Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 30 april 2024

Uittreksel uit arrest nr. 123/2023 van 21 september 2023 Rolnummers 7829 en 7848 In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 16 tot 21 van het decreet van het Waalse Gewest van 3 februari 2022 « tot wijziging van het Waalse Wetboe Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2023045982
pub.
30/04/2024
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 123/2023 van 21 september 2023 Rolnummers 7829 en 7848 In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 16 tot 21 van het decreet van het Waalse Gewest van 3 februari 2022 « tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid », ingesteld door Jocelyne Franssen en de vzw « Droits et libertés » en door de vzw « Notre Bon Droit » en anderen.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters T. Giet, J. Moerman, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, bijgestaan door de griffier N. Dupont, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging a. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 1 juli 2022 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 4 juli 2022, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 17 tot 20 van het decreet van het Waalse Gewest van 3 februari 2022 « tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 februari 2022) door Jocelyne Franssen en de vzw « Droits et libertés », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr.R. Bokoro N'Saku, advocaat bij de balie te Brussel. b. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden op 12 augustus 2022 bij ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 16 augustus 2022, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 16, 17, 18, 19 en 21 van hetzelfde decreet door de vzw « Notre Bon Droit », de vzw « Groupe de Réflexion et d'Action Pour une Politique Ecologique », Jamila Adda, Fatiha Aït Saïd, Benoit Barbier, Edith Barbieux, Valentine Bernard, Hubert Bliard, Axel Boogaerts, Eileen Boogaerts, Tybian Boogaerts, Guillaume Brygo, Marilèna Cannella, Karine Capouillez, Dominique Cavillot, Marie Coipel, Astrid De Borman, Els De Geest, Ingrid De Pape, Hélène Declerc, Corine Dehaes, Jean-Paul Dessy, Annick Dethis, Joëlle Devillez, Carine D'Hoye, Anne Dumont, Julien Dupuis, Patrick d'Ursel, Abdelali El Mazbour, Isabelle Fiévez, Marguerite Florani, André Foguenne, Claude Francq, Valérie Gerbehaye, Mélanie Ghys, Nicolas Ghys, Paul Ghys, Isabelle Ghys, Thomas Ghys, Françoise Gilboux, Wendy Glenisson, Bénédicte Grignard, Benoit Guillaume, Jean-Luc Guilmot, Geneviève Hilgers, Sylvianne Honorez, Geneviève Huon, Roger Huppermans, Nathalie Jeanson, François Jongen, Luc Jongen, Alain Jossart, Elisabeth Lambert, Martine Lambrechts, François Laviolette, Francis Leboutte, Corinne Lefrant, Marie-Hélène Lénaers, Jacqueline Lesplingart, Melissa Mairesse, Etienne Marchot, Philippe Massenaux, Sandrine Meunier, Karin Meyer, Jonathan Michel, Geneviève Michel, Emmanuel Mignolet, Benoit Nicolay, Régine Nyssens, Christian Papeleux, André Parisse, Sandrine Parisse, Adrien Parisse, Véronique Parisse, Julie Petitjean, Chantal Pierlot, Grégory Pierquin, Amélie Pirmez, Philippe Pleuger, Morgane Prohaczka, Guy Raets, Dieudonnée Reynaert, Paul Roland, Vincent Rousseau, Marie-George Roussille, Joël Scuttenaire, Rebecca Taita, Philippe Tamignaux, Agnès Tamignaux, Mireille Theck, Françoise Tilmant, Manuel Tilquin, Guillaume Tirtiaux, Emmanuelle Trives, Maïa Van Brusselt, Véronique Vanden Bossche, Laurence Vandeputte, Thierry Vanderlinden, Corrie Vangelder, Carole Vanoeteghem, Sandrine Vansnick, Fanny Verhoustraeten en Daniel Zink, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr.F. Schmitz en Mr. M. Pilcer, advocaten bij de balie te Brussel.

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7829 en 7848 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van het bestreden decreet B.1.1. Bij een decreet van het Waalse Gewest van 2 mei 2019 « tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid » (hierna : het decreet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/10/2019 numac 2019204530 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid type decreet prom. 02/05/2019 pub. 24/05/2019 numac 2019202516 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/08/2019 numac 2019203696 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 6 november 2008 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en het Gerechtelijk Wetboek type decreet prom. 02/05/2019 pub. 18/06/2019 numac 2019202697 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de organisatie van de gewestelijke volksraadpleging type decreet prom. 02/05/2019 pub. 08/11/2019 numac 2019015073 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van verscheidene wetgevingen inzake pacht type decreet prom. 02/05/2019 pub. 21/08/2019 numac 2019203762 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de bescherming van de watervoorraad, het bestuur en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt en artikel 100 van het programmadecreet van 12 december 2014 houdende verschillende maatregelen betreffende de begroting inzake natuurrampen, verkeersveiligheid, openbare werken, energie, huisvesting, leefmilieu, ruimtelijke ordening, dierenwelzijn, landbouw en fiscaliteit type decreet prom. 02/05/2019 pub. 30/08/2019 numac 2019203885 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur en het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie met het oog op het toewijzen van een sterkere rol aan de Commissie voor de toegang tot de bestuursdocumenten van het Waalse Gewest (1) type decreet prom. 02/05/2019 pub. 16/10/2019 numac 2019204580 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten) heeft de decreetgever, in het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid (hierna : het WWSAG) de bepalingen met betrekking tot preventie en bevordering van de gezondheid ingevoegd die hij had aangenomen ingevolge de overdracht van de uitoefening van die bevoegdheid van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest krachtens artikel 138 van de Grondwet en krachtens het bijzonder decreet van de Franse Gemeenschap van 3 april 2014 « betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening naar [lees : aan] het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie wordt overgedragen » en het decreet van het Waalse Gewest van 11 april 2014 met hetzelfde opschrift (Parl. St., Waals Parlement, 2018-2019, nr. 1332/1, p. 3).

De toenmalige decreetgever was zich ervan bewust dat de uitwerking van een plan voor de bevordering van de gezondheid impliceerde dat men over betrouwbare sociaal-sanitaire gegevens moest beschikken, en heeft de verzameling van de gegevens die nodig zijn voor het nemen van adequate beslissingen toevertrouwd aan een waarnemingscentrum opgericht binnen het « Agence wallonne de la santé, de la protection sociale, du handicap et des familles (AViQ) » (Waals Agentschap voor gezondheid, sociale bescherming, handicap en gezinnen) (Parl. St., Waals Parlement, 2021-2022, nr. 796/1, p. 3).

B.1.2. Bij het decreet van het Waalse Gewest van 3 februari 2022 « tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid » (hierna : het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten) worden die bepalingen gewijzigd en aangevuld om ze te verduidelijken en om bepaalde tekortkomingen te corrigeren die aan het licht waren gekomen tijdens de redactiewerkzaamheden van het besluit van de Waalse Regering dat ze ten uitvoer moest leggen. Het decreet neemt ook bepalingen op die noodzakelijk waren gebleken naar aanleiding van de gezondheidscrisis veroorzaakt door de COVID-19-pandemie in 2020.

Volgens de memorie van toelichting « gaat het niet erom de filosofie van de tekst opnieuw in vraag te stellen, maar wel de tekst te verbeteren om hem duidelijker en preciezer te maken en meer aan te passen aan de bezorgdheid van de Waalse bevolking omtrent gezondheid. [...] Uit het voorgaande volgt dat dit ontwerpdecreet dus niet de bevordering van de gezondheid waartoe het Parlement had beslist opnieuw in vraag stelt, maar eerder een aanpassing, een verbetering van de teksten is, in het verlengde van het decreet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/10/2019 numac 2019204530 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid type decreet prom. 02/05/2019 pub. 24/05/2019 numac 2019202516 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/08/2019 numac 2019203696 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 6 november 2008 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en het Gerechtelijk Wetboek type decreet prom. 02/05/2019 pub. 18/06/2019 numac 2019202697 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de organisatie van de gewestelijke volksraadpleging type decreet prom. 02/05/2019 pub. 08/11/2019 numac 2019015073 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van verscheidene wetgevingen inzake pacht type decreet prom. 02/05/2019 pub. 21/08/2019 numac 2019203762 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de bescherming van de watervoorraad, het bestuur en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt en artikel 100 van het programmadecreet van 12 december 2014 houdende verschillende maatregelen betreffende de begroting inzake natuurrampen, verkeersveiligheid, openbare werken, energie, huisvesting, leefmilieu, ruimtelijke ordening, dierenwelzijn, landbouw en fiscaliteit type decreet prom. 02/05/2019 pub. 30/08/2019 numac 2019203885 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur en het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie met het oog op het toewijzen van een sterkere rol aan de Commissie voor de toegang tot de bestuursdocumenten van het Waalse Gewest (1) type decreet prom. 02/05/2019 pub. 16/10/2019 numac 2019204580 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten » (ibid.).

Ten aanzien van de omvang van het beroep B.2.1. Het Hof dient de omvang van de beroepen tot vernietiging te bepalen op basis van de inhoud van de verzoekschriften.

Het Hof kan enkel uitdrukkelijk bestreden wetskrachtige bepalingen vernietigen waartegen middelen worden aangevoerd en, in voorkomend geval, bepalingen die niet worden bestreden maar die onlosmakelijk zijn verbonden met de bepalingen die moeten worden vernietigd.

B.2.2. De verzoekende partijen in de zaak nr. 7829 vorderen de vernietiging van de artikelen 17, 18, 19, 20 en 21 van het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten. Het verzoekschrift tot vernietiging bevat evenwel geen grieven tegen de artikelen 20 en 21 van dat decreet.

B.2.3. De verzoekende partijen in de zaak nr. 7848 vorderen de vernietiging van de artikelen 16, 17, 18, 19 en 21 van het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten.

Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de beroepen B.3.1. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt.

B.3.2. De Waalse Regering betwist het belang om in rechte te treden van de verzoekende partijen in de zaak nr. 7829 en dat van de tweede verzoekende partij in de zaak nr. 7848. Zij is daarnaast van mening dat de verzoekende partijen geen belang hebben om de vernietiging van de artikelen 17, 18 en 20 van het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten te vorderen omdat een vernietiging van die bepalingen tot gevolg zou hebben dat de artikelen 47/14 tot 47/16 van het WWSAG in hun vorige versie worden hersteld, hetgeen hun niet méér waarborgen zou bieden.

B.3.3. De eerste verzoekende partij in de zaak nr. 7829 en de 3de tot en met de 103de verzoekende partij in de zaak nr. 7848 zijn natuurlijke personen die in het Waalse Gewest wonen of die er zich regelmatig naar begeven, waardoor sommige van hun grondrechten zouden worden aangetast. Zij doen aldus blijken van een belang om de vernietiging ervan de vorderen. Het belang van de andere verzoekende partijen, die rechtspersonen zijn, dient bijgevolg niet te worden onderzocht.

Overigens kan het herstel van de vroegere bepalingen dat uit een vernietiging zou voortvloeien de verzoekende partijen niet hun belang ontzeggen, omdat zij een nieuwe kans zouden krijgen om hun situatie gunstiger geregeld te zien ingevolge de vernietiging van de bestreden bepalingen.

B.3.4. De excepties van niet-ontvankelijkheid worden verworpen.

Ten aanzien van het onderzoek van de middelen B.4. Het Hof onderzoekt de middelen die door de verzoekende partijen in de twee zaken zijn aangevoerd, door ze te groeperen zoals volgt : - Het middel met betrekking tot de bevoegdheid van de decreetgever (zesde middel in de zaak nr. 7848); - De middelen met betrekking tot de sanitaire noodtoestand (tweede middel in de zaak nr. 7829 en eerste en tweede middel in de zaak nr. 7848); - Het middel met betrekking tot de strafbaarstellingen (derde middel in de zaak nr. 7848); - De middelen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (eerste middel in de zaak nr. 7829 en vierde middel in de zaak nr. 7848); - Het middel met betrekking tot het opleggen van een medische behandeling (vijfde middel in de zaak nr. 7848).

Ten aanzien van de bevoegdheid van het Waalse Gewest B.5.1. Het onderzoek van de overeenstemming van wetskrachtige bepalingen met de bevoegdheidverdelende regels moet in de regel dat van de bestaanbaarheid ervan met de bepalingen van titel II van de Grondwet en met de artikelen 170, 172 en 191 ervan voorafgaan. Het Hof onderzoekt dus eerst het zesde middel in de zaak nr. 7848.

B.5.2. De verzoekende partijen in de zaak nr. 7848 betwisten dat het Waalse Gewest bevoegd is om artikel 18 van het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten aan te nemen, dat artikel 47/15 van het WWSAG wijzigt door de eerste paragraaf ervan te vervangen en de nieuwe paragrafen 1/1, 1/2, 1/3 en 1/4 erin in te voegen. Die bepalingen betreffen de opdrachten en bevoegdheden van de artsen, verpleegkundigen en gewestelijke gezondheidsinspecteurs die belast zijn met het toezicht op infectieziekten. De verzoekende partijen zijn van mening dat die bepalingen onder de bevoegdheid van de gemeenschappen inzake preventieve gezondheidszorg vallen, zodat zij de bevoegdheden van het Waalse Gewest te buiten zouden gaan.

B.5.3. Artikel 1 van het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten bepaalt : « Dit decreet regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet ».

B.5.4. Krachtens artikel 138 van de Grondwet kunnen het Parlement van de Franse Gemeenschap, enerzijds, en het Parlement van het Waalse Gewest en de Franse taalgroep van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, anderzijds, in onderlinge overeenstemming beslissen om de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap over te dragen aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie. Bij artikel 3, 6°, van het bijzonder decreet van de Franse Gemeenschap van de 3 april 2014 « betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening naar [lees : aan] het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie wordt overgedragen » en bij artikel 3, 6°, van het decreet van het Waalse Gewest van 11 april 2014 « betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt » werd het gezondheidsbeleid (onder voorbehoud van enkele uitzonderingen), dat de preventieve gezondheidszorg omvat, op die manier overgedragen. Het Waalse Gewest is bijgevolg bevoegd om die bevoegdheid uit te oefenen in het Franse taalgebied.

B.5.5. Het zesde middel in de zaak nr. 7848 is niet gegrond.

Ten aanzien van de sanitaire noodtoestand B.6.1.1. Artikel 19 van het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten voegt in het WWSAG een artikel 47/15/1 in dat als volgt is geformuleerd : « § 1. In geval van een epidemische noodsituatie in de zin van artikel 2, 3°, van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, afgekondigd door de Koning krachtens artikel 3, § 1, van dezelfde wet, beslist de Regering bij besluit, voor het geheel of een deel van het Franse taalgebied, tot een noodtoestand op het gebied van de volksgezondheid voor een maximumtermijn van drie maanden. Dit besluit treedt onmiddellijk in werking.

Het besluit van de Regering wordt onmiddellijk aan het Parlement meegedeeld. Het Parlement bekrachtigt het Regeringsbesluit bij decreet binnen vijftien dagen na de bekendmaking ervan. Bij gebreke van aanneming van een decreet waarbij het Regeringsbesluit binnen de bovengenoemde termijn van vijftien dagen wordt bevestigd, wordt dit besluit geacht nooit te zijn aangenomen.

Over de verlenging van de noodtoestand op het gebied van de volksgezondheid wordt bij Regeringsbesluit beslist, telkens voor een periode van maximaal drie maanden. Dit besluit treedt onmiddellijk in werking.

Het verlengingsbesluit van de Regering wordt onmiddellijk aan het Parlement meegedeeld. Het Parlement bekrachtigt het door de Regering aangenomen verlengingsbesluit bij decreet binnen vijftien dagen na de bekendmaking ervan. Bij gebreke van aanneming van een decreet waarbij het door de Regering genomen verlengingsbesluit binnen de bovengenoemde termijn van vijftien dagen wordt bevestigd, wordt dit besluit geacht nooit te zijn aangenomen. § 2. Tijdens de periode van een noodtoestand op het gebied van de volksgezondheid stelt de Regering voor het gehele grondgebied van het Franse taalgebied of een gedeelte daarvan, naar gelang van de epidemiologische omstandigheden, de maatregelen vast bedoeld in de leden 1/2 en 1/3 van artikel 47/15.

Zij kan ook alle andere maatregelen nemen die nodig zijn om de epidemie te beheren, te bewaken en te beheersen.

De in [deze] paragraaf bedoelde maatregelen zijn, in het licht van de wetenschappelijke kennis omtrent de betrokken besmettelijke ziekte, noodzakelijk, passend en evenredig met de doelstellingen om verdere besmetting te voorkomen en de verspreiding van de epidemie te beheersen.

De op basis van [deze] paragraaf vastgestelde maatregelen zijn van toepassing gedurende een periode van ten hoogste één maand. Zij worden maandelijks door de regering geëvalueerd en van maand tot maand vernieuwd wanneer zij noodzakelijk blijven in de zin van lid 3. Zij kunnen geen effect hebben na de periode van de noodsituatie op gezondheidsgebied. [Deze] paragraaf is van toepassing onverminderd de bevoegdheden van de federale staat en de andere gefedereerde entiteiten. De in [deze] paragraaf bedoelde maatregelen hebben uitsluitend betrekking op de bescherming van de gezondheid en zijn bedoeld om op evenredige wijze de verspreiding van het besmettelijke agens dat verantwoordelijk is voor de epidemische situatie te voorkomen, af te remmen of tot staan te brengen, zoals met name, en op niet-uitputtende wijze, volgens de geldende wetenschappelijke aanbevelingen : screening, isolatie, quarantaine, het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen of bewustmaking van de regels inzake persoonlijke hygiëne, enz. Tenzij de federale Staat of een andere deelstaat reeds een raadpleging heeft georganiseerd, zal de Regering het initiatief nemen tot een raadpleging van de federale Staat en de andere deelstaten wanneer de voorgenomen maatregelen gevolgen kunnen hebben voor hun respectieve bevoegdheden. § 3. De Regering bepaalt aan welke natuurlijke of rechtspersonen zij de uitvoering van de krachtens [de] tweede paragraaf aangenomen maatregelen toevertrouwt. § 4. Voorzover de door de Regering uit hoofde van paragraaf 2 getroffen maatregelen de verwerking van persoonsgegevens omvatten, is artikel 47/14 op deze verwerking van toepassing, met uitzondering van paragraaf 1, vijfde tot en met zevende lid.

In het kader van deze verwerking zijn de door de regering uit hoofde van paragraaf 3 aangewezen natuurlijke of rechtspersonen aan hetzelfde beroepsgeheim gebonden als de in artikel 47/14, paragraaf 1, vijfde lid, bedoelde regionale gezondheidsinspecteurs, artsen en verpleegkundigen.

De regering bepaalt wie verantwoordelijk is voor de verwerking van de in [deze] paragraaf bedoelde persoonsgegevens. § 5. Binnen drie maanden na het einde van de noodtoestand op gezondheidsgebied legt de Regering aan het Parlement een evaluatieverslag voor over de doelstellingen die in het kader van de eerbiediging van de grondrechten zijn nagestreefd, teneinde na te gaan of dit artikel niet moet worden ingetrokken, aangevuld, gewijzigd of vervangen ».

B.6.1.2. De memorie van toelichting bij die bepaling geeft aan dat het doel van de decreetgever erin bestaat lessen te trekken uit de COVID-19-pandemie door te voorzien in een mogelijkheid van algemene delegatie aan de Regering in geval van een epidemische noodsituatie.

De tekst van de bepaling is rechtstreeks gebaseerd op die van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten « betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie » (hierna : de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten) en verwijst uitdrukkelijk naar de in die wet vervatte definitie van een epidemische noodsituatie. Om verwarring te vermijden tussen de federale en de gewestelijke procedure, heeft de decreetgever gekozen voor de bewoordingen « sanitaire noodtoestand » in plaats van « epidemische noodtoestand » (Parl. St., Waals Parlement, 2020-2021, nr. 796/1, p. 12).

B.6.2.1. Artikel 18 van het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten brengt onder meer de volgende wijzigingen aan in artikel 47/15 van het WWSAG, zoals ingevoegd bij het decreet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/10/2019 numac 2019204530 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid type decreet prom. 02/05/2019 pub. 24/05/2019 numac 2019202516 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/08/2019 numac 2019203696 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 6 november 2008 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en het Gerechtelijk Wetboek type decreet prom. 02/05/2019 pub. 18/06/2019 numac 2019202697 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de organisatie van de gewestelijke volksraadpleging type decreet prom. 02/05/2019 pub. 08/11/2019 numac 2019015073 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van verscheidene wetgevingen inzake pacht type decreet prom. 02/05/2019 pub. 21/08/2019 numac 2019203762 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de bescherming van de watervoorraad, het bestuur en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt en artikel 100 van het programmadecreet van 12 december 2014 houdende verschillende maatregelen betreffende de begroting inzake natuurrampen, verkeersveiligheid, openbare werken, energie, huisvesting, leefmilieu, ruimtelijke ordening, dierenwelzijn, landbouw en fiscaliteit type decreet prom. 02/05/2019 pub. 30/08/2019 numac 2019203885 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur en het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie met het oog op het toewijzen van een sterkere rol aan de Commissie voor de toegang tot de bestuursdocumenten van het Waalse Gewest (1) type decreet prom. 02/05/2019 pub. 16/10/2019 numac 2019204580 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten : « 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : ` § 1. De gewestelijke [gezondheidsinspecteurs], de artsen of de verpleegkundigen belast met het toezicht op de besmettelijke ziektes worden uit zijn midden door het Agentschap aangewezen. '; 2° er worden de nieuwe paragrafen 1/1, 1/2, 1/3 en 1/4 ingevoegd, luidend als volgt : ` § 1/1.De in paragraaf 1 bedoelde gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen of verpleegkundigen die tussenkomen in een toestand die deel uitmaakt van een individueel of gezinsverband, werken samen met de arts van de betrokken patiënt. De in paragraaf 1 bedoelde gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen of verpleegkundigen die tussenkomen in een toestand die collectief benaderd kan worden, werken samen met de door de gemeenschap aangewezen arts, de behandelende artsen, de plaatselijke administratieve overheden en de betrokken huisartsenkring, met wie hij overleg pleegt.

De in paragraaf 1 bedoelde gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen of verpleegkundigen zien erop toe dat de preventieve en profylactische maatregelen die de Regering in het kader van de bescherming van de volksgezondheid heeft vastgesteld, worden toegepast.

De in lid 1 bedoelde gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen of verpleegkundigen werken samen met de plaatselijke administratieve overheden waardoor de maatregelen moeten worden toegepast. " Onder plaatselijke administratieve overheden " wordt verstaan de burgemeesters, de provinciegouverneurs, de voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of hun administraties en de lokale politiediensten '.

De in paragraaf 1 bedoelde gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen of verpleegkundigen stellen de betrokken administratieve overheden op de hoogte wanneer een reëel verspreidingsrisico bestaat of wanneer de verspreiding daadwerkelijk aangetoond is.

De in paragraaf 1 bedoelde gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen of verpleegkundigen bevelen in voorkomend geval de bevoegde administratieve overheden aan de nodige bevelen of besluiten te geven om het geval te beheren.

De Regering neemt alle maatregelen die nodig of nuttig zijn voor de uitvoering van deze paragraaf. § 1/2. De in paragraaf 1 bedoelde gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen of verpleegkundigen verrichten rechtstreeks of door tussenkomst van een andere beroepsbeoefenaar elke medische controle of elk medisch onderzoek, alsmede [elk ander onderzoek of enquête en verzamelen] alle informatie die zij voor de vervulling van hun taak nuttig achten.

De in paragraaf 1 bedoelde gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen of verpleegkundigen zien erop toe en eisen zo nodig via de verantwoordelijke gezondheidswerker dat de persoon die ervan verdacht wordt op korte termijn aan een levensbedreigende ziekte te lijden of de symptomen van een ernstige epidemische ziekte te vertonen, alsmede de perso(o)n(en) die hem (hen) kan (kunnen) hebben besmet of die door hem (hen) kan (kunnen) zijn besmet de nodige onderzoeken ondergaan en, in voorkomend geval, passende preventieve of curatieve medische behandelingen ondergaan, onverminderd het recht van de patiënt om, na volledig geïnformeerd te zijn over zijn gezondheidstoestand, een dergelijke preventieve of curatieve behandeling te weigeren wanneer andere in dit artikel bedoelde maatregelen volstaan om volledig vrij te zijn van besmetting.

In voorkomend geval verbieden de in paragraaf 1 bedoelde gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen of verpleegkundigen, personen die aan een besmettelijke ziekte lijden, beroepsactiviteit uit te oefenen en een gemeenschap te bezoeken tijdens een periode die niet langer duurt dan de periode van besmettelijkheid.

De in paragraaf 1 bedoelde gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen of verpleegkundigen gelasten zo nodig de isolatie van personen die besmet zijn of besmet kunnen zijn geweest, voor een periode die niet langer duurt dan de periode van hun besmettelijkheid. Deze isolatie wordt uitgevoerd, afhankelijk van de omstandigheden : a) in een ziekenhuisdienst die relevant is voor de gegeven gezondheidstoestand en die geïdentificeerd is bij de isolatiebeslissing die door de arts van het Agentschap belast met het toezicht op besmettelijke ziektes na overleg met het betrokken ziekenhuis is aangenomen;b) thuis c) op een andere voor dit doel geschikte plaats. De Regering neemt alle maatregelen die nodig of nuttig zijn voor de uitvoering van deze paragraaf. § 1/3. De in paragraaf 1 bedoelde gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen of verpleegkundigen hebben het recht elke plaats te betreden die is bezocht door een persoon of personen die aan een besmettelijke ziekte lijden of door dieren die besmet zijn of waarvan vermoed wordt dat zij besmet zijn, teneinde de bron van de besmetting vast te stellen en profylactische maatregelen te nemen. Wanneer deze plaats een woning is, kan het recht van binnentreden overeenkomstig artikel 15 van de Grondwet slechts worden uitgeoefend met instemming van de betrokkene of met toestemming van een rechter, of in geval van ernstig en dreigend gevaar.

De in lid 1 bedoelde gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen of verpleegkundigen geven zo nodig opdracht [tot] : 1° ontsmetting van voorwerpen en lokalen die besmet kunnen zijn;2° het isoleren, behandelen en, indien nodig, doden en verbranden van besmette of verdachte dieren, in samenwerking met het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. De in lid 1 bedoelde gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen of verpleegkundigen gelasten, wanneer het besmettingsgevaar zulks vereist, de gehele of gedeeltelijke sluiting van een plaats, ruimte of installatie. Een verslag waarin de sluiting van een plaats, ruimte of faciliteit wordt gemotiveerd, wordt toegezonden aan de burgemeester van de betrokken gemeente. De beslissing tot sluiting wordt beëindigd indien de omstandigheden die het rechtvaardigden, niet langer aanwezig zijn. De burgemeester is uit hoofde van zijn administratieve politiebevoegdheden verantwoordelijk voor de uitvoering van de beslissingen tot sluiting.

De Regering neemt alle maatregelen die nodig of passend zijn voor de uitvoering van dit paragraaf. § 1/4. De in de leden 1/1, 1/2 en 1/3 bedoelde maatregelen zijn, in het licht van de wetenschappelijke kennis omtrent de betrokken besmettelijke ziekte, noodzakelijk, passend en evenredig met het doel om verdere besmetting te voorkomen ' ».

B.6.2.2. Volgens de memorie van toelichting wijzigen de bij dat artikel doorgevoerde herschrijving van de eerste paragraaf van artikel 47/15 van het WWSAG en de indeling ervan in verschillende nieuwe paragrafen - omwille van de leesbaarheid - in geen enkel opzicht de opdrachten en bevoegdheden van de artsen en verpleegkundigen die belast zijn met het toezicht op infectieziekten (Parl. St., Waals Parlement, 2020-2021, nr. 796/1, p. 11).

B.7.1. Met hun tweede middel klagen de verzoekende partijen in de zaak nr. 7829 in hoofdzaak aan dat die bepalingen, ten eerste, beperkingen toestaan van de individuele vrijheid, van het recht op individuele en culturele ontplooiing en van het recht van vergadering in het openbaar of in de privésfeer wegens een sanitaire noodsituatie, terwijl de criteria voor het beoordelen van die situatie niet nauwkeurig noch afgebakend zouden zijn, ten tweede, erin voorzien dat die beperkingen kunnen worden opgelegd gedurende een te lange termijn die voor bepaalde tijd kan worden verlengd en, ten derde, niet voorzien in een risicoanalyse voordat de beoogde maatregelen worden aangenomen.

B.7.2. Met hun eerste middel klagen de verzoekende partijen in de zaak nr. 7848 in hoofdzaak aan dat die bepalingen, ten eerste, de afkondiging van de sanitaire noodsituatie automatisch koppelen aan de afkondiging door de Koning, van de epidemische noodsituatie, terwijl dat laatste begrip vaag en onvoorzienbaar zou zijn, en, ten tweede, niet preciseren welke aan de grondrechten afbreuk doende maatregelen door de Regering kunnen worden genomen.

B.7.3. De verzoekende partijen voeren met name de schending aan van de artikelen 10, 11, 12, 15, 16, 19, 22, 23, 5°, 26, 27 en 187 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 11, 14 en 15, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 2 van het Protocol nr. 4 bij dat Verdrag, met de artikelen 12, 20 en 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met de artikelen 3 en 4, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 9 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Al die bepalingen waarborgen grondrechten.

Artikel 187 van de Grondwet verbiedt de schorsing, geheel en ten dele, van de Grondwet. Aangezien de verzoekende partijen niet preciseren in welk opzicht de door hen bestreden bepalingen een schorsing van de Grondwet tot gevolg zouden hebben, is het eerste middel in de zaak nr. 7848 niet ontvankelijk in zoverre het is afgeleid uit de schending van die bepaling.

B.8.1. Artikel 47/15/1 van het WWSAG, zoals ingevoegd bij artikel 19 van het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten, bepaalt dat de Waalse Regering bij besluit de sanitaire noodtoestand uitroept in geval van een epidemische noodsituatie die door de Koning werd afgekondigd op grond van artikel 3, § 1, van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten. Door de inwerkingtreding van het besluit waarbij tot een sanitaire noodtoestand wordt uitgeroepen, kan de Regering de maatregelen nemen die nodig zijn om de epidemie waarvan het bestaan door de Koning is erkend, te beheren, te monitoren en te beheersen. Die maatregelen kunnen bepaalde fundamentele rechten en vrijheden beperken.

B.8.2. Het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten heeft echter niet een rechtstreekse beperking van de grondrechten tot gevolg. Het beperkt zich ertoe aan de Waalse Regering een machtiging te verlenen om de maatregelen te nemen waarin het voorziet, maatregelen die aangepast moeten zijn aan de noden van de epidemische noodsituatie die op dat ogenblik door de Koning is afgekondigd en aan de noodzaak om verdere besmetting te voorkomen en de verspreiding van de epidemie te beheersen.

B.8.3. Aangezien geen van de door de verzoekende partijen aangevoerde fundamentele rechten en vrijheden absoluut is, kunnen de diverse maatregelen die door de Regering kunnen worden genomen beperkingen erop aanbrengen. Die beperkingen zijn toelaatbaar voor zover dat aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

De parlementaire voorbereiding merkt dienaangaande op : « Onder normale omstandigheden worden de maatregelen ter bestrijding van infectieziekten toevertrouwd aan de gewestelijke gezondheidsinspecteurs, de artsen en de verpleegkundigen van het Agentschap die daartoe speciaal zijn aangewezen (zie artikel 47/15 van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid). Dat mechanisme is niet houdbaar in geval van een sanitaire noodtoestand omdat het aantal personen dat is besmet of kan worden besmet dermate hoog is dat het voor de gewestelijke gezondheidsinspecteurs, de artsen en de verpleegkundigen van het Agentschap onmogelijk zou zijn om voor alle gevallen te beslissen en in een behandeling te voorzien.

Daarom wordt bepaald, in geval van een sanitaire noodtoestand, dat de Regering op algemene wijze, voor het geheel of een deel van het grondgebied van het Franse taalgebied, dezelfde maatregelen kan nemen als die welke de artsen en verpleegkundigen van het Agentschap kunnen bevelen. De Regering kan ook andere onmogelijk te voorziene maatregelen aannemen die door de epidemiologische situatie zouden worden vereist.

Het staat vast dat sommige van de maatregelen ter bestrijding van een epidemie afbreuk kunnen doen aan bepaalde grondrechten, waaronder de vrijheid om zich te verplaatsen, het recht op een privé- en gezinsleven, het recht op werk, de vrijheid van ondernemen, enz. Er dient dus een afweging te worden gemaakt tussen de noodzakelijke bescherming van het leven en de volksgezondheid enerzijds, en de rechten en vrijheden anderzijds. Daarom wordt verduidelijkt dat de beoogde maatregelen noodzakelijk en passend moeten zijn, en evenredig met de nagestreefde doelstelling. Er dient met andere woorden een analyse van de impact van die maatregelen te worden verricht voordat er een beslissing wordt genomen. Die analyse moet uiteraard rekening houden met de stand van de wetenschappelijke kennis op het ogenblik dat de beslissing moet worden genomen » (ibid., p. 13).

B.9.1. Noch het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten, noch het besluit van de Waalse Regering dat de sanitaire noodsituatie afkondigt of in stand houdt, geven onmiddellijk aanleiding tot maatregelen die de rechten en vrijheden beperken, aangezien artikel 47/15/1 van het WWSAG, zoals ingevoegd bij artikel 19 van het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten, zich ertoe beperkt aan de Regering de bevoegdheid te delegeren om die maatregelen te nemen. Het komt de Regering toe in concreto de evenredigheid te beoordelen van de maatregelen die zij zal nemen op grond van de bestreden bepalingen. Er kan de decreetgever niet worden verweten die maatregelen niet exhaustief te hebben opgesomd, aangezien zij moeten worden aangepast aan de wijzen waarop de, in voorkomend geval nog onbekende ziekte wordt overgedragen en aan de kenmerken van de ziekte die het te bestrijden epidemiologisch risico doet ontstaan, en omdat de aard ervan bijgevolg verbonden is aan de stand van de wetenschappelijke kennis die beschikbaar is op het ogenblik dat zij moeten worden genomen.

B.9.2. De omstandigheid dat die beoordeling in concreto niet tot de bevoegdheid van het Hof behoort, aangezien het niet aan het Hof toekomt te veronderstellen hoe de in het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten vervatte machtiging zal worden uitgevoerd, ontneemt aan de bestreden bepaling niet haar evenredig karakter. Wanneer de decreetgever een delegatie verleent, moet worden aangenomen dat hij de gedelegeerde enkel ertoe wil machtigen van zijn bevoegdheid gebruik te maken op een wijze die strookt met de bepalingen van de Grondwet, waarvan het Hof de eerbiediging verzekert.

Het staat aan de bevoegde rechter, te weten de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State of de gewone rechter om, zo nodig, te toetsen of en in hoeverre de Regering de voorwaarden van de haar verleende machtiging heeft overschreden. In dat verband heeft de decreetgever voorzien in een aantal waarborgen waarvan de inachtneming door de bevoegde rechter moet worden gecontroleerd. Zo moeten de maatregelen noodzakelijk, passend en evenredig zijn met de doelstellingen om verdere besmetting te voorkomen en de verspreiding van de epidemie te beheersen. De toepassing ervan wordt maandelijks geëvalueerd en mag niet worden verlengd tot na de periode van de sanitaire noodsituatie. Tot slot volgt uit de voormelde memorie van toelichting dat de decreetgever van mening is dat de evenredigheid van de maatregelen met name moet worden onderzocht in het licht van een effectbeoordeling, die moet plaatsvinden vóór de aanneming ervan.

B.10.1. In tegenstelling tot hetgeen de verzoekende partijen aanvoeren, maakt de bestreden bepaling het overigens niet mogelijk maatregelen te nemen die de fundamentele rechten en vrijheden beperken voor een buitensporige periode, of zelfs voor onbepaalde duur.

Krachtens artikel 47/15/1, § 2, vierde lid, mogen de maatregelen slechts voor een termijn van een maand worden opgelegd en mag een hernieuwing ervan slechts worden bevolen na een evaluatie door de Regering. Zij mogen geen gevolgen hebben na de periode van de sanitaire noodtoestand, die niet langer mag zijn dan drie maanden. Een hernieuwing van de periode van de sanitaire noodtoestand impliceert de aanneming van een nieuw besluit dat door het Parlement moet worden bekrachtigd en waartegen in voorkomend geval een jurisdictioneel beroep openstaat. De decreetgever heeft bijgevolg voorafgaand aan een verlenging van de maatregelen die de fundamentele rechten en vrijheden beperken in voldoende controles voorzien, zodat de vrees van de verzoekende partijen dat de maatregelen worden bestendigd niet gegrond is.

B.10.2. De kritiek van de verzoekende partijen op het begrip « epidemische noodsituatie » is ten slotte gericht tegen de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten, en niet tegen het bestreden decreet. Bij zijn arrest nr. 33/2023 van 2 maart 2023 (ECLI:BE:GHCC:2023:ARR.033) heeft het Hof verschillende beroepen tot vernietiging tegen de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten verworpen.

Het oordeelde meer bepaald : « De Pandemiewet geeft ook voldoende aan in welke omstandigheden die maatregelen van bestuurlijke politie kunnen worden genomen, te weten in een epidemische noodsituatie waarvan het bestaan door de wetgever moet worden bekrachtigd. De definitie van ` epidemische noodsituatie ' dient ter afbakening van het toepassingsgebied van de Pandemiewet tot de gezondheidsnoodsituaties die worden veroorzaakt door een besmettelijke ziekte » (B.60.3, partim).

B.10.3. Het tweede middel in de zaak nr. 7829 en het eerste middel in de zaak nr. 7848 zijn niet gegrond.

B.11.1. Met het tweede middel klagen de verzoekende partijen in de zaak nr. 7848 aan dat artikel 47/15/1, § 1, bepaalt dat het besluit van de Regering waarbij zij tot een sanitaire noodtoestand beslist moet worden bekrachtigd door het Parlement, zodat het aan de rechtsprekende bevoegdheid van de Raad van State en van de gewone hoven en rechtbanken op grond van artikel 159 van de Grondwet ontsnapt. Zij zijn van mening dat de decreetgever op die manier het recht op een eerlijk proces en op een daadwerkelijk rechtsmiddel schendt. Het middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 144, 145, 160 en 161 van de Grondwet, met de artikelen 6, 13 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de artikelen 20, 21, 47 en 48 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

B.11.2. Het bekrachtigingsdecreet en het bekrachtigde besluit van de Regering kunnen ter toetsing aan het Grondwettelijk Hof worden voorgelegd. Die toetsing waarborgt een vrijwaring van de grondrechten, aangezien het Hof bevoegd is om toe te zien op de inachtneming van titel II van de Grondwet.

Zoals in B.9.1 en in B.9.2 is vermeld, bevat het besluit waarbij tot een sanitaire noodtoestand wordt beslist, op zich overigens geen concrete vrijheidsbeperkende maatregel. De besluiten van de Regering met de concrete maatregelen die worden opgelegd om de verspreiding van het infectieus agens te bestrijden, kunnen worden voorgelegd aan de rechterlijke controle van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en van de gewone rechtscolleges op grond van artikel 159 van de Grondwet.

Ten slotte kan het besluit waarbij tot een sanitaire noodtoestand wordt beslist, enkel door de Waalse Regering worden genomen wanneer de Koning een koninklijk besluit heeft genomen waarbij een epidemische noodsituatie wordt afgekondigd. Bij zijn voormelde arrest nr. 33/2023 heeft het Hof geoordeeld dat tegen dat koninklijk besluit op zich beroep kon worden ingesteld voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter, voor of na de bekrachtiging ervan door de federale wetgever, zodat het recht op een eerlijk proces en op een daadwerkelijk beroep niet geschonden was (B.27.3 en B.27.4).

B.11.3. Het tweede middel in de zaak nr. 7848 is niet gegrond.

Ten aanzien van de strafbaarstellingen B.12.1. Bij artikel 21 van het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten wordt in het WWSAG een artikel 47/16/1 ingevoegd dat als volgt is geformuleerd : « Onverminderd de toepassing van de straffen door het Strafwetboek bepaald worden gestraft met een geldboete van 1 tot 500 euro en met een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden, of met slechts één van beide straffen, de personen: 1° die de door de Regering op grond van artikel 47/15/1, tweede lid, genomen besluiten niet naleven;2° die opzettelijk de tenuitvoerlegging of uitvoering belemmeren van de beslissingen die de Regering heeft genomen op grond van artikel 47/15/1, paragraaf 2. De politierechtbank behandelt de in dit artikel vastgestelde strafbare feiten ».

B.12.2. De memorie van toelichting vermeldt in verband met die bepaling : « Om de Regering in staat te stellen de door die noodtoestand vereiste maatregelen op te leggen, dienen strafsancties te worden vastgesteld voor diegenen die de tenuitvoerlegging en de uitvoering van de maatregelen waartoe de Regering heeft beslist niet zouden naleven of zouden belemmeren.

Wegens het grondwettelijke beginsel van de wettigheid van straffen [...] dienen de strafsancties die bestemd zijn om de doeltreffendheid te waarborgen van de beslissingen die de Regering heeft genomen in geval van een sanitaire noodtoestand, te worden vastgesteld door het ontwerpdecreet » (Parl. St., Waals Parlement, 2020-2021, nr. 796/1, p. 14).

B.13.1. Met hun derde middel klagen de verzoekende partijen in de zaak nr. 7848 aan dat die bepaling strafbare feiten en straffen vaststelt terwijl het bij het lezen van die bepaling en van artikel 47/15/1, § 2, waarnaar zij verwijst, onmogelijk zou zijn om te begrijpen welke gedragingen verboden en strafbaar zijn, zodat het wettigheidsbeginsel in strafzaken geschonden zou zijn.

B.13.2. Het middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11, 12 en 14 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6, 7, 13 en 14 van het Europees Verdrag voor rechten van de mens, met artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met de artikelen 20, 21, 47 en 48 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, die het beginsel van de wettigheid van de strafbaarstellingen en straffen, het recht op een eerlijk proces en het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel waarborgen.

B.13.3. Aangezien het niet uiteenzet in welk opzicht het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel geschonden zou zijn, is het middel niet ontvankelijk in zoverre het is afgeleid uit de schending van artikel 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

Aangezien de straffen zijn vastgesteld in een wetskrachtige bepaling, namelijk artikel 47/16/1 van het WWSAG, zoals ingevoegd bij artikel 21 van het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten, is artikel 14 van de Grondwet, dat het beginsel van de wettigheid van de straffen vastlegt, niet geschonden.

B.13.4. In zoverre zij vereisen dat elk strafbaar feit bij een voldoende duidelijke, voorzienbare en toegankelijke norm moet worden bepaald, hebben artikel 7, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 15, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten een draagwijdte die analoog is aan die van artikel 12, tweede lid, van de Grondwet. De door die bepalingen geboden waarborgen, die het inhoudelijke aspect van het beginsel van de wettigheid van de strafbaarstellingen betreffen, vormen in die mate dan ook een onlosmakelijk geheel.

B.14.1. Door aan de wetgevende macht de bevoegdheid te verlenen om te bepalen in welke gevallen strafvervolging mogelijk is, waarborgt artikel 12, tweede lid, van de Grondwet aan elke rechtsonderhorige dat geen enkele gedraging strafbaar zal worden gesteld dan krachtens regels aangenomen door een democratisch verkozen beraadslagende vergadering.

Het wettigheidsbeginsel in strafzaken dat uit de voormelde grondwetsbepaling en internationale bepalingen voortvloeit, gaat bovendien uit van de idee dat de strafwet moet worden geformuleerd in bewoordingen op grond waarvan eenieder, op het ogenblik waarop hij een gedrag aanneemt, kan uitmaken of dat gedrag al dan niet strafbaar is.

Het vereist dat de wetgever in voldoende nauwkeurige, duidelijke en rechtszekerheid biedende bewoordingen bepaalt welke feiten strafbaar worden gesteld, zodat, enerzijds, diegene die een gedrag aanneemt, vooraf op afdoende wijze kan inschatten wat het strafrechtelijke gevolg van dat gedrag zal zijn en, anderzijds, aan de rechter geen al te grote beoordelingsbevoegdheid wordt gelaten.

Het wettigheidsbeginsel in strafzaken staat evenwel niet eraan in de weg dat de wet aan de rechter een beoordelingsbevoegdheid toekent. Er dient immers rekening te worden gehouden met het algemene karakter van de wetten, de uiteenlopende situaties waarop zij van toepassing zijn en de evolutie van de gedragingen die zij bestraffen.

Aan het vereiste dat een misdrijf duidelijk moet worden omschreven in de wet is voldaan wanneer de rechtzoekende, op basis van de bewoordingen van de relevante bepaling en, indien nodig, met behulp van de interpretatie daarvan door de rechtscolleges, kan weten voor welke handelingen en welke verzuimen hij strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld.

Enkel bij het onderzoek van een specifieke strafbepaling is het mogelijk om, rekening houdend met de elementen eigen aan de misdrijven die zij wil bestraffen, te bepalen of de door de wetgever gehanteerde algemene bewoordingen zo vaag zijn dat ze het strafrechtelijk wettigheidsbeginsel zouden schenden.

B.14.2. Het wettigheidsbeginsel in strafzaken gaat bovendien niet zover dat het de wetgever ertoe verplicht elk aspect van de strafbaarstelling zelf te regelen. Een delegatie aan een andere overheid is niet in strijd met dat beginsel voor zover de machtiging voldoende nauwkeurig is omschreven en betrekking heeft op de tenuitvoerlegging van maatregelen waarvan de essentiële elementen voorafgaandelijk door de wetgever zijn vastgesteld.

B.15.1. De strafbaarstelling vervat in artikel 47/16/1 van het WWSAG is voldoende nauwkeurig omschreven, aangezien datzelfde Wetboek het nagestreefde doel en het soort maatregelen dat de Regering kan nemen en waarvan een niet-naleving aanleiding geeft tot een strafsanctie, vastlegt. Zo omschrijft artikel 47/16/1 van het WWSAG de gedragingen die een misdrijf uitmaken, te weten de niet-naleving van de beslissingen die de Regering heeft genomen op grond van artikel 47/15/1, § 2, van het WWSAG, of de opzettelijke belemmering van de tenuitvoerlegging van die beslissingen.

Het in B.6.1.1 aangehaalde artikel 47/15/1, § 2, van het WWSAG machtigt de Regering om, gedurende de periode van een sanitaire noodtoestand, de nodige maatregelen te nemen om een verspreiding van het infectieus agens dat aan de oorsprong ligt van de epidemische situatie te voorkomen, te vertragen of te stoppen. Dezelfde bepaling vermeldt op niet uitputtende wijze het soort maatregelen die kunnen worden aangenomen : screening, isolatie, quarantaine, het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen of bewustmaking van de regels inzake persoonlijke hygiëne.

B.15.2. Rekening houdend met de context van de sanitaire noodtoestand, die een voortdurende evolutie van de omstandigheden, onzekerheden over de situatie en een zekere techniciteit van de te nemen maatregelen veronderstelt, stellen de bestreden bepalingen de grenzen van het optreden van de uitvoerende macht in voldoende mate vast. De lezing van die bepalingen in samenhang met de besluiten van de Regering en de ministeriële besluiten die ter uitvoering van artikel 47/15/1, § 2, van het WWSAG zijn genomen, maakt het, in zoverre de uitvoeringsbesluiten in voldoende duidelijke en precieze bewoordingen zijn geformuleerd, mogelijk aan te tonen welk gedrag in de beoogde situatie strafbaar wordt gesteld en welk gedrag niet. In dat opzicht valt het door de verzoekende partijen geformuleerde tweede punt van kritiek, dat betrekking heeft op de vraag of de maatregelen die de Regering zal nemen in een sanitaire noodtoestand voldoende nauwkeurig, duidelijk en toegankelijk geformuleerd zullen zijn, niet onder de bevoegdheid van het Hof.

Aangezien de decreetgever zelf het doel heeft gepreciseerd van de bestreden delegatie en de grenzen waarbinnen zij is verleend, alsook de strafbaar geachte gedraging, zijn de essentiële elementen van de strafbaarstelling bij het decreet vastgesteld, zodat is tegemoetgekomen aan het wettigheidsbeginsel vervat in artikel 12, tweede lid, van de Grondwet.

B.16. Het derde middel in de zaak nr. 7848 is niet gegrond.

Ten aanzien van de verwerking van de persoonsgegevens B.17.1.1. Artikel 16 van het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten brengt de volgende wijzigingen aan in artikel 47/13 van het WWSAG, zoals ingevoegd bij het decreet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/10/2019 numac 2019204530 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid type decreet prom. 02/05/2019 pub. 24/05/2019 numac 2019202516 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/08/2019 numac 2019203696 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 6 november 2008 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en het Gerechtelijk Wetboek type decreet prom. 02/05/2019 pub. 18/06/2019 numac 2019202697 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de organisatie van de gewestelijke volksraadpleging type decreet prom. 02/05/2019 pub. 08/11/2019 numac 2019015073 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van verscheidene wetgevingen inzake pacht type decreet prom. 02/05/2019 pub. 21/08/2019 numac 2019203762 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de bescherming van de watervoorraad, het bestuur en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt en artikel 100 van het programmadecreet van 12 december 2014 houdende verschillende maatregelen betreffende de begroting inzake natuurrampen, verkeersveiligheid, openbare werken, energie, huisvesting, leefmilieu, ruimtelijke ordening, dierenwelzijn, landbouw en fiscaliteit type decreet prom. 02/05/2019 pub. 30/08/2019 numac 2019203885 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur en het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie met het oog op het toewijzen van een sterkere rol aan de Commissie voor de toegang tot de bestuursdocumenten van het Waalse Gewest (1) type decreet prom. 02/05/2019 pub. 16/10/2019 numac 2019204580 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten : « 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden ` of zijn afgevaardigde ' ingevoegd tussen de woorden ` of apotheker-bioloog ' en de woorden ` die in het Franse taalgebied actief is ' en worden de woorden `, los van zijn ambt, ' en de woorden ` De verdachte gevallen dienen te worden aangegeven voor zover de levensverwachting op korte termijn daardoor bedreigd wordt of voor zover ze gekenmerkt zijn door een sterk epidemisch karakter. ' opgeheven; 2° in dezelfde paragraaf wordt, tussen het tweede en het derde lid, een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt : ` Bevestigde of vermoede gevallen van infectieziekten die niet op de in lid 1 bedoelde lijst voorkomen, moeten worden gemeld als zij op korte termijn levensbedreigend zijn of een sterk epidemisch karakter hebben.Deze meldingsplicht rust op de in lid 2 bedoelde personen. ' ».

B.17.1.2. De memorie van toelichting bij die bepaling geeft aan dat zij aansluit bij de doelstelling om de uitbraak van een epidemie te verhinderen en dat de decreetgever, vanuit de ervaring met de COVID-19 pandemie, heeft geoordeeld dat snel moet kunnen worden gereageerd wanneer een nieuwe ziekte opduikt, zonder de afkondiging van een epidemische situatie af te wachten, om preventiemaatregelen te nemen, met toepassing van het voorzorgsbeginsel (Parl. St., Waals Parlement, 2020-2021, nr. 796/1, p. 9). Daarom voorziet die bepaling in een nieuwe meldingsplicht voor de infectieziekten die niet in de door de Regering of diens gemachtigde vastgestelde lijst zijn opgenomen, indien zij levensbedreigend zijn of indien de ziekte een hoog risico op een epidemie inhoudt.

B.17.2.1. Artikel 17 van het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten brengt de volgende wijzigingen aan in artikel 47/14, § 1, van het WWSAG, zoals ingevoegd bij het decreet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/10/2019 numac 2019204530 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid type decreet prom. 02/05/2019 pub. 24/05/2019 numac 2019202516 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/08/2019 numac 2019203696 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 6 november 2008 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en het Gerechtelijk Wetboek type decreet prom. 02/05/2019 pub. 18/06/2019 numac 2019202697 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de organisatie van de gewestelijke volksraadpleging type decreet prom. 02/05/2019 pub. 08/11/2019 numac 2019015073 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van verscheidene wetgevingen inzake pacht type decreet prom. 02/05/2019 pub. 21/08/2019 numac 2019203762 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de bescherming van de watervoorraad, het bestuur en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt en artikel 100 van het programmadecreet van 12 december 2014 houdende verschillende maatregelen betreffende de begroting inzake natuurrampen, verkeersveiligheid, openbare werken, energie, huisvesting, leefmilieu, ruimtelijke ordening, dierenwelzijn, landbouw en fiscaliteit type decreet prom. 02/05/2019 pub. 30/08/2019 numac 2019203885 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur en het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie met het oog op het toewijzen van een sterkere rol aan de Commissie voor de toegang tot de bestuursdocumenten van het Waalse Gewest (1) type decreet prom. 02/05/2019 pub. 16/10/2019 numac 2019204580 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten : « 1° in het eerste lid wordt het woord ` besmettelijke ' vervangen door de woorden ` in artikel 47/13, § 1, bedoelde ' en worden de woorden ` de gewestelijke gezondheidsinspecteurs, ' ingevoegd tussen de woorden ` worden ingezameld door ' en de woorden ` de artsen of de verpleegkundigen '; in hetzelfde lid worden de woorden belast met het toezicht op de besmettelijke ziektes vervangen door de woorden ` als bedoeld in artikel 47/15, § 1, of, indien nodig, door externe dienstverleners die daartoe specifiek door het Agentschap zijn aangewezen '; 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : ` De persoonsgegevens, ingezameld in het kader van de in artikel 47/13 bedoelde aangiften, zijn : 1° identificatienummer van het Rijksregister;2° naam en voornaam;3° geboortedatum;4° geslacht;5° nationaliteit;6° adres van de effectieve verblijfplaats;7° contactgegevens van het geval of de wettelijke vertegenwoordiger, zoals e-mail, telefoonnummer;8° beroep;9° activiteiten die tijdens de incubatie- en besmettelijke periode worden uitgevoerd;10° aanwezigheid in een gemeenschap zoals een school, werkplaats, logement, gevangenis, opvangcentrum, sportclub, volksclub, hotel; 11° pathologie met aanvullende gegevens zoals symptomen, klinisch onderzoek, diagnose, verrichte aanvullende medische en paramedische onderzoeken, behandelingen, enz.; 12° klinische geschiedenis zoals voorgeschiedenis, behandelings- en verzorgingsgeschiedenis, vaccinaties, risicofactoren;13° identificatie van de ziekteverwekker;14° soort bevestiging, zoals laboratorium of andere;15° naam en contactgegevens van de behandelende arts of andere betrokken beroepsbeoefenaars;16° aanwezigheid van risicopersonen in de nabije omgeving en gegevens over hen opgesomd in 1° tot 8° ;17° bron van besmetting indien bekend;18° in geval van pathologieën met een voedselrisico of een verhoogd risico bij specifieke risicogroepen, het beroep, het soort contact en de activiteiten die door de nabije omgeving worden uitgevoerd ';3° in lid 3 wordt de inleidende zin vervangen door : ` De doeleinden van de behandeling van de persoonsgegevens bedoeld in het tweede lid zijn : ';4° in het derde lid, eerste streepje, worden de woorden ` in artikel 47/15 bedoelde ' ingevoegd tussen de woorden ` het nemen van ' en de woorden ` passende sanitaire maatregelen ' en het streepje wordt aangevuld met de woorden`, met inbegrip van een eventuele besmettingshaard ';5° in het derde lid, tweede streepje, worden de woorden ` preventieve geneeskunde te beheren.' vervangen door de woorden ` preventieve of profylactische geneeskunde, indien mogelijk na anonimisering van de gegevens, te beheren '; 6° in paragraaf 1 wordt het vierde lid aangevuld met volgende zin : ` De Regering is gemachtigd van de termijn van twee jaar af te wijken wanneer de gezondheidssituatie zulks vereist.'; 7° in het vijfde lid worden de woorden ` van de cel van de cel belast met ' vervangen door de woorden ` die door het Agentschap specifiek worden aangewezen en, indien nodig, de externe dienstverleners die door het Agentschap specifiek worden aangewezen en die belast zijn met ';8° tussen het vijfde en het zesde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt : ` De in lid 5 bedoelde personen zijn verplicht de vertrouwelijkheid en de veiligheid te garanderen van alle persoonsgegevens waarvan zij kennis hebben, met inachtneming van de wetgeving inzake gegevensbescherming ';9° in lid 7 wordt het woord ` fax, ' opgeheven ». B.17.2.2. Die bepaling bevat een opsomming van de in het kader van de meldingsplicht van infectieziekten verzamelde persoonsgegevens die « onontbeerlijk zijn voor het tracen van de betrokken ziekte en het opsporen van eventuele andere besmette personen, zoals de ervaring met de COVID-19-gezondheidscrisis heeft aangetoond » (Parl. St., Waals Parlement, 2020-2021, nr. 796/1, p. 10). De memorie van toelichting verduidelijkt dat de doeleinden dezelfde zijn voor alle verzamelde gegevens (ibid.), namelijk enerzijds « het nemen van in artikel 47/15 bedoelde passende sanitaire maatregelen naargelang van het geval, van diens pathologie of diens omgeving, met inbegrip van een eventuele besmettingshaard », en anderzijds « de analyse van de epidemiologische gegevens om de impact en de prevalentie van de ziektes te meten en dienovereenkomstig de acties inzake preventieve of profylactische geneeskunde, indien mogelijk na anonimisering van de gegevens, te beheren » (artikel 47/14, § 1, derde lid, van het WWSAG).

B.18.1. Met hun eerste middel klagen de verzoekende partijen in de zaak nr. 7829 aan dat die bepalingen, enerzijds, de artsen die geconfronteerd worden met meldingsplichtige ziekten verplichten hun medisch beroepsgeheim te schenden en, anderzijds, zieke of besmette personen verplichten inlichtingen te verstrekken over hun gezondheid die tot hun privéleven behoren, aan personen die niet gemachtigd zijn om dergelijke gegevens te verwerken, te weten natuurlijke of rechtspersonen die door de Waalse Regering zijn aangewezen, terwijl het decreet geen bepaling zou bevatten die een strikt kader biedt voor de verwerking van die gegevens, hetgeen noch het rechtmatige karakter van de verwerking, noch de noodzaak of de evenredigheid ervan zou waarborgen.

B.18.2. Met hun vierde middel klagen de verzoekende partijen in de zaak nr. 7848 aan dat die bepalingen het begrip « infectieziekten » niet definiëren, zodat een mogelijke inmenging in het privéleven van burgers niet zou zijn vastgelegd in een voldoende nauwkeurige wetskrachtige bepaling, en dat zij niet preciseren dat die ziekten « besmettelijk » moeten zijn om meldingsplichtig te zijn, zodat de mogelijke inmenging in het privéleven van burgers onevenredig zou zijn met het doel van vrijwaring van de volksgezondheid. Zij verwijten daarnaast het in B.6.2.1 geciteerde artikel 47/15, § 1/2, eerste lid, zoals ingevoegd bij artikel 18 van het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten, te bepalen dat de gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen en verpleegkundigen alle inlichtingen verzamelen die zij voor de vervulling van hun taak nuttig achten, hetgeen ook een risico zou inhouden op een onevenredige inmenging in het recht van burgers op eerbiediging van hun privéleven.

B.19.1. De middelen zijn afgeleid uit de schending van het recht op eerbiediging van het privéleven, gewaarborgd bij artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 « betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) » (hierna : de AVG).

B.19.2. Het recht op eerbiediging van het privéleven heeft een ruime draagwijdte en omvat onder meer de bescherming van persoonsgegevens en van persoonlijke informatie met betrekking tot de gezondheid (EHRM, 25 februari 1997, Z. t. Finland, ECLI:CE:ECHR:1997:0225JUD002200993, § 95; 10 oktober 2006, L.L. t. Frankrijk, ECLI:CE:ECHR:2006:1010JUD000750802, § 32; 27 februari 2018, Mockuté t.

Litouwen, ECLI:CE:ECHR:2018:0227JUD006649009, § 93; 13 oktober 2020, Frâncu t. Roemenië, ECLI:CE:ECHR:2020:1013JUD006935613, § 51). De bescherming van persoonsgegevens met betrekking tot de gezondheid is niet alleen van fundamenteel belang voor de eerbiediging van het privéleven van de persoon, maar ook voor zijn vertrouwen in de gezondheidszorg (EHRM, 25 februari 1997, Z. t. Finland, ECLI:CE:ECHR:1997:0225JUD002200993, § 95). Zonder die bescherming zouden personen ervan kunnen worden afgehouden gevoelige en persoonlijke informatie te delen met zorgverstrekkers of met diensten van de gezondheidszorg waardoor ze niet alleen hun eigen gezondheid, maar, in geval van besmettelijke ziekten, ook de samenleving in gevaar kunnen brengen (ibid., § 95).

B.19.3. De rechten die bij artikel 22 van de Grondwet en bij artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens worden gewaarborgd, zijn evenwel niet absoluut. Zij sluiten een overheidsinmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven niet uit, maar vereisen dat zij wordt toegestaan door een voldoende precieze wettelijke bepaling, dat zij beantwoordt aan een dwingende maatschappelijke behoefte in een democratische samenleving en dat zij evenredig is met de daarmee nagestreefde wettige doelstelling. De in de artikelen 7 en 8 van het Handvest verankerde grondrechten hebben evenmin een absolute gelding (HvJ, grote kamer, 16 juli 2020, C-311/18, Data Protection Commissioner, ECLI:EU:C:2020:559, punt 172).

Overeenkomstig artikel 52, lid 1, eerste zin, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie moeten beperkingen op de uitoefening van de daarin erkende rechten en vrijheden, waaronder met name het door artikel 7 gewaarborgde recht op eerbiediging van het privéleven en het in artikel 8 ervan neergelegde recht op bescherming van persoonsgegevens, bij wet worden gesteld, de wezenlijke inhoud van die rechten eerbiedigen en, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel, noodzakelijk zijn en daadwerkelijk beantwoorden aan een doelstelling van algemeen belang of aan de eisen van de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen (HvJ, grote kamer, 6 oktober 2020, C-623/17, Privacy International, ECLI:EU:C:2020:790, punt 64). In diezelfde zin moeten overeenkomstig artikel 23 van de AVG beperkingen van bepaalde daarin opgenomen verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijken en de rechten van de betrokkenen worden ingesteld bij wet, de wezenlijke inhoud van de grondrechten en fundamentele vrijheden onverlet laten, in een democratische samenleving een noodzakelijke en evenredige maatregel zijn ter verwezenlijking van het nagestreefde doel, en de in het tweede lid geformuleerde specifieke vereisten naleven (HvJ, grote kamer, 6 oktober 2020, C-511/18, C-512/18 en C-520/18, La Quadrature du Net, ECLI:EU:C:2020:791, punten 209-210; 10 december 2020, C-620/19, Land Nordrhein-Westfalen, ECLI:EU:C:2020:1011, punt 46).

B.19.4. Bij artikel 22 van de Grondwet wordt aan de bevoegde wetgever de bevoegdheid voorbehouden om te bepalen in welke gevallen en onder welke voorwaarden afbreuk kan worden gedaan aan het recht op eerbiediging van het privéleven. Het waarborgt aldus aan elke burger dat geen inmenging in de uitoefening van dat recht kan plaatsvinden dan krachtens regels die zijn aangenomen door een democratisch verkozen beraadslagende vergadering. Een delegatie aan een andere macht is evenwel niet in strijd met het wettigheidsbeginsel, voor zover de machtiging voldoende nauwkeurig is omschreven en betrekking heeft op de tenuitvoerlegging van maatregelen waarvan de essentiële elementen voorafgaandelijk door de wetgever zijn vastgesteld.

Bijgevolg moeten de essentiële elementen van de verwerking van persoonsgegevens in de wet, het decreet of de ordonnantie zelf worden vastgelegd. In dat verband maken de volgende elementen, ongeacht de aard van de betrokken aangelegenheid, in beginsel essentiële elementen uit : (1) de categorie van verwerkte gegevens, (2) de categorie van betrokken personen, (3) de met de verwerking nagestreefde doelstelling, (4) de categorie van personen die toegang hebben tot de verwerkte gegevens en (5) de maximumtermijn voor het bewaren van de gegevens (advies van de algemene vergadering van de afdeling wetgeving van de Raad van State nr. 68.936/AV van 7 april 2021 over een voorontwerp van wet « betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie » (Parl. St., Kamer, 2020-2021, DOC 55-1951/001, p. 119).

B.19.5. Naast het formele wettigheidsvereiste legt artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de artikelen 7, 8 en 52 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, de verplichting op dat de inmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven en in het recht op bescherming van persoonsgegevens in duidelijke en voldoende nauwkeurige bewoordingen wordt geformuleerd die het mogelijk maken de hypothesen te voorzien waarin de wetgever een dergelijke inmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven toestaat.

Inzake de bescherming van de persoonsgegevens impliceert dat vereiste van voorzienbaarheid dat voldoende precies moet worden bepaald in welke omstandigheden de verwerkingen van persoonsgegevens zijn toegelaten (EHRM, grote kamer, 4 mei 2000, Rotaru t. Roemenië, ECLI:CE:ECHR:2000:0504JUD002834195, § 57; grote kamer, 4 december 2008, S. en Marper t. Verenigd Koninkrijk, ECLI:CE:ECHR:2008:1204JUD003056204, § 99). Het vereiste dat de beperking bij wet dient te worden ingesteld, houdt met name in dat de rechtsgrond die de inmenging in die rechten toestaat, zelf de reikwijdte van de beperking op de uitoefening van het betrokken recht moet bepalen (HvJ, 6 oktober 2020, C-623/17, Privacy International, ECLI:EU:C:2020:790, punt 65).

Derhalve moet eenieder een voldoende duidelijk beeld kunnen hebben van de verwerkte gegevens, de bij een bepaalde gegevensverwerking betrokken personen en de voorwaarden voor en de doeleinden van de verwerking.

B.20.1. Met het oog op het bestrijden en tegengaan van de verdere verspreiding van een besmettelijke ziekte kon de decreetgever het noodzakelijk achten een systeem van contactopsporing en begeleiding van personen in te voeren waarbij een aantal instanties en personen toegang hebben tot bepaalde medische gegevens van personen.

B.20.2. In de bestreden bepalingen wordt uitdrukkelijk vermeld welke gegevens moeten worden verzameld, de personen van wie de gegevens worden verzameld, de personen die toegang hebben tot de gegevens, de doeleinden van de verwerking van die gegevens en de bewaartermijn. In tegenstelling tot hetgeen de verzoekende partijen in de zaak nr. 7829 aanvoeren, bevatten de bestreden bepalingen en de bepalingen die zij wijzigen aldus waarborgen voor de bescherming van de persoonsgegevens.

Bovendien worden bij artikel 47/14, § 1, zesde lid, van het WWSAG de persoonsleden en externe dienstverleners die door het AViQ zijn belast met het toezicht op infectieziekten - die toegang hebben tot de persoonsgegevens en gemachtigd zijn om ze te verwerken - uitdrukkelijk verplicht om « de vertrouwelijkheid en de veiligheid te garanderen van alle persoonsgegevens waarvan zij kennis hebben, met inachtneming van de wetgeving inzake gegevensbescherming », en brengt artikel 47/15/1, § 4, tweede lid, van het WWSAG die verplichting in herinnering wanneer de verwerking van diezelfde gegevens plaatsvindt in een periode van sanitaire noodtoestand. De memorie van toelichting preciseert in dat verband dat de strikte vertrouwelijkheidsplicht reeds bestaat door het bestaan van de wetgeving inzake gegevensbescherming, maar dat moet worden verduidelijkt dat « de Waalse wetgeving inzake bestrijding van infectieziekten geenszins mag worden geïnterpreteerd als een afwijking - hoe klein ook - van die wetgeving inzake gegevensbescherming » (Parl. St., Waals Parlement, 2020-2021, nr. 796/1, p. 11). Er wordt overigens ook gepreciseerd dat artikel 458 van het Strafwetboek, waarbij de schending van het beroepsgeheim wordt bestraft, en de strafbepalingen van de artikelen 222 tot 230 van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten « betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens » betrekking hebben op de personen die met toepassing van de bestreden bepalingen belast zijn met het verzamelen en het verwerken van de persoonsgegevens.

B.20.3. Het ontbreken van een definitie van het begrip « infectieziekte » in de tekst zelf van het decreet is niet van dien aard dat de categorie van de personen van wie de gegevens worden verzameld, onduidelijk of onvoorzienbaar wordt. Zoals de decreetgever verklaart in de memorie van toelichting, is het begrip « infectieziekte » een « wetenschappelijk begrip dat kan evolueren op basis van de wetenschappelijke kennis » (ibid., p. 9), zodat, wanneer een definitie in de wettekst zou worden vastgelegd, problemen dreigen te ontstaan bij het opduiken van een nieuwe, tot dan toe onbekende ziekte. De decreetgever vermocht bijgevolg te refereren aan de gewone betekenis van dat begrip, dat niet in het decreet moet worden gedefinieerd om voldoende voorzienbaar te zijn. Dat geldt des te meer omdat, zoals aangegeven in de memorie van toelichting, de bestrijding van infectieziekten voortvloeit uit internationale verplichtingen die onder meer door de Wereldgezondheidsorganisatie zijn uitgevaardigd (ibid.) B.20.4. Hetzelfde geldt voor het ontbreken van een vermelding, in de tekst van het decreet, van de besmettelijkheid van de ziekte.

Krachtens het voorzorgsbeginsel kon de decreetgever oordelen dat onmiddellijk moet worden gereageerd bij het opduiken van een nieuwe ziekte, zonder te wachten op de wetenschappelijke vaststelling dat zij een bepaalde besmettelijkheidsgraad vertoont of dat zij een erkende epidemie veroorzaakt. Door in de artikelen 47/13, § 1, en 47/14, § 1, van het WWSAG de categorie van de personen van wie de persoonsgegevens worden verzameld en verwerkt te definiëren als de personen die besmet zijn met een infectieziekte die hetzij op de door de Regering vastgestelde lijst voorkomt hetzij op korte termijn levensbedreigend is of een sterk epidemisch karakter heeft, omschrijft de decreetgever voldoende nauwkeurig en voorzienbaar de categorie van de personen van wie de gegevens worden verwerkt. In het licht van de in B.17.2.2 gepreciseerde doeleinden van de gegevensverwerking lijkt de definitie van die categorie van personen niet tot een onevenredige inmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven te leiden.

B.20.5. Door ten slotte, in artikel 47/15, § 1/2, van het WWSAG, toe te staan dat de gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen en verpleegkundigen « alle informatie [verzamelen] die zij voor de vervulling van hun taak nuttig achten », machtigt de decreetgever hen niet ertoe persoonsgegevens te verzamelen en te verwerken buiten het in artikel 47/14 van hetzelfde Wetboek vastgestelde kader, waarvan niet wordt afgeweken. Het ambt van de gewestelijke gezondheidsinspecteurs, zoals omschreven in artikel 47/15 van het genoemde Wetboek, is immers niet beperkt tot het verzamelen van de persoonsgegevens van de personen die besmet zijn met een infectieziekte, maar omvat ook, onder meer, het toezicht op de toepassing van de preventieve en profylactische maatregelen die de Regering in het kader van de bescherming van de volksgezondheid heeft vastgesteld, het verrichten van onderzoek en opsporingen, en de beslissingen om bepaalde profylactische maatregelen te nemen. In tegenstelling tot hetgeen de verzoekende partijen in de zaak nr. 7848 stellen, betreft de mogelijkheid om « alle nuttige informatie » te verzamelen niet het verzamelen van persoonsgegevens die niet zijn toegestaan bij artikel 47/14 van het Wetboek, maar wel de andere inlichtingen die de gewestelijke gezondheidsinspecteurs mogelijk moeten verzamelen voor de uitoefening van hun opdracht.

B.21. Het eerste middel in de zaak nr. 7829 en het vierde middel in de zaak nr. 7848 zijn niet gegrond.

Ten aanzien van het opleggen van een medische behandeling B.22.1. Artikel 47/15, § 1/2, zoals ingevoegd in het WWSAG bij het in B.6.2.1 aangehaalde artikel 18 van het decreet van 3 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2022 pub. 25/02/2022 numac 2022040094 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid sluiten, bepaalt in het tweede lid dat de gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen en verpleegkundigen die belast zijn met het toezicht op infectieziekten, via een gezondheidswerker, eisen dat een persoon van wie vermoed wordt dat hij aan een levensbedreigende ziekte lijdt een passende preventieve of curatieve medische behandeling ondergaat, onverminderd zijn recht om die behandeling te weigeren wanneer met andere in hetzelfde artikel bedoelde maatregelen kan worden gewaarborgd dat er geen besmetting plaatsvindt.

B.22.2. De memorie van toelichting verduidelijkt in dat verband : « Het gaat om de toepassing van een voorzorgsbeginsel, dat erin bestaat op te treden voordat men in een fase van epidemie terechtkomt.

De bepaling heeft niet tot doel afbreuk te doen aan iemands individuele recht om een behandeling te weigeren; het doel blijft wel degelijk de bescherming van de volksgezondheid » (Parl. St., Waals Parlement, 2020-2021, nr. 796/1, p. 12).

B.23.1. Met hun vijfde middel klagen de verzoekende partijen in de zaak nr. 7848 aan dat die bepaling het recht schendt dat eenieder heeft om een medische behandeling te weigeren, door toe te laten dat een behandeling wordt opgelegd voordat het sterk epidemische karakter van de infectieziekte is aangetoond. Het middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Dat middel betreft niet de verzameling of de verwerking van persoonsgegevens. Het is dus niet ontvankelijk in zoverre het is afgeleid uit de schending van artikel 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

B.23.2. Zoals in B.19.3 is vermeld, zijn de rechten die worden gewaarborgd bij de in het middel aangevoerde bepalingen niet absoluut.

Inmengingen in de uitoefening van het recht op eerbiediging van het privéleven, dat het recht omvat om een medische behandeling te weigeren, zijn toegestaan op voorwaarde dat zij worden bepaald door een voldoende precieze wettelijke bepaling, dat zij beantwoorden aan een dwingende maatschappelijke behoefte in een democratische samenleving en dat zij evenredig zijn met de daarmee nagestreefde wettige doelstelling.

B.24.1. De bestreden bepaling past in het geheel van de maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van infectieziekten teneinde een uitbraak te voorkomen van epidemieën die een bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Dat is een doelstelling die in elke samenleving beantwoordt aan een dwingende maatschappelijke behoefte.

B.24.2. Aangezien de curatieve of preventieve medische behandeling enkel mag worden opgelegd aan een patiënt voor wie de ziekte op korte termijn levensbedreigend is, wanneer er geen andere maatregel bestaat waarmee een besmetting volledig kan worden voorkomen, en aangezien het niet de bedoeling was van de decreetgever, zoals in B.22.2 is vermeld, om afbreuk te doen aan het individuele recht om een behandeling te weigeren leidt de in het geding zijnde maatregel niet tot een onevenredige inmenging in het recht van de patiënt op eerbiediging van zijn privéleven.

B.25. Het vijfde middel in de zaak nr. 7848 is niet gegrond.

Om die redenen, het Hof verwerpt de beroepen.

Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 21 september 2023.

De griffier, N. Dupont De voorzitter, P. Nihoul

^