gepubliceerd op 16 september 1997
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnissen van 30 juni 1997 in zake het openbaar ministerie tegen respectievelijk S. Dewez, H. El Yakoubi en M. Budiaf, waarvan de expedities t « Schenden artikel 2bis, § 1, van de wet van 24 februari 1921, gewijzigd bij de wet van 9 jul(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnissen van 30 juni 1997 in zake het openbaar ministerie tegen respectievelijk S. Dewez, H. El Yakoubi en M. Budiaf, waarvan de expedities ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen op 11 juli 1997, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 2bis, § 1, van de wet van 24 februari 1921, gewijzigd bij de wet van 9 juli 1975, en de artikelen 1 (nr. 15), 11 en 28 van het koninklijk besluit van 31 december 1930, gewijzigd bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 februari 1987, doordat zij de invoer, de vervaardiging, het bezit, de verkoop of de tekoopstelling, de aflevering of de aanschaffing van cannabis, onder bezwarende titel of om niet en zonder voorafgaande vergunning van de minister die de volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, bestraffen, wanneer men noch geneesheer, noch apotheker, noch dierenarts is en men die stof niet heeft aangekocht of in het bezit ervan is krachtens een geldig geneeskundig voorschrift, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre : - zij geen enkel onderscheid maken onder de verschillende voormelde wijzen van aangrijping, naargelang de betichte ze aanwendt met het oog op zijn persoonlijke consumptie of met de bedoeling ze door te verkopen; - zij de verschillende slaapmiddelen, verdovende middelen of andere psychotrope stoffen die afhankelijkheid kunnen teweegbrengen, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 31 december 1930, gewijzigd bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 februari 1987, op voet van gelijkheid plaatsen; [In de tweede en derde zaak is het laatstgenoemde punt als volgt geformuleerd :] zij cannabis en de andere slaapmiddelen, verdovende middelen of andere psychotrope stoffen die afhankelijkheid kunnen teweegbrengen, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 31 december 1930, gewijzigd bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 februari 1987, op voet van gelijkheid plaatsen; - zij het gebruik van cannabis bestraffen terwijl het gebruik van andere producten, waarvan niet wetenschappelijk is aangetoond dat zijn minder schadelijk zouden zijn voor de gezondheid of een minder grote afhankelijkheid veroorzaken, niet onder de toepassing van de strafwet valt; - zij het openbaar ministerie ertoe kunnen brengen, rekening houdend met de beperkte maatschappelijke afkeuring die het gebruik van cannabis veroorzaakt, een zeer uiteenlopend vervolgingsbeleid te voeren ? » Die zaken zijn ingeschreven respectievelijk onder de nummers 1128, 1129 en 1130 van de rol van het Hof en zijn samengevoegd.
De griffier, L. Potoms.