen bij voorkeur gerecycleerd worden. Vanaf 2005 moet een recyclingpercentage van 20 % van de aangenomen versleten banden bereikt worden. De overige versleten banden moeten gerecycleerd worden door verbranding met energieterugwinning.
Eén jaar na de uitvoering van dat akkoord zal de beheersinstelling een fasenplan voorleggen aan de « Office wallon des Déchets », met een overzicht van de verschillende initiatieven die genomen zullen worden om de doelstellingen geleidelijk aan tegen het jaar 2005 te bereiken.
De tussendoelstellingen zullen geformuleerd worden met inachtneming van o.a. de reeds geboekte resultaten, de nieuwe technologische ontwikkelingen en een raming van de afzetmogelijkheden.
Art. 4.Preventie. § 1. De beheersinstelling zal de nodige preventie-initiatieven nemen.
Die initiatieven kunnen betrekking hebben op : - de informatie van de bestuurders over de mogelijkheden inzake bandengebruik op lange termijn; - het zoeken naar mogelijkheden betreffende de verlenging van de levensduur zonder andere aspecten in het gedrang te brengen, zoals de veiligheid en andere milieueffecten, meer bepaald door gegevens in te zamelen en aan de leden door te sturen; - de kwalitatieve preventie. § 2. Om de in § 1 bepaalde doelstellingen te halen, moet de beheersinstelling een preventieplan uitwerken ter bevordering van de kwantitatieve en kwalitatieve preventie. Zes maanden na de ondertekening van deze overeenkomst moeten de « Office wallon des Déchets » en de beheersinstelling een akkoord sluiten over de inhoud en de evaluatiecriteria van het preventieplan. Dat plan moet aan de « Office » voorgelegd worden binnen twaalf maanden na de ondertekening van deze overeenkomst.
Als de « Office » het plan onvoldoende acht, mag hij in voorkomend geval en mits motivering verzoeken om de gedeeltelijke of grondige herziening ervan. Het plan wordt geëvalueerd en, in voorkomend geval, jaarlijks in overleg met alle betrokken partijen bijgewerkt.
Art. 5.Inzamelling van versleten banden bij de publiekrechtelijke rechtspersonen. § 1. De versleten banden worden in opdracht van de beheersinstelling door een ophaler ingezameld bij de publiekrechtelijke rechtspersonen. § 2. Met het oog op de uitvoering van § 1 van dit artikel zal de beheersinstelling een akkoord sluiten met de betrokken publiekrechtelijke rechtspersonen. Deze overeenkomst stemt volledig overeen met het model van overeenkomst dat de beheersinstelling moet opstellen in het kader van de uitvoering van dit artikel. Dat akkoord regelt met name de praktische modaliteiten voor de inzameling van versleten banden met het oog op de verwerking ervan. De beheersinstelling zal enkel de rechtstreekse kosten voor de inzameling en de verwerking van de versleten banden dragen. Het model van dat akkoord wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de « Office », die de « CODIPEC » om advies zal verzoeken. § 3. De beheersinstelling zal de « Office » kennis geven van de publiekrechtelijke rechtspersonen met wie een overeenkomst is gesloten.
Art. 6.Inzameling van versleten banden bij de eind- en tussenverkopers. § 1. De versleten banden ingezameld door de eind- en tussenverkopers overeenkomstig de terugnameplicht worden ofwel aan de tussenleverancier van nieuwe banden teruggegeven, ofwel naar een inzamelpunt gevoerd waar ze in opdracht van de beheersinstelling door een ophaler ingezameld zullen worden. De versleten banden die aan de tussenleveranciers teruggegeven worden, worden voorlopig bij hen opgeslagen en ingezameld door een door de beheersinstelling aangewezen ophaler. § 2. Met het oog op de praktische organisatie van de in § 1 bedoelde inzameling van versleten banden worden de verenigingen die de eind- en tussenverkopers vertegenwoordigen om advies verzocht. De beheersinstelling zal daartoe een inzamelplan voor versleten banden opmaken. Dat plan zal onderworpen worden aan het advies van de « Office ». § 3. De beheersinstelling zal de « Office » een lijst overmaken van de eindverkopers, tussenverkopers, gewestelijke inzamelcentra en andere inzamelpunten waar de versleten banden overeenkomstig deze overeenkomst ingezameld zullen worden. § 4. De beheersinstelling zal de representatieve ophalersverenigingen om advies verzoeken met het oog op de uitvoering van deze milieuovereenkomst.
Art. 7.Sortering, voorbehandeling en verwerking van versleten banden. § 1. De sorteer-, voorbehandelings- en verwerkingsbedrijven die instaan voor respectievelijk de sortering, voorbehandeling en verwerking van de versleten banden ingezameld overeenkomstig de artikelen 5 en 6 worden aangewezen door de beheersinstelling. § 2. De versleten banden die voor hergebruik niet geschikt zijn, zullen door vergunde verwerkingsbedrijven op milieuvriendelijke wijze gevaloriseerd worden. § 3. De lijst van de verwerkingsinstallaties waarop een beroep zal worden gedaan voor de verwerking van de krachtens deze overeenkomst aangenomen versleten banden zal door de beheersinstelling aan de « Office » overgemaakt worden. § 4. De met de verwerkingsbedrijven gesloten akkoorden bevatten één of meer bepalingen waarbij de economische activiteit door een onafhanhelijke certificatie-instelling gecontroleerd kan worden.
Art. 8.Beheersinstelling. § 1. De Verenigingen zullen het initiatief nemen om een beheersinstelling in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk op te richten overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend. § 2. De beheersinstelling zal met name instaan voor : 1° de organisatie van de inzameling van de versleten banden overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst;2° de organisatie van de verwerking van de versleten banden;3° de informatie van alle actoren die bij de uitvoering van deze overeenkomst betrokken zijn;4° de garantie van een controlesysteem met de tussenpersonen en de beheerders wat de herkomst van de versleten banden betreft;5° de garantie van de controle van de verkrijging van de resultaten bedoeld in artikel 3 en van de uitvoering van de andere bepalingen van deze overeenkomst. § 3. De beheersinstelling zal de optimale harmonisatie van de administratieve procedures en van de logistiek nastreven. Alle betrokken partijen zullen om advies verzocht worden over de werkingsmodaliteiten van de beheersinstelling. § 4. De beheersinstelling mag de toetreding niet ontzeggen aan een bedrijf of verbond dat onder de in deze overeenkomst bedoelde terugnameplicht zou vallen, behalve om behoorlijk gerechtvaardigde ernstige redenen, die aan de « Office » te richten zijn.
Minstens één vertegenwoordiger van de distributie heeft zitting in de raad van bestuur.
Eventuele geschillen zullen onderworpen worden aan de geschillencommissie bedoeld in artikel 13. § 5. Twee leden van het personeel van de « Office » zullen namens het Gewest als waarnemer optreden t.o.v. de beheersinstelling. Daartoe zullen ze verzocht worden de door de beheersinstelling belegde vergaderingen bij te wonen. § 6. De beheersinstelling verbindt zich ertoe haar doelstellingen in alle transparentie na te streven. Daartoe zullen alle notulen van de beheersorganen van de instellingen aan de « Office » overgemaakt worden.
De type-bestekken voor de inzameling en de verwerking van de versleten banden zullen ter goedkeuring aan de « Office » voorgelegd moeten worden. De type-bestekken zullen uitsluitend vergeleken worden met de bepalingen van deze overeenkomst en met de wetgeving op de terugnameplicht. Bij de toewijzing van contracten voor de inzameling en de verwerking van versleten banden mag enkel het type-bestek gebruikt worden. De beheersinstelling moet de keuze van de ophalers en de verwerkingsbedrijven rechtvaardigen.
Art. 9.Financiering. § 1. De leden van de Verenigingen die opdracht hebben gegeven en die de hoedanigheid van producent of invoerder hebben en de producenten/invoerders die niet aangesloten zijn bij de Verenigingen maar een toetredingscontract met de beheersinstelling hebben gesloten, zullen ter financiering van de activiteiten van de beheersinstelling bij de verkoop van elke band op de Belgische markt een milieuheffing aan de beheersinstelling betalen.
Die milieuheffing kan verschillen naar gelang van het soort banden. De beheersinstelling zal het bedrag van de milieuheffing bepalen met inachtneming van de vermeende inzamel- en verwerkingskosten en van een voorraad in geval van verkeerde kostenraming gedurende de opstartperiode. § 2. Het bedrag van de in § 1 bedoelde milieuheffing behoeft het advies van de « Office ». Na raming zal een financieel plan ter rechtvaardiging van de milieuheffingen opgesteld worden. Dat plan moet voorgelegd worden aan de « Office », die advies moet uitbrengen binnen een maand. § 3. Het bedrag van de milieuheffing kan jaarlijks herzien worden. § 4. Bij elke bandenaankoop onder leden van de Verenigingen moet het bedrag van de milieuheffingen per band en soort afzonderlijk vermeld worden op de factuur. § 5. De Verenigingen en hun leden, die de milieuovereenkomst hebben ondertekend, verbinden zich ertoe geen banden op de Belgische markt te verkopen die niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een milieuheffing of waarvoor het bewijs niet is geleverd dat er een hermetisch systeem bestaat.
Art. 10.Sensibilisatie van de verbruikers, eind- en tussenverkopers. § 1. Krachtens deze overeenkomst zal de beheersinstelling via de eind- en tussenverkopers trachten de verbruikers te sensibiliseren voor de inzameling en de verwerking van versleten banden. De « Office » moet eerst instemmen met elke informatiecampagne die de beheersinstelling wenst te organiseren. § 2. De eindverkoper moet in elk van zijn verkooppunten op een zichtbare plaats een bericht aanbrengen om uit te leggen hoe hij aan de bepalingen van deze overeenkomst voldoet. Het sensibilisatiemateriaal, dat door de beheersinstelling ter beschikking wordt gesteld, behoeft het advies van de « Office ».
Art. 11.Rapportage en controle. § 1. De beheersinstelling zal de « Office » jaarlijks uiterlijk op 30 april een rapport met de volgende gegevens bezorgen : 1° de totale hoeveelheid versleten banden ingezameld in het kader van de terugnameplicht, uitgedrukt in kg en soort;2° de totale hoeveelheid versleten banden voorgelegd aan de bedrijven vergund voor de verwerking van versleten banden;3° de totale hoeveelheid banden, uitgedrukt in kg, soort en hoeveelheden, die de leden en deelnemers van de beheersinstelling gecommercialiseerd hebben en een raming van de hoeveelheid banden die gecommercialiseerd zal worden tijdens het lopende jaar;4° de lijst van de ophalers die de versleten banden namens de beheersinstelling hebben ingezameld;5° de wijze van verwerking van de ingezamelde banden (kwalitatieve beschrijving). § 2. De beheersinstelling en de leden van de Organisaties zullen de « Office » alle andere gegevens verstrekken die hij nodig acht om de doelstellingen van deze milieuovereenkomst te evalueren en om toe te zien op de uitvoering van de terugnameplicht. De « Office » zal eerst overleg plegen met de beheersinstelling. § 3. De beheersinstelling en de « Office » zullen samen de controlemaatschappij aanwijzen die belast wordt met de controle van de rekeningen van de beheersinstelling en de in § 1 bedoelde gegevens om na te gaan of de geldstromen overeenkomstig de doelstellingen van deze overeenkomst gebruikt worden. De controlemaatschappij die aangewezen zal worden, mag een maatschappij zijn die aangewezen is krachtens andere wettelijke bepalingen.
De controlemaatschappij bezorgt de beheersinstelling en de « Office » jaarlijks een geschreven rapport.
De « Office » mag verzoeken om elk bijkomend gegeven dat hij nodig acht in het kader van de controle om zich ervan te vergewissen dat de geldstromen met de opdrachten van de beheersinstelling overeenstemmen.
Art. 12.Verbintenis van het Waalse Gewest. § 1. Het Waalse Gewest zal bij de andere gewestelijke overheden pleiten voor een harmonieuze inwerkingtreding van de regelgeving inzake terugnameplicht voor versleten banden in de drie Gewesten van het Belgische grondgebied. § 2. Het Waalse Gewest zal toezien op de strikte toepassing van het decreet van de Waalse Gewestraad van 27 juni 1996 betreffende afvalstoffen, gewijzigd bij het programmadecreet van 19 december 1996 houdende verschillende maatregelen inzake financiën, tewerkstelling, milieu, gesubsidieerde werken, huisvesting en sociale actie, bij het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waalse wetboek van ruimtelijke ordening, stedenbouw en patrimonium, bij het programmadecreet van 17 december 1997 houdende verschillende maatregelen inzake belastingen, taksen en retributies, huisvesting, onderzoek, milieu, plaatselijke besturen en vervoer, bij het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, bij het decreet van 15 februari 2001 tot wijziging van het decreet van 27 juni 1996 betreffende afvalstoffen en het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en bij het decreet van 20 december 2001, gedeeltelijk vernietigd door het arrest nr. 81/97 van het Arbitragehof van 17 december 1997, inzonderheid artikel 8, 2°, bij het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten en het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan. Het Waalse Gewest zal er ook voor zorgen dat overtredingen geverbaliseerd worden. § 3. Om de initiatieven van de Verenigingen en leden die deze overeenkomst ondertekend hebben kracht bij te zetten, verbindt het Waalse Gewest zich ertoe in overleg met de beheersinstelling alle aanvullende reglementaire voorschriften op zijn niveau aan te nemen als zulks vereist wordt voor de uitvoering van de terugnameplicht, meer bepaald het halen van de doelstellingen. De verplichtingen van deze overeenkomst zullen aangepast worden aan de bepalingen van een eventuele Europese regelgeving inzake versleten banden als blijkt dat ze in strijd zijn met die van de Europese regelgeving. Het Waalse Gewest zal met de andere Gewesten van het land de nodige maatregelen nemen om tot een Europese regelgeving te komen. § 4. Het Waalse Gewest verbindt zich ertoe in overleg met de beheersinstelling initiatieven te bevorderen die de doelstellingen van deze overeenkomst kunnen helpen bereiken.
De afzetmogelijkheden voor afvalstoffen krijgen een bijzondere aandacht.
Art. 13.Geschillencommissie. § 1. Er wordt een geschillencommissie opgericht in geval van geschil bij de uitvoering van de milieuovereenkomst. Die commissie wordt ad hoc samengesteld (naar de aard van het geschil) en zal hoe dan ook bestaan uit twee vertegenwoordigers van het Waalse Gewest en twee vertegenwoordigers van de beheersinstelling. De voorzitter wordt in overeenstemming met de vier vertegenwoordigers onder de vertegenwoordigers van het Waalse Gewest gekozen. § 2. De beslissingen zullen bij consensus genomen worden. Bij gebrek aan consensus, geeft de geschillencommissie de bevoegde Minister kennis daarvan.
Art. 14.Duur en vervaldatum van de overeenkomst. § 1. De milieuovereenkomst treedt in werking na haar definitieve aanneming en bekendmaking overeenkomstig artikel 4 van het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten. § 2. De milieuovereenkomst wordt gesloten voor vijf jaar. § 3. Tijdens haar geldigheidsperiode kan deze overeenkomst gewijzigd worden met de instemming van alle partijen, zoals bepaald in artikel 8 van bovenvermeld decreet betreffende milieuovereenkomsten. § 4. Deze milieuovereenkomst kan opgezegd worden, mits inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. Als de opzegging niet uitgaat van het Waalse Gewest, moet ze gezamenlijk uitgaan van alle partijen.
De opzeg wordt, op straffe van nietigheid, bij ter post aangetekend schrijven of bij deurwaardersexploot meegedeeld. De opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de maand na de kennisgeving.
Art. 15.Bevoegdheidsclausule.
Elke procedure die voortvloeit uit deze milieuovereenkomst of die er betrekking op heeft en waarvoor de geschillencommissie geen oplossing vindt, zoals bepaald in artikel 13 van deze overeenkomst, valt onder de bevoegdheid van de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement van Brussel.
Art. 16.Strafbeding.
Als het Gewest vaststelt dat bovenstaande bepalingen niet nageleefd worden en de beheersinstelling bij aangetekend schrijven kennis geeft van de overtredingen, maakt de beheersinstelling binnen twee maanden na die kennisgeving een bijsturingsplan over aan de « Office wallon des Déchets ».
Als de « Office » het plan verwerpt, deelt hij dat mee bij aangetekend schrijven met vermelding van de redenen van de weigering. De instelling moet dan binnen een maand een verbeterd plan indienen waarbij rekening wordt gehouden met de opmerkingen van de « Office », op straffe van een aan de « Office » te betalen boete van 15.000 euro.
Tegen de beslissing van de « Office » kan beroep ingesteld worden bij de Minister van Leefmilieu. De Minister beslist over het beroep binnen een termijn van veertig dagen.
Art. 17.Slotbepaling.
De milieuovereenkomst is gesloten te Namen, op ......................................... en ondertekend door de vertegenwoordigers van elke partij. Elke partij bericht ontvangst van één exemplaar van de overeenkomst.
Namen, ...................................
Voor het Waalse Gewest : De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET