gepubliceerd op 25 maart 2024
Uittreksel uit arrest nr. 35/2024 van 21 maart 2024 Rolnummer 8146 In zake : de vordering tot schorsing van artikel 13 van de wet van 25 december 2023 « tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Par Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters Luc Lavrysen en Pierre Nihoul, en de rec(...)
Uittreksel uit arrest nr. 35/2024 van 21 maart 2024 Rolnummer 8146 In zake : de vordering tot schorsing van artikel 13 van de wet van 25 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048709 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht type wet prom. 25/12/2023 pub. 22/03/2024 numac 2024002225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees Parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. - Duitse vertaling sluiten « tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht », ingesteld door Mark Deweerdt.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters Luc Lavrysen en Pierre Nihoul, en de rechters Thierry Giet, Joséphine Moerman, Michel Pâques, Yasmine Kherbache, Danny Pieters, Sabine de Bethune, Emmanuelle Bribosia, Willem Verrijdt, Kattrin Jadin en Magali Plovie, bijgestaan door griffier Nicolas Dupont, onder voorzitterschap van voorzitter Luc Lavrysen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 16 januari 2024 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 17 januari 2024, heeft Mark Deweerdt een vordering tot schorsing ingesteld van artikel 13 van de wet van 25 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048709 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht type wet prom. 25/12/2023 pub. 22/03/2024 numac 2024002225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees Parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. - Duitse vertaling sluiten « tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 januari 2024).
Bij hetzelfde verzoekschrift vordert de verzoekende partij eveneens de vernietiging van dezelfde wetsbepaling. (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden bepaling en de context ervan B.1. Het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing hebben betrekking op artikel 13 van de wet van 25 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048709 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht type wet prom. 25/12/2023 pub. 22/03/2024 numac 2024002225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees Parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. - Duitse vertaling sluiten « tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het [oud Burgerlijk Wetboek], teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het [Europees Parlement] mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht » (hierna : de wet van 25 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048709 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht type wet prom. 25/12/2023 pub. 22/03/2024 numac 2024002225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees Parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. - Duitse vertaling sluiten).
B.2. De (niet bestreden) artikelen 2 en 3 van de wet van 25 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048709 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht type wet prom. 25/12/2023 pub. 22/03/2024 numac 2024002225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees Parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. - Duitse vertaling sluiten bepalen : «
Art. 2.In artikel 1 van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 maart 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/03/2023 pub. 14/04/2023 numac 2023030921 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse wijzigingen inzake verkiezingen sluiten en gedeeltelijk vernietigd bij arrest nr. 116/2023 van het Grondwettelijk Hof, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) paragrafen 1 en 2 worden vervangen als volgt : ` § 1.Om kiezer te zijn voor het Europees Parlement, moet men : 1° Belg zijn;2° de volle leeftijd van zestien jaar hebben bereikt;3° ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente, of ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters bijgehouden in een van de consulaire beroepsposten die zich in een Staat bevinden die geen lidstaat is van de Europese Unie, of ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters bijgehouden in een van de consulaire beroepsposten die zich in een lidstaat van de Europese Unie bevinden waarin zij niet voor het Europees Parlement mogen stemmen;4° zich niet bevinden in een der gevallen van uitsluiting of schorsing voorzien bij de artikelen 6 tot 8 van het Kieswetboek. De voorwaarden tot het kiesrecht, bedoeld in deze paragraaf, dienen vervuld te zijn de dag waarop de kiezerslijst wordt opgemaakt, uitgezonderd deze vermeld onder het eerste lid, 2° en 4°, waaraan dient voldaan te worden op de dag van de verkiezing. § 2. De hoedanigheid van kiezer voor het Europees Parlement en de toelating om hun stemrecht uit te oefenen ten voordele van kandidaten die op Belgische lijsten staan, kunnen worden verkregen door: 1° de Belgen die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters bijgehouden in een van de consulaire beroepsposten die zich in een lidstaat van de Europese Unie bevinden waarin zij voor het Europees Parlement mogen stemmen, die voldoen aan de kiesvoorwaarden bedoeld in § 1, eerste lid, 2° en 4°, die erom vragen, in overeenstemming met hoofdstuk II, afdeling II, van deze titel, bij de Belgische consulaire post waarvan ze afhangen en die niet uitdrukkelijk de wens hebben uitgedrukt om hun stemrecht uit te oefenen in de lidstaat waar ze verblijven;2° de onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie die, behalve wat betreft de nationaliteit, voldoen aan de voorwaarden gesteld in paragraaf 1, en die overeenkomstig paragraaf 3 de wil te kennen gegeven hebben om hun stemrecht in België uit te oefenen. [...] De minderjarigen kunnen slechts een aanvraag bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, indienen vanaf het moment dat ze de volle leeftijd van veertien jaar hebben bereikt. '; b) paragraaf 3/1 wordt opgeheven.
Art. 3.In artikel 3 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 maart 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/03/2023 pub. 14/04/2023 numac 2023030921 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse wijzigingen inzake verkiezingen sluiten en gedeeltelijk vernietigd bij het arrest nr. 116/2023 van het Grondwettelijk Hof, wordt het eerste lid vervangen als volgt : ` De eerste dag van de tweede maand vóór de verkiezing van het Europese Parlement maakt het college van burgemeester en schepenen van elke gemeente de lijst op waarop de Belgische kiezers bedoeld in artikel 1, § 1, die ingeschreven zijn in de bevolkgingsregisters van deze gemeente, alsook de kiezers bedoeld in artikel 1, § 2, eerste lid, 2°, verzameld worden. Voor deze verrichting belast het college van burgemeester en schepenen de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken ermee hem kosteloos en digitaal de in het tweede lid, eerste zin, bedoelde gegevens te leveren van elke persoon die aan de kiesbevoegdheidsvoorwaarden voldoet en in de bevolkingsregisters is ingeschreven. Deze gegevens worden vernietigd de dag volgend op de dag waarop de verkiezingen gevalideerd worden. ' ».
Uit die bepalingen volgt dat de 16- en 17-jarigen van rechtswege worden opgenomen op de kiezerslijst van hun gemeente en op die manier worden opgenomen in het kiezerskorps voor de verkiezing van de leden, voor België, van het Europees Parlement.
B.3.1. Het bestreden artikel 13 van de wet van 25 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048709 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht type wet prom. 25/12/2023 pub. 22/03/2024 numac 2024002225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees Parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. - Duitse vertaling sluiten vervangt artikel 39, eerste lid, van de wet van 23 maart 1989 « betreffende de verkiezing van het Europese Parlement » (hierna : de wet van 23 maart 1989) als volgt : « De deelneming aan de stemming is verplicht : 1° voor de meerderjarige Belgen die in het bevolkingsregister van een Belgische gemeente ingeschreven zijn;2° voor de meerderjarige Belgen die op het grondgebied van een niet-lidstaat van de Europese Unie verblijven en in de bevolkingsregisters in de consulaire beroepsposten ingeschreven zijn;3° voor de meerderjarige Belgen die op het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese Unie verblijven en die ingeschreven zijn op de kiezerslijst bedoeld in artikel 7;4° voor de meerderjarige onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie die ingeschreven zijn op de kiezerslijst van de gemeente waar zij verblijven, in uitvoering van artikel 3 ». B.3.2. Krachtens artikel 39, tweede lid, van de wet van 23 maart 1989 zijn de artikelen 207 tot 210 van het Kieswetboek op die kiezers van toepassing. Die bepalingen bevatten de sanctieregeling ten aanzien van de kiezers die niet deelnemen aan de stemming voor de federale parlementsverkiezing.
B.3.3. Vóór de vervanging ervan bij artikel 13 van de wet van 25 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048709 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht type wet prom. 25/12/2023 pub. 22/03/2024 numac 2024002225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees Parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. - Duitse vertaling sluiten, bepaalde artikel 39, eerste lid, van de wet van 23 maart 1989, zoals het werd gewijzigd bij artikel 15 van de wet van 1 juni 2022 : « De deelneming aan de stemming is verplicht : 1° voor de meerderjarige Belgen die in het bevolkingsregister van een Belgische gemeente ingeschreven zijn;2° voor de minderjarige Belgen die ouder zijn dan 16 jaar, in het bevolkingsregister van een Belgische gemeente ingeschreven zijn en op de kiezerslijst van de gemeente van hun verblijfplaats ingeschreven zijn, in uitvoering van artikel 3;3° voor de meerderjarige Belgen die op het grondgebied van een Staat verblijven die geen lidstaat is van de Europese Unie en in de bevolkingsregisters in de consulaire beroepsposten ingeschreven zijn;4° voor de minderjarige Belgen die ouder zijn dan 16 jaar, op het grondgebied van een Staat verblijven die geen lidstaat is van de Europese Unie en ingeschreven zijn op de kiezerslijst van de Belgische consulaire beroepspost waarvan zij afhangen, in uitvoering van artikelen 5 tot 7;5° voor de Belgen die ouder zijn dan 16 jaar, op het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese Unie verblijven en ingeschreven zijn op de kiezerslijst van de Belgische consulaire beroepspost waarvan zij afhangen, in uitvoering van artikelen 5 tot 7;6° voor de onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie die ouder zijn dan 16 jaar en ingeschreven zijn op de kiezerslijst van hun Belgische gemeente van inschrijving, in uitvoering van artikel 3 ». Bij zijn arrest nr. 116/2023 van 20 juli 2023 (ECLI:BE:GHCC:2023:ARR.116) heeft het Hof de wet van 1 juni 2022 vernietigd, in zoverre zij het stemrecht voor 16- en 17-jarigen afhankelijk maakte van de vereiste om een aanvraag in te dienen om ingeschreven te worden op de kieslijst.
B.3.4. Uit de bestreden bepaling volgt dat de deelname aan de stemming voor de Europese verkiezing niet verplicht is voor de 16- en 17-jarige kiezers en dat de bij de artikelen 207 tot 210 van het Kieswetboek vastgestelde sanctieregeling niet op hen van toepassing is. De 16- en 17-jarige kiezers zijn immers niet meer opgenomen in artikel 39, eerste lid, van de wet van 23 maart 1989, zoals vervangen bij de bestreden bepaling.
B.4.1. De algemene toelichting bij het wetsvoorstel dat heeft geleid tot de wet van 25 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048709 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht type wet prom. 25/12/2023 pub. 22/03/2024 numac 2024002225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees Parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. - Duitse vertaling sluiten vermeldt : « Dit wetsvoorstel geeft gevolg aan arrest nr. 116/2023 van het Grondwettelijk Hof van 20 juli 2023. In dit arrest vernietigde het Grondwettelijk Hof de wet van 1 juni 2022 tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, teneinde de burgers vanaf de leeftijd van 16 jaar de mogelijkheid te geven om te stemmen, voor zover deze wet het stemrecht voor Belgische jongeren van 16 en 17 jaar afhankelijk maakt van de vereiste om een aanvraag in te dienen om ingeschreven te worden op de kiezerslijst.
In dat arrest nr. 116/2023 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat de keuze om 16- en 17-jarigen de mogelijkheid te geven om te stemmen bij de Europese verkiezingen onder de bevoegdheid van de wetgever valt, en dat uit niets blijkt dat deze keuze kennelijk onredelijk zou zijn.
Deze wens van de wetgever kadert volledig binnen de resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2015 over de hervorming van de kieswet van de Europese Unie (2015/2035(INL)), waarin aan de lidstaten wordt aanbevolen om, als een volgende stap, na te denken over manieren om te komen tot een geharmoniseerde minimumleeftijd voor de kiezers van 16 jaar, teneinde de electorale gelijkheid van de burgers van de Unie verder te vergroten. [...] Het Grondwettelijk Hof bekrachtigde dus duidelijk de mogelijkheid van de uitbreiding van het stemrecht naar 16- en 17-jarigen, maar vernietigde de voorafgaande inschrijvingsplicht. Dit wetsvoorstel strekt er dus toe de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement te wijzigen en er daarbij voor te zorgen dat 16- en 17-jarigen de mogelijkheid hebben deel te nemen aan die verkiezing zonder dat hen evenwel nog een voorafgaande inschrijvingsformaliteit wordt opgelegd » (Parl. St., Kamer, 2023-2024, DOC 55-3700/001, pp. 3-4).
B.4.2. De toelichting bij de artikelen vermeldt : « Het Grondwettelijk Hof heeft in arrest nr. 116/2023 uitdrukkelijk erkend dat de wetgever er in redelijkheid voor kan opteren om dit stemrecht uit te breiden naar 16- en 17-jarigen en dat dit een discretionaire bevoegdheid van deze laatste uitmaakt. Het Hof spreekt echter niet over een eventuele opkomstplicht voor deze groep van 16- en 17-jarigen.
Momenteel geldt, onder andere voor de verkiezing van het Europees Parlement, een opkomstplicht voor meerderjarige Belgen, en die opkomstplicht gaat gepaard met de mogelijkheid van strafrechtelijke sancties. De 16- en 17-jarigen maken echter een andere categorie van personen uit dan de meerderjarigen, aangezien zij in het kader van het strafrecht in principe voor een jeugdrechter dienen te komen die enkel bewarende maatregelen kan nemen, tenzij de jeugdrechter van oordeel is dat deze minderjarigen uit handen moeten worden gegeven en dus voor de strafrechter dienen te verschijnen (met uitzondering van verkeersmisdrijven, waarin het de regel is dat 16- en 17-jarigen voor de politierechtbank komen). Bijgevolg wordt deze opkomstplicht niet van toepassing gemaakt op minderjarigen.
In het regeerakkoord uit 2020 staat eveneens duidelijk dat het gaat om ` jongeren die willen stemmen '. Het is de wens van de wetgever om het stemrecht uit te breiden naar de 16- en 17-jarigen, kaderend in een ruimere maatschappelijke evolutie waarbij zij bekwaam worden geacht om te gaan stemmen en de wetgever hen de mogelijkheid wil geven om zich politiek te engageren. Deze wens is overigens in overeenstemming met de wil van de Europese Unie om de kiesleeftijd te harmoniseren en ook in overeenstemming met recente wetgevende initiatieven om 16-jarigen meer rechten toe te kennen, bijvoorbeeld bij de wet van 21 maart 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2022 pub. 30/03/2022 numac 2022031330 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht sluiten houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht. Het is evenwel niet de wens van de wetgever om deze uitbreiding zo ver te laten gaan dat deze categorie van personen aan een opkomstplicht wordt onderworpen.
De opkomstplicht werd bij de invoering ervan (weliswaar op federaal vlak) opgevat als een plicht van de burger, in het belang van de samenleving, om deel te nemen aan de uitoefening van de soevereiniteit, of nog als een ` mandaat '. Het is echter niet de bedoeling om dit mandaat op te leggen ten aanzien van minderjarigen.
Hoewel men 16-en 17-jarigen de kans wil geven om zich politiek te engageren, wil de wetgever hen niet verplichten dit te doen.
Het lijkt bijgevolg objectief en redelijk om 16- en 17-jarigen niet aan de stemplicht te onderwerpen, maar wel een overgangsfase van niet-verplichte stemming in te bouwen voor 16- en 17-jarigen, en zo de minderjarigen de mogelijkheid te bieden om volledig autonoom te beslissen of zij al dan niet wensen deel te nemen aan de verkiezing van het Europees Parlement, zonder vrees voor de sancties waarmee de verplichte stemming gepaard gaat. Wanneer zij meerderjarig zijn, worden de jonge burgers vanaf 18 jaar terecht onderworpen aan de opkomstplicht.
Automatische inschrijving Deze wet voorziet dus in een automatische inschrijving op de kiezerslijsten en een niet-verplichte stemming voor de groepen van 16- en 17-jarige Belgen, die hun stemrecht enkel kunnen uitoefenen ten aanzien van Belgische lijsten. Het betreft vooreerst de Belgen die in België verblijven. Daarnaast betreft het ook Belgen van 16 en 17 jaar in het buitenland, met name in niet EU-lidstaten, alsook diegenen in EU-lidstaten waar jongeren pas vanaf 18 jaar mogen stemmen voor het Europees Parlement. Voor deze groepen van Belgen in het buitenland geldt, net zoals voor meerderjarigen en voor de verkiezing van de Kamer, dat ze een formulier voor de registratie als kiezer moeten invullen waarop ze hun gemeente van aanhechting en de wijze waarop ze hun stem wensen uit te brengen dienen op te geven (zie verder bij art. 5 en 6). Het invullen van dit formulier doet geen afbreuk aan de automatische inschrijving » (ibid., pp. 4-5).
B.5. Blijkens die parlementaire voorbereiding beoogt de wet van 25 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048709 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht type wet prom. 25/12/2023 pub. 22/03/2024 numac 2024002225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees Parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. - Duitse vertaling sluiten uitvoering te geven aan het voormelde arrest van het Hof nr. 116/2023. Bij dat arrest heeft het Hof de wet van 1 juni 2022 « tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, teneinde de burgers vanaf de leeftijd van 16 jaar de mogelijkheid te geven om te stemmen » (hierna : de wet van 1 juni 2022) vernietigd, « in zoverre zij het stemrecht voor 16- en 17-jarigen afhankelijk maakt van de vereiste om een aanvraag in te dienen om ingeschreven te worden op de kiezerslijst ».
De wet van 1 juni 2022 voorzag erin dat 16- en 17-jarigen over een mogelijkheid beschikten de hoedanigheid van kiezer voor het Europese Parlement te verkrijgen, door bij de gemeente een schriftelijke aanvraag in te dienen om te worden ingeschreven op de kiezerslijst, overeenkomstig een door de minister van Binnenlandse Zaken vastgesteld model (artikel 1, §§ 2 en 3/1, van de wet van 23 maart 1989, zoals die paragrafen respectievelijk gewijzigd en ingevoegd zijn geweest bij artikel 2 van de wet van 1 juni 2022).
Ingevolge de vernietiging bij het voormelde arrest nr. 116/2023 zou de deelname aan de stemming verplicht zijn geweest voor de 16- en 17-jarigen die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van hun gemeente (artikel 39, eerste lid, van de wet van 23 maart 1989, zoals vervangen bij artikel 15 van de wet van 1 juni 2022) indien de wetgever niet was opgetreden met de bestreden wet.
Bij zijn voormelde arrest nr. 116/2023 heeft het Hof onder meer geoordeeld : « B.4.5. De keuze om 16- en 17-jarigen de mogelijkheid te geven om te stemmen bij de Europese verkiezing, valt onder de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever.
Het staat niet aan het Hof zijn beoordeling in de plaats te stellen van die van de wetgever, terwijl uit niets blijkt dat die kennelijk onredelijk zou zijn.
B.4.6. In het licht van de beoogde doelstellingen om bij te dragen aan een geleidelijke harmonisatie van de voorwaarden van de deelname aan de Europese verkiezing en om de interesse voor die verkiezing, ook bij jongeren, aan te wakkeren, kon de wetgever, zonder het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie te schenden, in redelijkheid het stemrecht voor die verkiezing uitbreiden naar 16- en 17-jarigen ».
En verder : « B.7.1. In de mate dat de uitbreiding van het stemrecht voor die verkiezing naar 16- en 17-jarigen is ingegeven door de vaststelling dat jongeren, net als meerderjarigen, in staat zijn om zich een politieke mening te vormen en te kiezen voor de partij of de kandidaat die hun mening het best vertegenwoordigt (Parl. St., Kamer, 2021-2022, DOC 55-2373/004, pp. 27 en 50), is het niet redelijk verantwoord om voor de 16- en 17-jarige Belgen de uitoefening van dat recht afhankelijk te maken van de vereiste om een aanvraag in te dienen om ingeschreven te worden op de kiezerslijst. Immers, zoals is vermeld in B.2.4, is het kiesrecht een fundamenteel politiek recht in een representatieve democratie ».
Ten aanzien van de ontvankelijkheid B.6.1. Aangezien de vordering tot schorsing ondergeschikt is aan het beroep tot vernietiging, moet de ontvankelijkheid van het beroep, en in het bijzonder het bestaan van het vereiste belang, reeds bij het onderzoek van de vordering tot schorsing worden betrokken.
B.6.2. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt; bijgevolg is de actio popularis niet toelaatbaar.
B.6.3. De verzoekende partij, die zich beroept op haar hoedanigheid van kiezer, is van oordeel dat de bestreden bepaling van dien aard is dat zij een invloed heeft op haar recht om te kiezen. Het feit dat, bij gebrek aan stemplicht, slechts een beperkt gedeelte van de 16- en 17-jarigen zou gaan stemmen, zou het resultaat van de verkiezing van het Europees Parlement en het gewicht van de door de verzoekende partij uitgebrachte stem beïnvloeden.
B.6.4. De bestreden bepaling heeft betrekking op het kiesrecht. Het kiesrecht is een aspect van de democratische rechtsstaat dat dermate essentieel is dat de vrijwaring ervan alle burgers aanbelangt.
B.6.5. Uit het beperkte onderzoek van de ontvankelijkheid van het beroep tot vernietiging waartoe het Hof in het kader van de vordering tot schorsing is kunnen overgaan, blijkt bijgevolg niet dat het beroep tot vernietiging - en dus de vordering tot schorsing - onontvankelijk moet worden geacht wegens gebrek aan belang.
Ten aanzien van de voorwaarden van de schorsing B.7. Naar luid van artikel 20, 1°, van de voormelde bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten dient aan twee voorwaarden te zijn voldaan opdat tot schorsing kan worden besloten : - de middelen die worden aangevoerd moeten ernstig zijn; - de onmiddellijke uitvoering van de bestreden maatregel moet een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kunnen berokkenen.
B.8. Het ernstig middel mag niet worden verward met het gegrond middel.
Wil een middel als ernstig worden beschouwd in de zin van artikel 20, 1°, van de voormelde bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten, volstaat het niet dat het kennelijk niet ongegrond is in de zin van artikel 72, maar moet het ook gegrond lijken na een eerste onderzoek van de gegevens waarover het Hof beschikt in dit stadium van de procedure.
B.9. De verzoekende partij voert vier middelen aan, die alle zijn afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 25, b), van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.
In het eerste, derde en vierde middel bekritiseert de verzoekende partij het verschil in behandeling tussen de 16- en 17-jarige kiezers en de meerderjarige kiezers. Als gevolg van de bestreden bepaling zijn de 16- en 17-jarige kiezers, in tegenstelling tot de meerderjarige kiezers, niet verplicht deel te nemen aan de stemming voor de verkiezing van het Europees Parlement. Volgens de verzoekende partij is het in een representatieve democratie essentieel dat de burgers gelijk worden behandeld met betrekking tot alle aspecten van het kiesrecht en mag de wetgever geen onderscheid maken tussen de kiezers naargelang van hun leeftijd, hetgeen volgens haar wordt bevestigd in het voormelde arrest nr. 116/2023. De door de wetgever nagestreefde doelstelling om minderjarigen niet te verplichten zich politiek te engageren, zou het bekritiseerde verschil in behandeling niet kunnen verantwoorden (eerste middel). Volgens de verzoekende partij wordt dat verschil in behandeling evenmin verantwoord door het feit dat minderjarigen, zoals wordt vermeld in de parlementaire voorbereiding van de wet van 25 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048709 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht type wet prom. 25/12/2023 pub. 22/03/2024 numac 2024002225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees Parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. - Duitse vertaling sluiten, in beginsel voor de jeugdrechter dienen te verschijnen (derde middel). Evenmin zou het redelijk verantwoord zijn dat de artikelen 207 tot 210 van het Kieswetboek in het kader van de Europese verkiezing niet van toepassing zijn op de 16- en 17-jarige kiezers, zodat uitsluitend tegen de meerderjarige kiezers een strafvervolging kan worden ingesteld (vierde middel).
In het tweede middel bekritiseert de verzoekende partij het verschil in behandeling tussen de kiezers die op 9 juni 2024 voor het eerst de vereiste leeftijd zullen hebben om te stemmen voor de verkiezing van het Europees Parlement, naargelang zij op dat ogenblik minderjarig of meerderjarig zijn. Volgens de verzoekende partij is het niet redelijk verantwoord dat de wetgever uitsluitend ten aanzien van de 16- en 17-jarige kiezers heeft voorzien in een overgangsfase van niet-verplichte stemming.
Gelet op hun samenhang, onderzoekt het Hof het eerste, derde en vierde middel samen.
B.10.1. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is.
Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel.
B.10.2. Artikel 25 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten bepaalt : « Elke burger heeft het recht en dient in de gelegenheid te worden gesteld, zonder dat het onderscheid bedoeld in artikel 2 wordt gemaakt en zonder onredelijke beperkingen : a) deel te nemen aan de behandeling van openbare aangelegenheden, hetzij rechtstreeks of door middel van vrijelijk gekozen vertegenwoordigers;b) te stemmen en gekozen te worden door middel van betrouwbare periodieke verkiezingen die gehouden worden krachtens algemeen en gelijkwaardig kiesrecht en bij geheime stemming, waardoor het vrijelijk tot uitdrukking brengen van de wil van de kiezers wordt verzekerd;c) op algemene voet van gelijkheid te worden toegelaten tot de overheidsdiensten van zijn land ». B.10.3. Krachtens artikel 8, tweede tot vierde lid, van de Grondwet, staat het aan de wetgever om de voorwaarden te bepalen voor het uitoefenen van het kiesrecht voor de verkiezing van het Europees Parlement. Elk verschil in behandeling onder de leden van het kiezerskorps moet evenwel bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 25 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.
B.11.1. De Ministerraad voert aan dat de 16- en 17-jarige kiezers en de meerderjarige kiezers niet vergelijkbaar zijn, omdat 16- en 17-jarigen in beginsel voor de jeugdrechtbank dienen te verschijnen en de sanctieregeling van de artikelen 207 tot 210 van het Kieswetboek enkel op hen zou kunnen worden toegepast indien de jeugdrechtbank beslist hen uit handen te geven.
B.11.2. Verschil en niet-vergelijkbaarheid mogen niet met elkaar worden verward. De omstandigheid dat, wanneer een minderjarige een als misdrijf omschreven feit pleegt, daarop in beginsel het jeugddelinquentierecht in plaats van het gemeen straf- en strafprocesrecht van toepassing is, kan weliswaar een element zijn bij de beoordeling van een verschil in behandeling, maar kan niet volstaan om te besluiten tot niet-vergelijkbaarheid. Zo niet zou de controle die wordt uitgevoerd in het licht van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie van elke inhoud worden ontdaan.
B.11.3. Zoals het Hof heeft geoordeeld bij het voormelde arrest nr. 116/2023 (B.4.5), valt de keuze om aan de 16- en 17-jarigen de mogelijkheid te geven om te stemmen bij de Europese verkiezing onder de beoordelingsvrijheid van de wetgever en staat het niet aan het Hof zijn beoordeling in de plaats te stellen van die van de wetgever, terwijl uit niets blijkt dat die kennelijk onredelijk zou zijn.
B.12.1. De jongeren van 16 en 17 jaar maken deel uit van het kiezerskorps voor de verkiezing van het Europees Parlement, zoals de andere kiezers.
B.12.2. De bestreden bepaling roept een verschil in behandeling tussen twee categorieën van kiezers in het leven, in zoverre zij de 16- en 17-jarigen een louter stemrecht zonder stemplicht toekent, terwijl zij de meerderjarige kiezers aan een stemplicht onderwerpt.
In dat opzicht dient eraan te worden herinnerd dat het kiesrecht een fundamenteel politiek recht is in de representatieve democratie en van cruciaal belang is voor het vestigen en het handhaven van de grondslagen van de democratie. Aangezien het verplichte of facultatieve karakter van de deelname aan de stemming een wezenlijk kenmerk van het kiesrecht is, moet een fragmentatie van het kiezerskorps door dwingende motieven van algemeen belang worden verantwoord.
B.13. De wet van 25 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048709 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht type wet prom. 25/12/2023 pub. 22/03/2024 numac 2024002225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees Parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. - Duitse vertaling sluiten beoogt bij te dragen tot een grotere betrokkenheid van de jongeren bij de verkiezing van het Europees Parlement en tot een geleidelijke harmonisatie, op Europees vlak, van de kiesgerechtigde leeftijd voor die verkiezing, in overeenstemming met de voormelde resolutie van het Europees Parlement. Zoals blijkt uit de in B.4.2 vermelde parlementaire voorbereiding, was het in het bijzonder « de wens van de wetgever om het stemrecht uit te breiden naar de 16- en 17-jarigen, kaderend in een ruimere maatschappelijke evolutie waarbij zij bekwaam worden geacht om te gaan stemmen en de wetgever hen de mogelijkheid wil geven om zich politiek te engageren ». Die doelstellingen zijn legitiem.
Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever de stemplicht voor de 16- en 17-jarigen heeft afgewezen wegens de bijzondere rechtspositie van minderjarigen, enerzijds, en omwille van de doelstelling om geen ongewenste druk te creëren ten aanzien van die jongeren, maar te voorzien in een stimulerende overgangsfase van niet-verplichte stemming, anderzijds.
De voormelde verantwoording lijkt evenwel geen dwingend motief van algemeen belang te vormen dat een verschil in behandeling van de kiezers naargelang zij meerderjarig of minderjarig zijn, en dat in het licht van een wezenlijk kenmerk van het stemrecht, kan rechtvaardigen.
Het verplichte karakter van de stemming lijkt overigens geen beletsel te vormen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de wetgever.
B.14. Bovendien had de wetgever bij de wet van 1 juni 2022 bepaald dat de 16- en 17-jarigen, na ervoor te hebben gekozen om deel uit te maken van het kiezerskorps, ingeschreven waren op de kiezerslijst en onderworpen waren aan de stemplicht, en bijgevolg de strafsancties bedoeld in de artikelen 207 tot 210 van het Kieswetboek konden oplopen. Uit de in B.4.1 geciteerde parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever, naar aanleiding van de wet van 25 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048709 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht type wet prom. 25/12/2023 pub. 22/03/2024 numac 2024002225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees Parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. - Duitse vertaling sluiten, op zijn oorspronkelijke bedoeling is teruggekomen door het standpunt in te nemen dat de mogelijkheid van strafsancties een belemmering vormde voor het verplichte karakter van de stemming voor 16- en 17-jarigen, aangezien zij in principe voor de jeugdrechtbank moeten verschijnen wanneer zij een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd.
Het Hof ziet niet in op welke manier het bestaan van specifieke nadere regels op het vlak van de strafprocedure voor minderjarigen, die hoe dan ook van toepassing blijven, kan verantwoorden dat enkel de kiezers van 18 jaar en ouder strafrechtelijk kunnen worden vervolgd wanneer zij hun stemrecht niet uitoefenen. In dat opzicht dient te worden opgemerkt dat de specifieke regeling voor minderjarigen op het vlak van de strafprocedure in principe geen invloed heeft op het strafbare karakter van het bestrafte gedrag.
B.15. Het eerste, het derde en het vierde middel zijn ernstig.
B.16.1. Een schorsing door het Hof moet kunnen voorkomen dat voor de verzoekende partij, door de onmiddellijke toepassing van de bestreden norm, een ernstig nadeel zou ontstaan dat door de gevolgen van een eventuele vernietiging niet of nog moeilijk zou kunnen worden hersteld.
B.16.2. De verzoekende partij wijst erop dat bij een onmiddellijke toepassing van de bestreden bepaling op de eerstvolgende verkiezing van het Europees Parlement, in het vooruitzicht gesteld op 9 juni 2024, het verloop van de verkiezing plaatsvindt op grond van een ongrondwettige regeling.
B.16.3. Het nadeel dat zou ontstaan uit verkiezingen die op een ongrondwettige basis zouden worden georganiseerd, is noodzakelijkerwijze ernstig omdat het zou gaan om een aantasting van het recht zelf om te kiezen en te worden verkozen, essentieel voor het bestaan zelf van een representatieve democratie.
B.16.4. Krachtens artikel 43 van de wet van 23 maart 1989 doet de Kamer van volksvertegenwoordigers uitspraak over de geldigheid van de kiesverrichtingen voor de verkiezing van het Europees Parlement, alsook over de in dat verband ingebrachte bezwaren. Krachtens de Akte van 20 september 1976 « betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen », onderzoekt het Europees Parlement de geloofsbrieven van zijn leden.
Overeenkomstig artikel 12 van die Akte is het door het Europees Parlement gevoerde onderzoek evenwel ertoe beperkt nota te nemen van de officieel door de lidstaten bekendgemaakte uitslagen en te beslissen over de bezwaren die eventueel kunnen worden ingebracht op grond van de bepalingen van die Akte, met uitsluiting van de nationale bepalingen waarnaar de Akte verwijst.
Daaruit volgt dat een latere vernietiging van de bestreden bepaling het nadeel veroorzaakt door de toepassing, voor de stemming van 9 juni 2024, van een ongrondwettige bepaling, niet zou kunnen herstellen.
B.16.5. Er is dus voldaan aan de tweede voorwaarde gesteld bij artikel 20, 1°, van de voormelde bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten.
B.17.1. Zoals het Hof reeds meerdere malen heeft geoordeeld (zie de arresten nrs. 116/2002, ECLI:BE:GHCC:2002:ARR.116, 174/2002, ECLI:BE:GHCC:2002:ARR.174, 34/2009, ECLI:BE:GHCC:2009:ARR.034, 97/2010, ECLI:BE:GHCC:2010:ARR.097, en 113/2021, ECLI:BE:GHCC:2021:ARR.113), volgt uit het gebruik van het woord « kan » in artikel 19 van de voormelde bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten dat het Hof, zelfs wanneer het oordeelt dat aan de twee grondvoorwaarden in artikel 20, 1°, van dezelfde bijzondere wet om tot schorsing te kunnen overgaan is voldaan, niet is verplicht tot schorsing over te gaan. Het Hof dient na te gaan of het verantwoord is om tot schorsing van de bestreden bepalingen over te gaan, waarbij het de nadelen van de onmiddellijke toepassing van de bestreden bepalingen voor de verzoekende partijen moet afwegen tegen de nadelen voor het algemeen belang die een schorsing met zich zou meebrengen.
B.17.2. De Ministerraad voert aan dat een schorsing van de bestreden bepaling een goed verloop van de verkiezing van 9 juni 2024 in het gedrang zou brengen en verwarring zou doen ontstaan bij de 16- en 17-jarigen.
B.17.3. Wat het risico betreft dat verkiezingen op een ongrondwettige basis worden georganiseerd en in het licht van het wezenlijke karakter van het stemrecht voor een democratische rechtsstaat, zouden alleen uitzonderlijke omstandigheden kunnen rechtvaardigen dat de bestreden bepaling niet wordt geschorst terwijl de grondvoorwaarden van artikel 20, 1°, van de voormelde bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten vervuld zijn.
In dat verband ziet het Hof niet in op welke manier een schorsing van de bestreden bepaling de organisatie van de nakende verkiezing van het Europees Parlement in het gedrang zou kunnen brengen in het licht van de verkiezingsagenda, onder meer wat het informeren van de betrokken minderjarigen betreft.
B.18. Artikel 13 van de wet van 25 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048709 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht type wet prom. 25/12/2023 pub. 22/03/2024 numac 2024002225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees Parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. - Duitse vertaling sluiten moet worden geschorst.
B.19.1. Artikel 25 van de voormelde bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten bepaalt : « Het Hof wijst zijn arrest op de hoofdvordering binnen drie maanden na de uitspraak van het arrest dat de schorsing beveelt. De termijn kan niet worden verlengd.
Indien het arrest op de hoofdvordering niet gewezen is binnen die termijn, houdt de schorsing onmiddellijk op gevolg te hebben ».
B.19.2. Gelet op de bij titel V van de voormelde bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten voorziene termijnen, is het Hof evenwel niet in staat om vóór 9 juni 2024, datum van de volgende verkiezing van het Europees Parlement, uitspraak te doen over het beroep tot vernietiging.
B.19.3. Aangezien de gevolgen van een schorsing voor de duur ervan dezelfde zijn als die van een vernietiging, volgt hieruit dat het voormelde artikel 39, eerste lid, van de wet van 23 maart 1989 zoals gewijzigd bij artikel 15 van de wet van 1 juni 2022, zoals die werd vernietigd bij het voormelde arrest nr. 116/2023, van toepassing is op de verkiezing van het Europees Parlement van 9 juni 2024, zodat de deelname aan de stemming verplicht is voor de minderjarigen ouder dan 16 jaar die door die bepaling worden beoogd, namelijk : - de Belgen die ouder zijn dan 16 jaar en die zijn ingeschreven in het bevolkingsregister van een Belgische gemeente; - de Belgen die ouder zijn dan 16 jaar en die verblijven op het grondgebied van een Staat die geen lidstaat van de Europese Unie is en die zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters in de consulaire beroepsposten; - de Belgen die ouder zijn dan 16 jaar en die verblijven op het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese Unie en die zijn ingeschreven op de kiezerslijst van de Belgische consulaire beroepspost waarvan zij afhangen; - de onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie die ouder zijn dan 16 jaar en die zijn ingeschreven op de kiezerslijst van hun Belgische gemeente van verblijf.
B.19.4. In dat opzicht dient te worden opgemerkt dat het arrest dat in de fase van het onderzoek van het beroep tot vernietiging in de onderhavige zaak zal worden gewezen, ongeacht de draagwijdte van dat laatste arrest, geen enkel gevolg zal hebben voor de regelmatigheid van de voormelde verkiezing van 9 juni 2024, aangezien die geldig zal plaatsvinden op basis van het voormelde artikel 39, eerste lid, van de wet van 23 maart 1989 zoals gewijzigd bij artikel 15 van de wet van 1 juni 2022, zoals die werd vernietigd bij het arrest nr. 116/2023, en dat ingevolge het onderhavige schorsingsarrest zelf.
Om die redenen, het Hof schorst artikel 13 van de wet van 25 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048709 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het europees parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht type wet prom. 25/12/2023 pub. 22/03/2024 numac 2024002225 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en tot wijziging van het oudburgerlijk wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees Parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. - Duitse vertaling sluiten « tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement en tot wijziging van het [oud Burgerlijk Wetboek], teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het [Europees Parlement] mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht ».
Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 21 maart 2024.
De griffier, Nicolas Dupont De voorzitter, Luc Lavrysen