gepubliceerd op 12 juli 2023
Uittreksel uit arrest nr. 86/2023 van 1 juni 2023 Rolnummers 7760 en 7808 In zake : de beroepen tot vernietiging van artikel 2 van de wet van 29 oktober 2021 met als opschrift « interpretatieve wet van artikel 124, § 1, d), van de wet v Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 86/2023 van 1 juni 2023 Rolnummers 7760 en 7808 In zake : de beroepen tot vernietiging van artikel 2 van de
wet van 29 oktober 2021Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
29/10/2021
pub.
22/11/2021
numac
2021043088
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Interpretatieve Wet van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen
sluiten met als opschrift « interpretatieve wet van artikel 124, § 1, d), van de
wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
04/04/2014
pub.
30/04/2014
numac
2014011239
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Wet betreffende de verzekeringen
sluiten betreffende de verzekeringen », ingesteld door de vzw « Assuralia » en anderen en door de nv « Allianz Benelux ».
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, S. de Bethune en K. Jadin, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging a. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 21 februari 2022 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 23 februari 2022, is beroep tot vernietiging van artikel 2 van de wet van 29 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/10/2021 pub. 22/11/2021 numac 2021043088 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Interpretatieve Wet van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen sluiten met als opschrift « interpretatieve wet van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 november 2021) ingesteld door de vzw « Assuralia », de nv « Baloise Belgium », de nv « AXA Belgium », de nv « AG Insurance » en de nv « KBC Verzekeringen », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr.A. Huyghe en Mr. W. Vandenbruwaene, advocaten bij de balie te Brussel, en door Mr. M. Deketelaere, advocaat bij de balie van Antwerpen.
Bij hetzelfde verzoekschrift vorderden de verzoekende partijen eveneens de schorsing van dezelfde wetsbepaling. Bij het arrest nr. 74/2022 van 25 mei 2022 (ECLI:BE:GHCC:2022:ARR.074), bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 november 2022, tweede editie, heeft het Hof de vordering tot schorsing verworpen. b. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 18 mei 2022 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 19 mei 2022, heeft de nv « Allianz Benelux », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr.A. Huyghe, Mr. W. Vandenbruwaene en Mr. M. Deketelaere, beroep tot vernietiging ingesteld van dezelfde wetsbepaling.
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7760 en 7808 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden bepaling en de context ervan B.1.1. Het beroep tot vernietiging is gericht tegen artikel 2 van de wet van 29 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/10/2021 pub. 22/11/2021 numac 2021043088 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Interpretatieve Wet van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen sluiten met als opschrift « interpretatieve wet van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen » (hierna : de wet van 29 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/10/2021 pub. 22/11/2021 numac 2021043088 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Interpretatieve Wet van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen sluiten), dat beoogt een authentieke uitlegging te geven van artikel 124, § 1, d) van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten « betreffende de verzekeringen » (hierna : de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten).
B.1.2. Krachtens artikel 123, eerste lid, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten dient de verzekeraar van een brandverzekeringsovereenkomst die dekking verleent voor eenvoudige risico's, verplicht de waarborg te verlenen tegen de volgende natuurrampen : een aardbeving, een overstroming, een overlopen of een opstuwing van openbare riolen en een aardverschuiving of grondverzakking.
Artikel 124, § 1, van dezelfde wet definieert de gebeurtenissen die als natuurramp worden beschouwd : « Onder natuurramp wordt verstaan : a) hetzij een overstroming, te weten het buiten de oevers treden van waterlopen, kanalen, meren, vijvers of zeeën ten gevolge van atmosferische neerslag, het afvloeien van water wegens onvoldoende absorptie door de grond ten gevolge van atmosferische neerslag, het smelten van sneeuw of ijs, een dijkbreuk of een vloedgolf, alsmede de aardverschuivingen of grondverzakkingen die eruit voortvloeien;b) hetzij een aardbeving van natuurlijke oorsprong die - tegen dit gevaar verzekerbare goederen vernietigt, breekt of beschadigt binnen 10 kilometer van het verzekerde gebouw, - of werd geregistreerd met een minimum magnitude van vier graden op de schaal van Richter, alsmede de overstromingen, het overlopen of het opstuwen van openbare riolen, de aardverschuivingen of grondverzakkingen die eruit voortvloeien;c) hetzij een overlopen of een opstuwing van openbare riolen veroorzaakt door het wassen van het water of door atmosferische neerslag, een storm, het smelten van sneeuw of ijs of een overstroming;d) hetzij een aardverschuiving of grondverzakking, te weten een beweging van een belangrijke massa van de bodemlaag, die goederen vernielt of beschadigt, welke geheel of ten dele te wijten is aan een natuurlijk fenomeen anders dan een overstroming of een aardbeving ». Die bepaling vindt haar oorsprong in de wet van 17 september 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/09/2005 pub. 11/10/2005 numac 2005011401 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging wat de verzekering tegen natuurrampen betreft, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen sluiten « tot wijziging wat de verzekering tegen natuurrampen betreft, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen » (hierna : de wet van 17 september 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/09/2005 pub. 11/10/2005 numac 2005011401 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging wat de verzekering tegen natuurrampen betreft, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen sluiten), die een nagenoeg identieke bepaling heeft ingevoegd in de wet van 25 juni 1992 « op de landverzekeringsovereenkomst » (hierna : de wet van 25 juni 1992). Laatstgenoemde wet werd vervolgens gecodificeerd in de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten.
B.1.3. Blijkens de parlementaire voorbereiding van de wet van 29 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/10/2021 pub. 22/11/2021 numac 2021043088 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Interpretatieve Wet van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen sluiten is er vervolgens rechtsonzekerheid ontstaan inzake de dekking door de brandverzekeringspolis van schade aan woningen veroorzaakt door droogte. Meer in het bijzonder bleek dat verzekeringsmaatschappijen soms weigeren om de schade aan woningen vanwege droogte te dekken, omdat het krimpen van de hele ondergrond volgens hen geen « beweging van een belangrijke massa van de bodemlaag » is, en dus geen « aardverschuiving of grondverzakking » in de zin van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten uitmaakt (Parl.
St., Kamer, 2019-2020, DOC 55-1022/001, p. 3).
Om aan die rechtsonzekerheid een einde te maken, achtte de wetgever het nodig om via « een interpretatieve wet [te verduidelijken] dat krimp van de bodem, te wijten aan droogte, als grondverzakking valt binnen het toepassingsgebied van de huidige wet » (ibid., p. 4).
Daartoe bepaalt het bestreden artikel 2 van de wet van 29 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/10/2021 pub. 22/11/2021 numac 2021043088 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Interpretatieve Wet van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen sluiten : « Artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen wordt in die zin uitgelegd dat onder de woorden ` een beweging van een belangrijke massa van de bodemlaag, die goederen vernielt of beschadigt, welke geheel of ten dele te wijten is aan een natuurlijk fenomeen anders dan een overstroming of een aardbeving ' onder meer moet worden begrepen een inklinken van een belangrijke massa van de bodemlaag, waardoor goederen worden vernield of beschadigd, dat geheel of ten dele het gevolg is van een langdurige periode van droogte ».
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de tussenkomst in de zaak nr. 7760 B.2. De verzoekende partijen betwisten het belang van de tussenkomende partij in de zaak nr. 7760.
B.3.1. Artikel 87, § 2, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof bepaalt : « Wanneer het Grondwettelijk Hof uitspraak doet op beroepen tot vernietiging als bedoeld in artikel 1, kan ieder die van een belang doet blijken, zijn opmerkingen in een memorie aan het Hof richten binnen dertig dagen na de bekendmaking voorgeschreven in artikel 74.
Hij wordt daardoor geacht partij in het geding te zijn ».
Van een belang in de zin van die bepaling doet blijken de persoon die aantoont dat zijn situatie rechtstreeks kan worden geraakt door het arrest dat het Hof in verband met het beroep tot vernietiging dient te wijzen.
B.3.2. De tussenkomende partij in de zaak nr. 7760 voert ter staving van haar belang aan dat haar brandverzekeraar weigert tegemoet te komen voor een aangegeven schadegeval, zijnde scheuren aan haar woning die tijdens een periode van uitzonderlijke droogte zijn ontstaan door de uitdroging van de plastische kleilaag waarop de woning werd gebouwd. Volgens haar verzekeraar zou die schade niet zijn gedekt door de brandverzekeringspolis.
B.3.3. De tussenkomende partij in de zaak nr. 7760 verzoekt het Hof het beroep tot vernietiging te verwerpen.
Haar situatie kan rechtstreeks worden geraakt door een eventuele vernietiging van de bestreden bepaling, die bepaalt dat artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten aldus moet worden geïnterpreteerd dat het « een inklinken van een belangrijke massa van de bodemlaag [...] dat geheel of ten dele het gevolg is van een langdurige periode van droogte » omvat. Zij doet dus blijken van het vereiste belang.
Ten aanzien van het eerste en het tweede middel in de zaken nrs. 7760 en 7808 B.4.1. Het eerste middel in de zaken nrs. 7760 en 7808 is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 13 en 84 ervan, met het beginsel van de rechtsstaat, met het beginsel van niet-retroactiviteit, met het rechtszekerheidsbeginsel, met het vertrouwensbeginsel en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
Het tweede middel in de zaken nrs. 7760 en 7808 is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel, en van artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
B.4.2. De verzoekende partijen voeren in essentie aan dat de bestreden bepaling geen interpretatieve bepaling is, doch wel een nieuwe rechtsregel met terugwerkende kracht, in zoverre zij het toepassingsgebied van de uitgelegde bepaling uitbreidt. De wetgever zou aldus ingrijpen in hangende rechtsgedingen, zonder dat zulks verantwoord kan worden door uitzonderlijke omstandigheden of dwingende motieven van algemeen belang. Voorts zou de bestreden bepaling aldus afbreuk doen aan het belang van de rechtsonderhorigen om de rechtsgevolgen van hun handelingen te kunnen voorzien, doordat zij de verzekeringsondernemingen zou dwingen om met terugwerkende kracht een risico te dekken. Tot slot zou het eigendomsrecht in het gedrang komen, doordat de rechtmatige juridische aanspraken van de verzoekende partijen op retroactieve wijze worden ontkracht.
B.4.3. Aangezien de beide middelen nauw met elkaar zijn verbonden, onderzoekt het Hof ze samen.
B.5.1. De Ministerraad voert in zijn memorie van wederantwoord aan dat het tweede middel in de zaak nr. 7760 niet-ontvankelijk is in zoverre het betrekking heeft op het eigendomsrecht, omdat de verzoekende partijen die grief in hun memorie van antwoord niet overnemen.
Voorts voert de tussenkomende partij aan dat het Hof niet rechtstreeks vermag te toetsen aan de aangevoerde algemene rechtsbeginselen.
B.5.2. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten, moeten de middelen van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden.
B.5.3. De verzoekende partijen zetten in hun verzoekschrift op duidelijke wijze uiteen in welk opzicht de bestreden bepaling afbreuk zou doen aan het eigendomsrecht, dat wordt gewaarborgd bij artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Het loutere feit dat de verzoekende partijen die grief niet herhalen in hun memorie van antwoord, volstaat niet om het middel onontvankelijk te verklaren.
Voorts worden de algemene beginselen waaraan het Hof niet vermag rechtstreeks te toetsen, samen aangevoerd met grondwetsbepalingen waaraan het Hof wel vermag rechtstreeks te toetsen, zodat al die bepalingen in onderlinge samenhang moeten worden gelezen.
Tot slot blijkt uit de memories van de Ministerraad en de tussenkomende partij dat zij op adequate wijze hebben kunnen antwoorden op de diverse grieven van de verzoekende partijen.
B.5.4. De excepties worden verworpen.
B.6.1. Luidens artikel 84 van de Grondwet kan alleen de wet een authentieke uitlegging van de wetten geven.
Een wetsbepaling is interpretatief wanneer ze aan een wetsbepaling de betekenis geeft die de wetgever bij de aanneming ervan heeft willen geven en die zij redelijkerwijze kon krijgen. Het behoort dus tot het wezen van een dergelijke wetsbepaling dat zij terugwerkt tot op de datum van inwerkingtreding van de wetsbepaling die zij interpreteert.
De waarborg van de niet-retroactiviteit van de wetten zou echter niet kunnen worden omzeild door het enkele feit dat een wetsbepaling met terugwerkende kracht als een interpretatieve wetsbepaling zou worden voorgesteld.
B.6.2. Een interpretatieve bepaling vindt haar bestaansreden in het opheffen van de rechtsonzekerheid die is ontstaan door het onzekere of het betwiste karakter van een wetsbepaling.
B.7.1. In de parlementaire voorbereiding van de bestreden bepaling wordt vermeld : « De droogte van de laatste jaren blijft niet zonder gevolgen. Door de dorre ondergrond lopen steeds meer woningen die gebouwd zijn op kleigrond zware schade op. Wanneer huizen door de droogte verzakken, is dat voor een deel te wijten aan de klimaatopwarming. Huizen die op kleigrond zijn gebouwd hebben daar méér van te lijden, de bodem krimpt en zakt in. Dat zien we ook in gebieden met vergelijkbare ondergronden in bijvoorbeeld Nederland.
Het probleem voor de gedupeerden is dat verzekeringsmaatschappijen soms weigeren om de schade te dekken waardoor de betrokken eigenaars met een gepeperde factuur achterblijven.
In 2005 werd een aanpassing van de wet betreffende de verzekeringen goedgekeurd zodat dergelijke schade gedekt werd door de verzekering.
Schade veroorzaakt door een natuurramp werd toen opgenomen in de woningverzekering. Om gedekt te zijn hoefde de bodem niet plotseling te verzakken en hoefde het niet uitsluitend om een natuurlijk fenomeen te gaan. Het was dus essentieel dat alle verzakkingen die ten minste gedeeltelijk het gevolg waren van een natuurverschijnsel, zouden worden vergoed.
De verantwoording van de aanpassing luidde als volgt : ` De vereiste dat de beweging van de bodemlaag plots moet zijn wordt weggelaten omdat deze tot verwarring kan aanleiding geven.
Aardverschuivingen of verzakkingen kunnen immers ook het resultaat zijn van een traag en onzichtbaar proces. Hierdoor wordt alleszins geen afbreuk gedaan aan de verantwoordelijkheid van de overheid of burgers in het nemen van de nodige beschermende maatregelen bij zichtbare of gekende verschuivingen of verzakkingen. Het is enkel essentieel dat alle aardverschuivingen of verzakkingen die geheel of ten dele het gevolg zijn van een natuurlijk fenomeen gedekt worden. ' Verzekeraars mogen zelf oordelen of een grondverzakking geheel of gedeeltelijk te wijten is aan een menselijk of natuurlijk fenomeen.
Helaas misbruiken sommige verzekeraars dit en beweren ze dat het krimpen van de grond geen verzakking is. Volgens hen is de krimp van de hele ondergrond geen beweging van een belangrijke massa van de bodemlaag, zoals vereist door de wet. Hun redenering is dat het pas volstaat als een ` uitzonderlijke ' massa van de bodemlaag beweegt.
Bovendien menen die verzekeraars dat het niet bewezen is dat de krimp van de bodem te wijten is aan de droogte.
In artikel 124, § 1, d) van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen wordt de bepaling in kwestie als volgt beschreven : ` d) hetzij een aardverschuiving of grondverzakking, te weten een beweging van een belangrijke massa van de bodemlaag, die goederen vernielt of beschadigt, welke geheel of ten dele te wijten is aan een natuurlijk fenomeen anders dan een overstroming of een aardbeving. '.
Om deze misverstanden te verhelpen is er nood aan een interpretatieve wet die verduidelijkt dat krimp van de bodem, te wijten aan droogte, als grondverzakking valt binnen het toepassingsgebied van de huidige wet.
Een wijziging van de wet is geen goede optie, omdat deze wijziging de verzekeraars slechts tot dekking zou verplichten vanaf haar inwerkingtreding, in plaats van rechtszekerheid te bieden voor de reeds vastgestelde verzakkingen » (Parl. St., Kamer, 2019-2020, DOC 55-1022/001, pp. 3-4).
Aldus blijkt dat de wetgever bij de bestreden bepaling een einde heeft willen maken aan de rechtsonzekerheid die voortvloeide uit de verschillende toepassing die de verzekeraars maakten van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten.
Die rechtsonzekerheid inzake de interpretatie van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten werd ook vastgesteld door de afdeling wetgeving van de Raad van State in haar advies inzake het wetsontwerp dat heeft geleid tot de bestreden bepaling : « Wat betreft de vereiste dat de te interpreteren bepaling onduidelijk moet zijn en voor een verschillende interpretatie vatbaar, kan melding worden gemaakt van een recente rechtspraakanalyse die werd uitgevoerd door de FOD Economie in welk verband door de Staatssecretaris voor Begroting en Consumentenbescherming in de Commissie voor economie, consumentenbescherming en digitale agenda van 28 april 2021 het volgende werd verklaard : ` (...) Ik geef u nu de argumenten die consumenten en verzekeraars ter zake aanhalen. De consumenten argumenteren dat de wettelijke waarborg speelt omdat de grond in beweging is en dit te wijten is aan een natuurlijk fenomeen, waardoor schade ontstaat. Ze verwijzen naar de tekst van artikel 124, § 1, d en naar de polisvoorwaarden van hun verzekeraar, die de bewoordingen van deze wettekst meestal integraal heeft overgenomen. De verzekeraars wijzen de aangifte af omdat er geen sprake is van verdwijning van aarde, terwijl dat wel zo is bij een aardverschuiving of een aardverzakking. Bij inklinking is er [geen] sprake van een verzakking in de zin van een beweging van een belangrijke massa van de bodemlaag. Er is wel sprake van een wijziging in het volume van de ondergrond. (...) We hebben aan de FOD Economie opdracht gegeven om een juridische analyse te maken van de huidige wetgeving omdat de rechtspraak op dit moment zeer uiteenlopend is. Uit een eerste analyse blijkt uit het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg in Namen van 2014 en het arrest van 10 mei 2016 van het hof van beroep van Luik dat deze zaak niet onder de verzekeringswet valt, terwijl uit de arresten van 20 juni 2017 van het hof van beroep van Mons en dat van 16 maart 2017 van het hof van beroep van Gent, evenals uit het vonnis van 2 december 2020 van de ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Kortrijk, blijkt dat deze zaken wel onder de wet ressorteren. Op zijn minst kunnen we dus zeggen dat de rechtspraak in deze geen duidelijk beeld geeft. (...) '.
Daargelaten de vraag wat de huidige meerderheidsstrekking is in de rechtspraak, blijkt uit het aangehaalde citaat dat de geïnterpreteerde bepaling effectief aanleiding lijkt te geven tot uiteenlopende argumenten en interpretaties » (Parl. St., Kamer, 2020-2021, DOC 55-1022/002, pp. 6-7).
B.7.2. Om de betekenis te achterhalen die de wetgever bij de aanneming heeft willen geven aan artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten, baseert de wetgever zich op de parlementaire voorbereiding van de wet van 17 september 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/09/2005 pub. 11/10/2005 numac 2005011401 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging wat de verzekering tegen natuurrampen betreft, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen sluiten. De definitie van het begrip « aardverschuiving of grondverzakking » werd oorspronkelijk immers bij die wet van 17 september 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/09/2005 pub. 11/10/2005 numac 2005011401 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging wat de verzekering tegen natuurrampen betreft, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen sluiten ingevoerd in de wet van 25 juni 1992, en vervolgens ongewijzigd overgenomen in artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten.
Uit die parlementaire voorbereiding van de wet van 17 september 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/09/2005 pub. 11/10/2005 numac 2005011401 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging wat de verzekering tegen natuurrampen betreft, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen sluiten blijkt dat in de initieel voorgestelde definitie van het begrip « aardverschuiving of grondverzakking » werd vermeld dat het moest gaan om « een plotse beweging te wijten aan een natuurlijk fenomeen, met uitzondering van de aardbeving, van een belangrijke massa van de bodemlaag die goederen vernielt of beschadigt » (Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-1732/001, p. 39).
De vereiste dat de beweging van de bodem plots moet zijn, werd uiteindelijk geschrapt omdat die vereiste volgens de wetgever aanleiding kon geven tot verwarring : « Aardverschuivingen of verzakkingen kunnen immers ook het resultaat zijn van een traag en onzichtbaar proces. Hierdoor wordt alleszins geen afbreuk gedaan aan de verantwoordelijkheid van de overheid of burgers in het nemen van de nodige beschermende maatregelen bij zichtbare of gekende verschuivingen of verzakkingen. Het is enkel essentieel dat alle aardverschuivingen of verzakkingen die geheel of ten dele het gevolg zijn van een natuurlijk fenomeen gedekt worden » (Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-1732/002, p. 3).
B.7.3. Uit die parlementaire voorbereiding volgt dat artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten steeds beoogde alle aardverschuivingen of verzakkingen die geheel of ten dele het gevolg zijn van een natuurlijk fenomeen, anders dan een overstroming of aardbeving, te dekken.
Het kan aldus worden aangenomen dat het steeds de bedoeling van de wetgever was om het « inklinken van een belangrijke massa van de bodemlaag [...] dat geheel of ten dele het gevolg is van een langdurige periode van droogte » te beschouwen als een « aardverschuiving of grondverzakking » overeenkomstig artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten. In tegenstelling tot wat de verzoekende partijen aanvoeren, is er bij een dergelijke inklinking immers evenzeer sprake van een « beweging van een belangrijke massa van de bodemlaag [...] welke geheel of ten dele te wijten is aan een natuurlijk fenomeen » in de zin van de voormelde bepaling.
B.7.4. Uit het voorgaande blijkt dat de wetgever met het bestreden artikel 2 van de wet van 29 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/10/2021 pub. 22/11/2021 numac 2021043088 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Interpretatieve Wet van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen sluiten de rechtsonzekerheid beoogde te verhelpen die was ontstaan ingevolge uiteenlopende interpretaties van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten. De bestreden bepaling geeft aan dat artikel een betekenis die de wetgever bij de aanneming ervan heeft willen geven en die het redelijkerwijze kon krijgen.
B.7.5. Het bestreden artikel 2 van de wet van 29 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/10/2021 pub. 22/11/2021 numac 2021043088 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Interpretatieve Wet van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen sluiten is derhalve een interpretatieve bepaling. De terugwerkende kracht van de bestreden bepaling, die door de verzoekende partijen wordt aangeklaagd, wordt verantwoord door het interpretatieve karakter ervan.
B.7.6. Het eerste en het tweede middel zijn niet gegrond.
Ten aanzien van het derde middel B.8. In het derde middel voeren de verzoekende partijen een schending aan van artikel 6, § 1, V, eerste lid, 2°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen en van het beginsel van de federale loyauteit, in samenhang gelezen met het redelijkheids- en evenredigheidsbeginsel. Door het inklinken van de bodem ten gevolge van langdurige droogte te beschouwen als een verzekerbaar risico onder artikel 124 van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten, zou de bestreden bepaling afbreuk doen aan de bevoegdheid van de gewesten voor het landbouwbeleid, met inbegrip van de erkenning en financiering van de tegemoetkoming naar aanleiding van schade veroorzaakt door landbouwrampen.
B.9. Aangezien het bestreden artikel 2 van de wet van 29 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/10/2021 pub. 22/11/2021 numac 2021043088 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Interpretatieve Wet van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen sluiten een interpretatieve wetsbepaling is, wijzigt het niet de draagwijdte van de bepaling die het interpreteert.
De verplichting voor de verzekeraar van een brandverzekeringsovereenkomst die dekking verleent voor eenvoudige risico's om de waarborg te verlenen tegen « een inklinken van een belangrijke massa van de bodemlaag [...] dat geheel of ten dele het gevolg is van een langdurige periode van droogte », vindt bijgevolg niet haar oorsprong in de bestreden bepaling, doch wel in het geïnterpreteerde artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten. De aangevoerde grief kan niet worden toegeschreven aan de bestreden bepaling.
B.10. Het derde middel is niet gegrond.
Om die redenen, het Hof verwerpt de beroepen.
Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten, op 1 juni 2023.
De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, L. Lavrysen