Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 11 december 1998

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 10 juli 1997 in zake P. Lienard tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 27 « Is artikel 54 van de wet van 3 juli 1969 tot invoering van het Wetboek van de belasting over de (...)

bron
arbitragehof
numac
1998021476
pub.
11/12/1998
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 10 juli 1997 in zake P. Lienard tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 27 oktober 1998, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Nijvel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is artikel 54 van de wet van 3 juli 1969 tot invoering van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, in zijn formulering zoals van kracht tot 31 december 1992, thans overgenomen in artikel 51, § 1, 3°, van dezelfde wet, strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het zich verzet tegen de terugvordering van de als B.T.W. gestorte bedragen wanneer de administratie achteraf oordeelt dat de uitvoerder van die storting niet B.T.W.-plichtig is, terwijl de Belgische Staat zijnerzijds de aldus teruggevorderde aftrekken als BTW kan terugvorderen ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1448 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 29 oktober 1998 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 oktober 1998, hebben C. Peeters en K. Janssens, wonende te 2610 Antwerpen, Standonklaan 32, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3 en 5 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen voor wat betreft de onroerende voorheffing (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 18 juli 1998), wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Die zaak is ingeschreven onder nummer 1451 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 10 november 1998 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 12 november 1998, hebben K. Möller, wonende te 2000 Antwerpen, Noordschippersdok 25, F. Dewinter, wonende te 2180 Ekeren, Klaverveldenlaan 1, J. Ceder, wonende te 1700 Dilbeek, Populierenlaan 25, en B. Laeremans, wonende te 1851 Humbeek, Achterstraat 8, beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 19 juni 1998), wegens schending van de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten en van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Die zaak is ingeschreven onder nummer 1464 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^