Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 20 maart 2023

Uittreksel uit arrest nr. 15/2023 van 2 februari 2023 Rolnummer 7748 In zake : het beroep tot vernietiging van de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 22 juli 2021 « betreffende de erkenning en subsidiëring van de Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit rechter T. Giet, waarnemend voorzitter, voorzitter L. (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2023200827
pub.
20/03/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 15/2023 van 2 februari 2023 Rolnummer 7748 In zake : het beroep tot vernietiging van de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 22 juli 2021 « betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico's », ingesteld door Arielle d'Hauterives en anderen.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit rechter T. Giet, waarnemend voorzitter, voorzitter L. Lavrysen, en de rechters M. Pâques, T. Detienne, D. Pieters, S. de Bethune en K. Jadin, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van rechter T. Giet, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 februari 2022 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 9 februari 2022, is beroep tot vernietiging van de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 22 juli 2021 « betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico's » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 augustus 2021) ingesteld door Arielle d'Hauterives, Baudouin Grandjean, Christophe Piette, Jozef Amkreutz, Georgia Venetakis, Daniel Delatte, Monique Agnus, Martine Fabry, de bv « Amadeus », de bv « Incubate », de bv « Paper Street » en de nv « Bergoens, Vandebroek & Partners », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr.J. Bourtembourg en Mr. M. de Mûelenaere, advocaten bij de balie te Brussel. (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden bepalingen B.1.1. Het beroep tot vernietiging heeft betrekking op de artikelen 3, § 1, 5° en 6°, en 4 van de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 22 juli 2021 « betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico's » (hierna : de ordonnantie van 22 juli 2021).

B.1.2. Artikel 3 van de ordonnantie van 22 juli 2021 bepaalt : « § 1. De dienst die actief is op het vlak van risicobeperking, oefent de volgende activiteiten uit : 1° voorlichting, bewustmaking en opvoeding van druggebruikers, van de bevolking in het algemeen en van de sociosanitaire, psychosociale, onderwijs- en socioculturele actoren op het vlak van de aan druggebruik verbonden risico's en van de middelen om ze te verminderen;2° doorverwijzing van de druggebruikers naar de welzijnsdiensten en de diensten voor algemene of gespecialiseerde zorg, om een gezondheidstraject uit te stippelen dat aangepast is aan hun specifieke situatie, teneinde de verslaving aan te pakken, hun geestelijke en lichamelijke gezondheid te verbeteren en hun sociale re-integratie te bevorderen;3° opsporing en promotie van opsporing, in al haar vormen, van infectieziekten (onder meer HIV en hepatitis);4° promotie en distributie, ook op de openbare weg, van gezondheidsmateriaal en -producten voor risicobeperking;5° bevordering en supervisie van de gedragingen, handelingen en procedures ter preventie van de risico's op een (al dan niet dodelijke) overdosis, van infecties en andere complicaties die verbonden zijn aan druggebruik, ook in een consumptiezaal met laag risico.De supervisie bestaat erin de gebruikers te waarschuwen voor de risicopraktijken, hen te begeleiden en hun advies te verstrekken over de manieren om psychoactieve substanties of als drugs geclassificeerde substanties te gebruiken, teneinde de risico's op overdracht van infecties en andere gezondheidscomplicaties te voorkomen of te verminderen. De supervisie omvat geen actieve deelname aan de consumptiehandelingen; 6° het beheer van een consumptiezaal met laag risico;7° deelname aan de analyse, monitoring en voorlichting ten behoeve van de overheden en de gebruikers over de samenstelling, de gewoonten inzake transformatie en consumptie en het gevaarlijke karakter van de geconsumeerde substanties. Het Verenigd College kan de in het eerste lid opgesomde opdrachten verduidelijken. § 2. De dienst die actief is op het vlak van risicobeperking, integreert bij de ontwikkeling van zijn activiteiten de volgende interventieprincipes : het niet banaliseren van druggebruik, het ontmoeten van de gebruikers in hun leefomgeving, de medewerking van de gebruikers, het voortdurend ontwikkelen van een reflectie en evaluatie. § 3. De dienst die actief is op het vlak van risicobeperking, zorgt voor een ' laagdrempelige ' toegang, namelijk dat hij voor iedereen onvoorwaardelijk, anoniem en gratis toegankelijk is. § 4. De in paragraaf 1, 5° en 6°, opgesomde activiteiten mogen alleen worden uitgevoerd door diensten die actief zijn op het vlak van risicobeperking en erkend zijn volgens de in de artikelen 5 tot 7 bedoelde procedure ».

B.1.3. Artikel 4 van de ordonnantie van 22 juli 2021 bepaalt : « De handelingen die in het kader van deze ordonnantie worden gesteld door een erkende dienst die actief is op het vlak van risicobeperking of voor rekening van deze dienst in het kader van de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 3, § 1, 5° en 6°, vormen geen strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 3, § 2, van de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die gebruikt kunnen worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen ».

B.2. Artikel 2, 2°, van de ordonnantie van 22 juli 2021 definieert de « consumptiezaal met laag risico », bedoeld in de voormelde artikelen, als zijnde « een ambulante dienst die druggebruikers een beschermde omgeving biedt waar ze drugs kunnen gebruiken in optimale sociosanitaire omstandigheden en onder toezicht van een multidisciplinair team, teneinde de risico's voor hun gezondheid, hun omgeving en het milieu te beperken en hun sociale re-integratie te bevorderen ».

Ten aanzien van het belang B.3. De eerste acht verzoekende partijen, die natuurlijke personen zijn, zijn eigenaars van onroerende goederen die gelegen zijn in de buurt waarin de bouw van een consumptiezaal met laag risico is aangekondigd voor 2026. De vier andere verzoekende partijen, die rechtspersonen zijn, oefenen hun activiteiten uit in de buurt van die plaats. Die twaalf verzoekende partijen zijn van mening dat zij doen blijken van het vereiste belang om de vernietiging te vorderen van de door hen bestreden ordonnantiebepalingen, aangezien zij, voor de Raad van State, een belang zullen hebben bij het vorderen van de nietigverklaring van de bestuurshandeling die zal worden aangenomen op grond van de ordonnantie van 22 juni 2021 en die zal leiden tot de effectieve opening van een consumptiezaal met laag risico in hun buurt.

B.4. Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (hierna : de GGC), de voorzitter van de Verenigde vergadering van de GGC en de Ministerraad betogen dat het beroep niet ontvankelijk is, daar de verzoekende partijen niet doen blijken van het vereiste belang.

B.5. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt; bijgevolg is de actio popularis niet toelaatbaar.

B.6.1. Zoals de verzoekende partijen zelf aanvoeren, veronderstelt de oprichting van een consumptiezaal met laag risico in hun buurt dat maatregelen ter uitvoering van de bestreden ordonnantie worden vastgesteld. Daaruit volgt dat hun situatie niet rechtstreeks wordt geraakt door de artikelen 3, § 1, 5° en 6°, en 4 van de ordonnantie van 22 juli 2021.

Bovendien blijkt niet - en de verzoekende partijen tonen evenmin aan - dat die bepalingen van de ordonnantie van 22 juli 2021 het voorwerp hebben uitgemaakt van dergelijke maatregelen, resulterend in de effectieve vestiging van een consumptiezaal met laag risico in hun buurt zodat hun belang, in dat stadium, hypothetisch is. In de veronderstelling dat zij bestaan, is het Hof hoe dan ook niet bevoegd om zich uit te spreken over de wijze waarop aan ordonnantiebepalingen uitvoering wordt gegeven.

B.6.2. Bovendien staat het niet aan het Hof vooruit te lopen op de manier waarop de bestreden bepalingen zullen worden uitgevoerd door de bevoegde administratieve overheid, noch op de manier waarop de Raad van State waarbij eventueel een beroep tegen die uitvoeringsmaatregelen is ingesteld, uitspraak zou doen wat betreft het belang van de verzoekende partijen in het kader van dat hypothetische contentieux.

B.7. Uit wat voorafgaat volgt dat het belang van de verzoekende partijen bij de vernietiging van de bestreden bepalingen te hypothetisch en te onrechtstreeks is om in aanmerking te kunnen worden genomen. De hoedanigheid van potentieel omwonende van een consumptiezaal met laag risico volstaat te dezen niet om van het vereiste belang te doen blijken.

B.8. Het beroep is onontvankelijk.

Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep.

Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 2 februari 2023.

De griffier, F. Meersschaut De wnd. voorzitter, T. Giet

^