Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 04 juli 2023

Uittreksel uit arrest nr. 166/2022 van 15 december 2022 Rolnummer 7782 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 23 en 23quater van de wet van 15 juni 1935 « op het gebruik der talen in gerechtszaken », gesteld door de Politie Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2023015314
pub.
04/07/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 166/2022 van 15 december 2022 Rolnummer 7782 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 23 en 23quater van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « op het gebruik der talen in gerechtszaken », gesteld door de Politierechtbank te Vilvoorde.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij vonnis van 28 maart 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 maart 2022, heeft de Politierechtbank te Vilvoorde de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 23 van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken de bepalingen over de fundamentele rechten en vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet, (met name de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet), in samenhang gelezen met artikel 6 EVRM en artikel 14.3 a en f IVBPR, in de mate dat een beklaagde die alleen Frans kent of zich gemakkelijker in die taal uitdrukt, wanneer hij terecht staat voor een politierechtbank waarvan de taal van rechtspleging het Nederlands is, de bijstand van een tolk Nederlands/Frans - Frans/Nederlands mag weigeren en kan vragen dat de rechtspleging in het Frans zou geschieden, terwijl een beklaagde, hoewel ook van Belgische nationaliteit, die geen Nederlands of Frans kent, die mogelijkheid niet heeft ? 2. Schendt artikel 23quater van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik ter talen in gerechtszaken de bepalingen over de fundamentele rechten en vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet, (met name de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet), in samenhang met artikel 6 EVRM en artikel 14.3 a en f IVBPR, in de mate dat het een politierechtbank gelegen in het gerechtelijk arrondissement Brussel zou verhinderen bij het afwijzen van een vraag tot taalwijziging, meteen ook uitspraak te doen over de grond van de zaak, terwijl een politierechtbank gelegen buiten het gerechtelijk arrondissement Brussel wel die mogelijkheid heeft ? ». (...) III. In rechte (...) Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen en de context ervan B.1. De prejudiciële vragen houden verband met de mogelijkheid voor een beklaagde om, wanneer hij terechtstaat voor een politierechtbank van het gerechtelijk arrondissement Brussel, een taalwijziging te vragen.

B.2. De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 23 van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « op het gebruik der talen in gerechtszaken » (hierna : de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten). Die bepaling regelt de wijziging van de taal van de rechtspleging bij de politierechtbank en de correctionele rechtbank, op verzoek van de beklaagde : « De beklaagde die alleen Nederlands kent of zich gemakkelijker in die taal uitdrukt kan, wanneer hij terechtstaat voor een politierechtbank of een correctionele rechtbank waarvan de taal van rechtspleging het Frans of het Duits is, vragen dat de rechtspleging in het Nederlands geschiedt.

De beklaagde die alleen Frans kent of zich gemakkelijker in die taal uitdrukt kan, wanneer hij terechtstaat voor een politierechtbank of een correctionele rechtbank waarvan de taal van rechtspleging het Nederlands is, vragen dat de rechtspleging in het Frans geschiedt.

De beklaagde die alleen Duits kent of zich gemakkelijker in die taal uitdrukt kan, wanneer hij terechtstaat voor een politierechtbank of een correctionele rechtbank waarvan de taal van rechtspleging het Nederlands of het Frans is, vragen dat de rechtspleging in het Duits geschiedt.

In de gevallen bedoeld in de leden 1 tot 3, gelast de rechtbank de verwijzing naar het dichtstbij gelegen gerecht van dezelfde rang, waarvan de taal van rechtspleging de taal is die door de beklaagde is gevraagd. De rechtbank kan evenwel beslissen wegens de omstandigheden van de zaak niet op de aanvraag van de beklaagde te kunnen ingaan.

De beklaagde die alleen Frans kent of zich gemakkelijker in die taal uitdrukt, kan, wanneer hij terechtstaat voor een politierechtbank of een correctionele rechtbank waarvan de taal van rechtspleging het Duits is, vragen dat de rechtspleging in het Frans geschiedt. In dat geval wordt de rechtspleging voor datzelfde gerecht voortgezet in de taal die door de beklaagde is gevraagd.

Ingeval in het rechtsgebied van het hof van beroep te Luik geen enkele rechter in strafuitvoeringszaken of substituut-procureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken het bewijs levert van de kennis van de Duitse taal, wordt een beroep gedaan op een tolk.

De verjaring van de strafvordering wordt geschorst voor een termijn van maximum één jaar vanaf het moment van de vraag tot verwijzing tot op de dag van de eerste terechtzitting waarop de behandeling van de zaak ten gronde, opnieuw door de rechtbank zal worden hervat ».

B.3.1. De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 23quater van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, dat voorziet in een specifiek rechtsmiddel voor beslissingen over verzoeken tot taalwijziging die voor de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel worden ingediend : « Bij de in artikel 73, tweede lid, en in artikel 75bis van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde Franstalige en Nederlandstalige arrondissementsrechtbanken, die gezamenlijk bij uitsluiting bevoegd zijn in volle rechtsmacht, worden volgens een procedure zoals in kort geding, beroepen ingesteld door de partijen in geval van schending door de burgerlijke rechtscolleges of de politierechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel van de artikelen 3 tot 7, 7bis, 7ter, 15 en 23.

Het beroep wordt, op straffe van onontvankelijkheid, met redenen omkleed en binnen vijftien dagen na ontvangst van de beslissing over het verzoek tot taalwijziging per aangetekende brief en fax ingesteld.

Een kopie van het beroep wordt binnen dezelfde termijn per brief of fax aan de oorspronkelijk gevatte rechtbank en aan de partijen overgemaakt. De partij die het beroep instelt, vermeldt expliciet het adres en het faxnummer waarop de beslissing haar kan worden ter kennis gegeven.

Wanneer een beroep wordt ingesteld met inachtneming van de voorgaande vormen, wordt de procedure voor de rechter bij wie de vordering oorspronkelijk aanhangig is gemaakt en, wanneer het gaat om de politierechtbank, de verjaring van de oorspronkelijke rechtsvordering opgeschort totdat de beslissing van de arrondissementsrechtbank ter kennis gegeven wordt.

De arrondissementsrechtbank geeft kennis van zijn beslissing per brief of fax aan alle partijen alsook aan de rechter bij wie de zaak aanvankelijk aanhangig werd gemaakt.

Deze beslissing is niet vatbaar voor verzet of beroep ».

B.3.2. Dat rechtsmiddel werd ingevoerd bij de wet van 19 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/07/2012 pub. 22/08/2012 numac 2012009297 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel sluiten « betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel ».

De memorie van toelichting bij die wet vermeldt daaromtrent : « Het akkoord van 11 oktober 2011 bepaalt dat een onmiddellijk beroepsrecht en met volle rechtsmacht voor de verenigde Nederlandstalige en Franstalige arrondissementsrechtbanken zal worden ingesteld. Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag. Het voorzitterschap van dit rechtscollege wordt alternerend waargenomen door een Franstalige en een Nederlandstalige magistraat, in functie van de inschrijving op de rol.

De procedure zal een procedure zoals in kort geding zijn.

Die beroepsprocedure schorst de procedure voor de rechter op waarvan de beslissing het voorwerp ervan is. Aangezien het een procedure in kort geding betreft die het verloop van het proces als dusdanig niet mag vertragen of ertoe toe leiden dat het originele verzoek verjaart, is bepaald dat de kennisgeving per aangetekend schrijven en fax gebeurt en dat de verjaring van de originele actie wordt opgeschort tot aan de mededeling van de beslissing van de rechtbank per post en fax. Daartoe delen de partijen hun specifieke contactgegevens mee.

De termijn van 15 dagen begint te lopen de dag na de ontvangst van de uitspraak over de vraag tot verandering van taal.

De door de verenigde Nederlandstalige en Franstalige arrondissementsrechtbanken genomen beslissingen zijn niet vatbaar voor verzet of beroep.

Dit beroep heeft betrekking op de beslissingen van de verschillende rechtscolleges van het gerechtelijke arrondissement van Brussel die genomen worden in toepassing van de artikelen 3, 4, 5, 6, 7, 7bis, 7ter, 15 en 23 van de wet. Dit betekent dat op strafrechtelijk vlak alleen de beslissingen van de politierechtbanken het voorwerp van dit beroep kunnen uitmaken.

De beperking van dit beroepsmechanisme tot de rechtscolleges van het gerechtelijk arrondissement Brussel wordt gemotiveerd door de beslissing van de grondwetgever om enkel nog bij een bijzondere meerderheid wijzigingen toe te staan aan een bepaald aantal kernelementen van de hervorming van het gerechtelijke arrondissement Brussel, waaronder dit beroep en de rechten dat het moet beschermen, vallen.

De vaststelling dat de hervorming van het gerechtelijk arrondissement van Brussel in zijn geheel en de invoering van dit beroep in het bijzonder raakt aan de kern van de grote evenwichten die bijdragen aan de communautaire vrede, rechtvaardigt de keuze van de grondwetgever en de beperking van het beroep tot de beslissingen van de rechtscolleges van dit arrondissement » (Parl. St., Kamer, 2011-2012, DOC 53-2140/001, pp. 23-24).

Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag B.4. De eerste prejudiciële vraag handelt over de bestaanbaarheid van artikel 23 van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten met de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14, lid 3, a) en f), van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.

De prejudiciële vraag heeft meer bepaald betrekking op het verschil in behandeling dat artikel 23 van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten in het leven roept tussen, enerzijds, beklaagden die terechtstaan voor een Nederlandstalige politierechtbank en die alleen het Frans kennen of zich daarin gemakkelijker uitdrukken en, anderzijds, beklaagden die terechtstaan voor een Nederlandstalige politierechtbank en die noch het Frans, noch het Nederlands kennen. De eerstgenoemde categorie van beklaagden beschikt over de mogelijkheid om te vragen dat de rechtspleging in het Frans geschiedt en dus dat de zaak wordt verwezen naar het dichtstbij gelegen Franstalige gerecht, terwijl de laatstgenoemde categorie van beklaagden niet kan verzoeken om een dergelijke taalwijziging en bijgevolg is aangewezen op de bijstand van een tolk.

B.5. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is.

Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel.

B.6. Het verschil in behandeling tussen de in de prejudiciële vraag vermelde categorieën van beklaagden berust op een objectief criterium, namelijk dat van de taal die de beklaagde die voor een Nederlandstalige politierechtbank verschijnt, alleen kent of waarin hij zich gemakkelijker uitdrukt. Enkel wanneer die taal een officiële landstaal is, te dezen het Frans, kunnen de beklaagden overeenkomstig artikel 23 van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten verzoeken om een taalwijziging.

B.7.1. Bij de regeling van het taalgebruik in gerechtszaken dient de wetgever de individuele vrijheid van de rechtsonderhorige om zich van de taal van zijn keuze te bedienen, te verzoenen met de goede werking van de rechtsbedeling.

Bovendien dient de wetgever daarbij rekening te houden met de taalverscheidenheid die verankerd is in artikel 4 van de Grondwet, dat vier taalgebieden vastlegt, waarvan drie eentalige taalgebieden en één tweetalig taalgebied. Artikel 4 vormt de grondwettelijke waarborg van de voorrang van de taal van het eentalige gebied of van het tweetalige karakter van het gebied.

B.7.2. De wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten regelt op dwingende wijze het taalgebruik in gerechtszaken in België en hanteert daarbij als uitgangspunt de eentaligheid van de gerechtelijke akten en van de rechtspleging, onverminderd de uitzonderingen waarin de wet voorziet en de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden een verzoek tot verwijzing of tot verandering van taal in te dienen.

De eentaligheid van de gerechtelijke akten en van de rechtspleging en het dwingend karakter van de voorschriften van de wet werden als grondbeginselen van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten beschouwd.

Uit artikel 14 van de voormelde wet volgt dat de gehele rechtspleging in strafzaken voor de politierechtbanken en de correctionele rechtbanken in eerste aanleg eentalig wordt gevoerd in hetzij het Frans, het Nederlands of het Duits, naar gelang van de plaats waar de betrokken rechtbank is gevestigd. Voor de politierechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel waarvan het rechtsgebied uitsluitend bestaat uit gemeenten van het Nederlandse taalgebied, zoals dat het geval is voor het verwijzende rechtscollege, wordt in beginsel de gehele rechtspleging in het Nederlands gevoerd (artikel 15, § 1, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten). Voor de andere politierechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel en voor de correctionele rechtbanken van dat gerechtelijk arrondissement wordt de rechtspleging in het Frans of in het Nederlands gevoerd, waarbij in de eerste plaats rekening wordt gehouden met de woonplaats van de verdachte (artikel 16 van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten).

B.7.3. De wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten onderscheidt vier taalgebieden : het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied (artikel 42; Hand., Kamer, 1933-1934, 15 mei 1934, p. 1455). Zij stemt aldus overeen met de indeling in taalgebieden zoals vastgelegd in artikel 4 van de Grondwet.

De politierechtbanken en correctionele rechtbanken worden door de artikelen 14 tot 16 van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten ingedeeld in taalgroepen. Die indeling heeft tot gevolg dat de rechtspleging in beginsel geschiedt in de taal of in een van de talen die overeenstemt met die taalgroep. Voorts moeten de magistraten en gerechtelijke ambtenaren die verbonden zijn aan dat rechtscollege of in zijn rechtsgebied hun ambt uitoefenen, de taal van die taalgroep kennen, en in het geval waarin het rechtscollege behoort tot een meertalige groep, moeten zij in een bepaalde mate ook hun kennis van een andere landstaal bewijzen (artikelen 43 tot 54ter). De indeling in taalgroepen is ook van belang om het rechtscollege te bepalen dat in aanmerking komt om kennis te nemen van een zaak in de taal of in een van de talen van die taalgroep, naar aanleiding van een toegekend verzoek tot verwijzing. B.7.4. Rekening houdend met de in B.7.1 vermelde doelstellingen is het redelijk verantwoord dat de mogelijkheid van een taalwijziging wordt voorbehouden aan de beklaagde die alleen een van de andere landstalen kent of zich gemakkelijker in die taal uitdrukt. Zelfs al zou, zoals het verwijzende rechtscollege aangeeft, de samenstelling van de bevolking op taalkundig vlak onderhevig zijn aan bepaalde evoluties waardoor de beklaagden die voor dat rechtscollege terechtstaan vaak geen enkele landstaal machtig zijn, dan nog zou het zeer ingrijpende gevolgen hebben voor de gerechtelijke organisatie in het algemeen en de taalkennis van de magistraten en de gerechtelijke ambtenaren in het bijzonder, indien een beklaagde erom kon verzoeken dat de gehele rechtspleging wordt gevoerd in om het even welke andere taal dan het Frans, het Nederlands of het Duits. Zulks zou op fundamentele wijze afbreuk doen aan de voormelde beginselen waarop de taalregeling van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten steunt, en met name aan het beginsel van de eentaligheid van de rechtspleging in overeenstemming met de in de Grondwet verankerde indeling in taalgebieden.

B.7.5. Zoals ook het verwijzende rechtscollege en de Ministerraad opmerken, beschikt elke beklaagde bovendien, wanneer hij alleen een andere taal dan die van de rechtspleging kent of zich daarin gemakkelijker uitdrukt, over voldoende mogelijkheden om de strafprocedure te begrijpen en daaraan deel te nemen.

Zo benoemt de rechtbank, krachtens artikel 152bis van het Wetboek van strafvordering, ambtshalve een beëdigd tolk indien de beklaagde of de burgerlijke partij de taal van de procedure niet verstaat of spreekt, waarbij de kosten van vertolking ten laste worden genomen door de Staat. De artikelen 145, vijfde lid, en 164, § 1, van het Wetboek van strafvordering kennen de beklaagde in beginsel het recht toe om, op kosten van de Staat, de vertaling te vragen in een taal die hij verstaat van de relevante passages van respectievelijk de dagvaarding en het vonnis, zodanig dat hij geïnformeerd is over de feiten die hem ten laste worden gelegd dan wel waarvoor hij veroordeeld is en hij zich effectief kan verdedigen. Overeenkomstig artikel 22 van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten kan de beklaagde die de taal van de procedure niet verstaat de onderzoeksrechter of het openbaar ministerie, naar gelang van de stand van de procedure, verzoeken om de vertaling naar een taal die hij verstaat van andere documenten dan die waarvan reeds in de vertaling wordt voorzien in het Wetboek van strafvordering, eveneens op kosten van de Staat. Voorts bepaalt artikel 31, eerste lid, van dezelfde wet dat de partijen die persoonlijk verschijnen in al de ondervragingen van het opsporingsonderzoek en van het gerechtelijk onderzoek, alsmede voor de onderzoeks- en vonnisgerechten, de taal van hun keuze gebruiken. Krachtens het vierde lid van die bepaling worden de partijen die de taal van de procedure niet verstaan, bijgestaan door een beëdigd tolk die alle mondelinge verklaringen vertaalt, waarbij de noodzaak van de vertolking wordt geëvalueerd door de bevoegde overheid volgens de fase van de procedure.

De onmogelijkheid om een taalwijziging te vragen, voor de beklaagden die geen van de landstalen machtig zijn, beperkt de individuele vrijheid van zulke beklaagden om zich van de taal van hun keuze te bedienen bijgevolg niet op onevenredige wijze.

B.8. Uit het bovenstaande volgt dat artikel 23 van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten de vrijheid van taalgebruik, rekening houdend met het bestaan van vier taalgebieden, niet meer beperkt dan voor een goede rechtsbedeling nodig is.

B.9.1. De omstandigheid dat in het bodemgeschil de strafprocedure zou worden vertraagd door de verwijzing naar het dichtstbij gelegen gerecht van dezelfde rang waarvan de taal van rechtspleging de taal is die door de beklaagde is gevraagd, leidt niet tot een andere conclusie.

Krachtens artikel 23, vierde lid, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten kan de rechtbank immers beslissen wegens de omstandigheden van de zaak niet op de aanvraag van de beklaagde in te gaan. Het spreekt voor zich dat de bedoelde omstandigheden verband dienen te houden met het vereiste van een goede rechtsbedeling, wat bevestigd wordt in de voorbeelden die in de loop van de parlementaire voorbereiding van artikel 23 werden gegeven (Parl. St., Senaat, 1934-1935, nr. 86, p. 22; Parl.

St., Kamer, 1934-1935, nr. 135; Hand., Kamer, 4 juni 1935, p. 1290).

Het Hof van Cassatie is in dat verband van oordeel dat « de rechter [...] het verzoek om taalwijziging [mag] afwijzen indien er objectiveerbare omstandigheden zijn eigen aan de zaak die maken dat het aangewezen is dat hijzelf de zaak beoordeelt », waarbij « de rechter [...] onaantastbaar [oordeelt] over het voorhanden zijn van dergelijke omstandigheden ». Uit diezelfde cassatierechtspraak volgt dat een verzoek tot taalwijziging kan worden afgewezen wanneer de daarmee gepaard gaande verwijzing naar een ander rechtscollege het risico doet ontstaan « dat de eisers niet meer berecht kunnen worden binnen een redelijke termijn », op voorwaarde dat de rechter die het verzoek afwijst « concreet [aangeeft] waarin dit risico op miskenning van de redelijke termijn-vereiste bestaat » (Cass., 10 november 2015, P.15.0714.N). Naast een « dreigende overschrijding van de redelijke termijn » kan volgens het Hof van Cassatie ook een « dreigende verjaring van de strafvordering » de afwijzing van een verzoek tot taalwijziging verantwoorden (Cass., 9 juni 2020, P.20.0501.N).

Daarenboven wordt de verjaring van de strafvordering, krachtens artikel 23, zevende lid, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, geschorst voor een termijn van maximum één jaar vanaf het moment van de vraag tot verwijzing tot op de dag van de eerste terechtzitting waarop de behandeling van de zaak ten gronde, opnieuw door de rechtbank zal worden hervat.

B.9.2. De specifieke kenmerken van verkeersmisdrijven, die volgens het verwijzende rechtscollege ertoe zouden leiden dat de rechter van de plaats waar de feiten zich hebben voorgedaan het best geplaatst is om daarover te oordelen, volstaan evenmin om te besluiten dat, wat de berechting van zulke misdrijven betreft, de in het geding zijnde mogelijkheid om een taalwijziging te verkrijgen de goede rechtsbedeling in het gedrang zou brengen.

Overigens dient de zaak overeenkomstig artikel 23, vierde lid, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, indien de taalwijziging wordt toegestaan, te worden verwezen naar het anderstalige gerecht van dezelfde rang dat het « dichtstbij gelegen » is. Zoals is vermeld in B.9.1, staat het daarnaast de rechter vrij het verzoek tot taalwijziging af te wijzen, in zoverre er objectiveerbare omstandigheden zijn eigen aan de zaak die maken dat het aangewezen is dat hij de zaak zelf beoordeelt.

B.10. Uit het bovenstaande volgt dat artikel 23 van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. De toetsing aan artikel 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14, lid 3, a) en f), van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, leidt niet tot een andere conclusie.

Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag B.11. Met de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof ondervraagd over het verschil in behandeling tussen beklaagden van wie het verzoek tot een taalwijziging wordt afgewezen, naargelang zij terechtstaan voor een politierechtbank van het gerechtelijk arrondissement Brussel dan wel voor een politierechtbank van een ander gerechtelijk arrondissement. Indien een dergelijk verzoek wordt afgewezen door een politierechtbank van het gerechtelijk arrondissement Brussel, dan zou artikel 23quater van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten volgens het verwijzende rechtscollege verhinderen dat onmiddellijk een beslissing ten gronde wordt genomen over de tegen de beklaagde ingestelde strafvordering, terwijl een politierechtbank die elders is gevestigd meteen na het afwijzen van het verzoek tot taalwijziging uitspraak zou kunnen doen over de grond van de zaak.

B.12. Krachtens artikel 23quater van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten staat voor de beklaagden een rechtstreeks beroep open, volgens een procedure zoals in kort geding, tegen de beslissingen van de politierechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel over de verzoeken tot taalwijziging op grond van artikel 23 van diezelfde wet. Dat beroep dient binnen de vijftien dagen na ontvangst van de beslissing over het verzoek tot taalwijziging te worden ingesteld bij de Franstalige en Nederlandstalige arrondissementsrechtbanken in verenigde vergadering, die gezamenlijk bij uitsluiting bevoegd zijn in volle rechtsmacht (artikel 23quater, eerste lid). Het instellen van een dergelijk beroep leidt ertoe dat de procedure voor de politierechtbank waarbij de vordering oorspronkelijk aanhangig is gemaakt en de verjaring van de oorspronkelijke rechtsvordering worden opgeschort totdat de beslissing van de verenigde arrondissementsrechtbanken ter kennis wordt gegeven (artikel 23quater, derde lid). Die kennisgeving wordt gedaan aan alle partijen alsook aan de rechter bij wie de zaak aanvankelijk aanhangig werd gemaakt (artikel 23quater, vierde lid). De beslissing van de verenigde arrondissementsrechtbanken is niet vatbaar voor verzet of beroep (artikel 23quater, vijfde lid).

De beklaagden van wie het verzoek tot taalwijziging wordt afgewezen door een politierechtbank van een ander gerechtelijk arrondissement, kunnen tegen die beslissing een gemeenrechtelijk hoger beroep instellen bij de correctionele rechtbank, overeenkomstig artikel 172 van het Wetboek van strafvordering (zie ook Cass., 26 mei 2020, P.19.1338.N; Cass., 29 september 2015, P.15.0123.N).

B.13. Het staat in de regel aan het verwijzende rechtscollege om de bepalingen die het toepast te interpreteren, onder voorbehoud van een kennelijk verkeerde lezing van de in het geding zijnde bepaling.

B.14.1. Noch het in het geding zijnde artikel 23quater, noch enige andere bepaling van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bevat een verbod voor een politierechtbank gevestigd in het gerechtelijk arrondissement Brussel om, wanneer zij een verzoek tot taalwijziging afwijst, onmiddellijk uitspraak te doen over de grond van de zaak. De procedure voor de oorspronkelijk geadieerde rechter wordt krachtens het derde lid van artikel 23quater slechts opgeschort vanaf het ogenblik waarop het in die bepaling bedoelde beroep bij de verenigde Nederlandstalige en Franstalige arrondissementsrechtbanken effectief wordt ingesteld. Er is bijgevolg geen sprake van een automatische opschorting van de procedure gedurende de termijn van vijftien dagen waarbinnen dat beroep, overeenkomstig artikel 23quater, tweede lid, dient te worden ingesteld, zodat het de rechter in de regel vrijstaat om, zolang er geen dergelijk beroep is ingesteld, de behandeling van de zaak voort te zetten en in voorkomend geval reeds een uitspraak ten gronde te doen.

B.14.2. Wanneer de verenigde Nederlandstalige en Franstalige arrondissementsrechtbanken evenwel het beroep inwilligen tegen de beslissing houdende afwijzing van het verzoek tot taalwijziging en tegen de weigering om de zaak naar een anderstalig gerecht te verwijzen, impliceert dat ook de vernietiging van de daaropvolgende rechtspleging, met inbegrip van de eventuele beslissing ten gronde die zou zijn genomen over de tegen de beklaagde ingestelde strafvordering (zie ook Cass., 19 november 2019, P.19.0758.N; Cass., 15 oktober 2019, P.19.0615.N; Cass., 1 oktober 2019, P.19.0414.N; Cass., 16 oktober 2018, P.18.0389.N).

B.15. Uit het bovenstaande volgt dat de tweede prejudiciële vraag, in zoverre het verwijzende rechtscollege ervan uitgaat dat artikel 23quater van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « een politierechtbank gelegen in het gerechtelijk arrondissement Brussel zou verhinderen bij het afwijzen van een vraag tot taalwijziging, meteen ook uitspraak te doen over de grond van de zaak », berust op een kennelijk verkeerde lezing van die bepaling.

B.16. De tweede prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - Artikel 23 van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « op het gebruik der talen in gerechtszaken » schendt niet de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14, lid 3, a) en f), van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. - De tweede prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.

Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 15 december 2022.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, L. Lavrysen

^