MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW

Commissie voor vrijstelling van bijdragen.

Benoeming van de voorzitters en de plaatsvervangende voorzitters.

Bij koninklijk besluit van 30 april 1999 worden voor een periode van zes jaar, die aanvangt op 1 juli 1999, bij de Kamers van de Commissie voor vrijstelling van bijdragen benoemd : A. Eerste kamer.

Tot voorzitter : De heer Vanden Broeck, R., erevoorzitter van de arbeidsrechtbank te Brussel;

Tot plaatsvervangend voorzitter : De heer De Cuyper, M., raadsheer in het arbeidshof te Brussel;

Mevr. Hoyois, C., ondervoorzitter in de arbeidsrechtbank te Brussel;

Mevr. Mauroy, M.-E., ondervoorzitter in de arbeidsrechtbank te Brussel.

B. Tweede kamer.

Tot voorzitter : De heer Helin, G., erevoorzitter van de arbeidsrechtbank te Brussel.

Tot plaatsvervangend voorzitter : De heer Brogniez, P.-E., erevoorzitter van de arbeidsrechtbank te Brussel.

De heer Gilliams, S., kamervoorzitter in het arbeidshof te Antwerpen.

C. Derde kamer.

Tot voorzitter : De heer Groenen, J., raadsheer in het arbeidshof te Brussel;

Tot plaatsvervangend voorzitter : Mevr. Balis, G., raadsheer in het arbeidshof te Brussel;

Mevr. Scheere, A., ereraadsheer in het arbeidshof te Brussel.

D. Vierde kamer.

Tot voorzitter : De heer Colaert, A., erevoorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge;

Tot plaatsvervangend voorzitter : De heer Craninx, F., erevoorzitter van de arbeidsrechtbank te Brussel;

De heer Funck, H., voorzitter van de arbeidsrechtbank te Brussel.

E. Vijde kamer.

Tot voorzitter : De heer Quintens, E., ererechter van de arbeidsrechtbank te Brussel;

Tot plaatsvervangend voorzitter : Mevr. Ceulemans, B., rechter in de arbeidsrechtbank te Brussel;

Mevr. Docquir, D., raadsheer in het arbeidshof te Brussel.