gepubliceerd op 15 september 1998
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 19 juni 1998 in zake J. Chaerle tegen de v.z.w. Kinderbijslagfonds V.E.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is « Schond artikel 42 juncto artikel 70bis van de Kinderbijslagwet (Samengeordende Wetten van 19 dece(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 19 juni 1998 in zake J. Chaerle tegen de v.z.w.
Kinderbijslagfonds V.E.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 2 juli 1998, heeft de Arbeidsrechtbank te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schond artikel 42 juncto artikel 70bis van de Kinderbijslagwet (Samengeordende Wetten van 19 december 1939, zoals van kracht tussen de wetswijzigingen d.d. 22 december 1989 en 21 april 1997) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, namelijk in de mate dat voor de rangbepaling van de kinderen in functie van de bijslagen bepaald in artikel 40 van de Kinderbijslagwet, enerzijds met geplaatste kinderen wèl rekening werd gehouden indien er één rechthebbende was, en anderzijds met geplaatste kinderen geen rekening werd gehouden indien er meerdere rechthebbenden waren ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1372 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.