gepubliceerd op 05 juli 2002
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beschikking van 15 april 2002 in zake C. Dewael en anderen tegen de vennootschap naar Frans recht s.a. Total Chimie en anderen, waarvan de exp « Is, op grond van de in de [...] motieven [van voormelde beschikking] ontwikkelde redenering, het (...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beschikking van 15 april 2002 in zake C. Dewael en anderen tegen de vennootschap naar Frans recht s.a. Total Chimie en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 17 april 2002, heeft de Rechtbank van Koophandel te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Is, op grond van de in de [...] motieven [van voormelde beschikking] ontwikkelde redenering, het verschil in behandeling ten aanzien van de minderheidsaandeelhouders van de vennootschappen die een publiek beroep op het spaarwezen doen en van de 'besloten' vennootschappen objectief en redelijk verantwoord en roept de daaruit voortvloeiende situatie al dan niet een met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet strijdige discriminatie in het leven ? Meer bepaald : Is artikel 513 van het Wetboek van vennootschappen in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen de aandeelhouders van de vennootschappen die een publiek beroep op het spaarwezen doen of hebben gedaan, die de automatische overdracht van hun effecten aan de bieder na afloop van het uitkoopbod niet kunnen weigeren (artikel 513, § 1, van het Wetboek van vennootschappen), en de aandeelhouders van een vennootschap die geen publiek beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan, die de automatische overdracht van hun effecten aan de bieder na afloop van het uitkoopbod wel kunnen weigeren (artikel 513, § 2, van het Wetboek van vennootschappen) ? Is artikel 513, § 1, van het Wetboek van vennootschappen in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen, enerzijds, de aandeelhouders die, alleen of in onderling overleg handelend, 95 pct. van de stemrechtverlenende effecten van een vennootschap die een publiek beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan, bezitten en gerechtigd zijn een openbaar uitkoopbod uit te brengen, en anderzijds, de minderheidsaandeelhouders van eenzelfde vennootschap die een dergelijke uitkoop niet kunnen eisen ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2412 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.