Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 03 oktober 2002

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a) Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 23 augustus 2002 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 26 august b) Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 31 augustus 2002 ter post aangetekende (...)

bron
arbitragehof
numac
2002021409
pub.
03/10/2002
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a) Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 23 augustus 2002 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 26 augustus 2002, heeft de v.z.w. Liga voor Mensenrechten, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Van Stopenberghestraat 2, beroep tot vernietiging en een vordering tot schorsing ingesteld van de wet van 1 maart 2002 betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 maart 2002, derde uitgave), wegens schending van de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en gewesten, en van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. b) Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 31 augustus 2002 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 2 september 2002, hebben de v.z.w. « Ligue des droits de l'homme », met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Onderrichtsstraat 91, en de v.z.w. « Défense des Enfants - International - Belgique, branche francophone, (D.E.I. Belgique) », met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Kiekenmarkt 30, beroep tot vernietiging en een vordering tot schorsing ingesteld van voornoemde wet van 1 maart 2002, wegens schending van de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en gewesten, en van de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet.

Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 2513 en 2515 van de rol van het Hof en werden samengevoegd.

De griffier, P.- Y. Dutilleux.

^