gepubliceerd op 04 april 2002
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 18 januari 2002 in zake de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid tegen de b.v.b.a. New Motor Company en in zake de b.v.b.a. New Motor 1. « Schendt artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 dece(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 18 januari 2002 in zake de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid tegen de b.v.b.a. New Motor Company en in zake de b.v.b.a.
New Motor Company tegen L. Wietkin, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 25 januari 2002, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het een onderscheid maakt tussen opdrachtgevers door diegenen die een beroep hebben gedaan op een niet-geregistreerde aannemer zwaar te bestraffen, terwijl het feit dat een aannemer niet geregistreerd is op zich voor die aannemer geen fout is ? » 2.« Schendt diezelfde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat ten aanzien van de opdrachtgever die te goeder trouw een beroep heeft gedaan op een niet-geregistreerde aannemer bepaalde algemene rechtsbeginselen, namelijk het redelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel inzake straffen, niet worden nageleefd ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2331 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.