Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 13 maart 1998

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 16 januari 1998 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 19 januari 199 Die zaak is ingeschreven onder nummer 1277 van de rol van het Hof. De griffier, L. Potoms.

bron
arbitragehof
numac
1998021109
pub.
13/03/1998
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 16 januari 1998 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 19 januari 1998, heeft de Ministerraad, Wetstraat 16 te 1000 Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 47decies, § 2, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 2 juli 1981 betreffende het beheer van afvalstoffen, ingevoegd bij artikel 2 van het decreet van 20 december 1989 houdende bepalingen tot uitvoering van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 december 1989), op grond van artikel 4, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof.

Die zaak is ingeschreven onder nummer 1277 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 2 februari 1998 in zake de b.v.b.a. Constructio tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 17 februari 1998, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Houdt artikel 419, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 een schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre dit bepaalt dat geen intrest wordt toegekend bij terugbetaling van bedrijfsvoorheffingen als bedoeld bij de artikelen 270 tot 275, die ten voordele van de schuldenaar van die voorheffingen geschiedt, terwijl bij terugbetaling van bedrijfsvoorheffing die ten laste van de schuldenaar wordt ingekohierd wel moratoriumintresten worden toegekend voor zover de bedrijfsvoorheffing die ingekohierd wordt niet bedoeld is in artikel 419, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, maar wel in artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1294 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^