gepubliceerd op 07 september 2001
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beslissing van 29 juni 2001 in zake A.-M. Delnoy, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 4 juli 2001, heeft de « Schendt artikel 156 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorgin(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beslissing van 29 juni 2001 in zake A.-M. Delnoy, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 4 juli 2001, heeft de Commissie van beroep ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 156 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering[en] (gecoördineerd op 14 juli 1994) de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 144 van de gecoördineerde Grondwet ? De beslechting van geschillen met betrekking tot gebeurlijke inbreuken op de wets- en verordeningsbepalingen van de gecoördineerde ZIV-Wet en de daarop toe te passen sancties worden immers opgedragen aan administratieve rechtscolleges en bijgevolg onttrokken aan de bescherming van de rechterlijke macht. » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2215 van de rol van het Hof en werd samengevoegd met de zaken met rolnummers 2165 e.a.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.