Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 20 september 2022

Uittreksel uit arrest nr. 47/2022 van 24 maart 2022 Rolnummer 7545 In zake: de prejudiciële vraag over artikel 27 van de wet van 28 april 2003 « betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige a Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters J.(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2022202586
pub.
20/09/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 47/2022 van 24 maart 2022 Rolnummer 7545 In zake: de prejudiciële vraag over artikel 27 van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid type wet prom. 28/04/2003 pub. 16/11/2010 numac 2010000643 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid », zoals gewijzigd bij artikel 18 van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten « tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen », gesteld door de Arbeidsrechtbank Waals-Brabant, afdeling Waver.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters J.-P. Moerman, Y. Kherbache, T. Detienne en S. de Bethune, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, emeritus rechter R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 19 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 maart 2021, heeft de Arbeidsrechtbank Waals-Brabant, afdeling Waver, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 27 van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid type wet prom. 28/04/2003 pub. 16/11/2010 numac 2010000643 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, zoals gewijzigd bij artikel 18 van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen, al dan niet de artikelen 10, 11, 16 en 23 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het beginsel van de niet-retroactiviteit van de wetten, in zoverre daarbij, vanaf 1 januari 2016, alle werknemers die hun wettelijk pensioen opnemen, zonder redelijke objectieve verantwoording en zonder dat in een overgangsregeling is voorzien, identiek worden behandeld, doordat voor hen de aanvullende pensioenen (Tweede Pijlers) op hetzelfde ogenblik (gelijktijdig) worden vereffend, terwijl sommige werknemers, onder wie inzonderheid de heer R., om eigen objectieve redenen (hoofdzakelijk van financiële aard), vóór de inwerkingtreding van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten, onwetend en zonder hun aanvullende pensioenen gelijktijdig met hun wettelijk pensioen te willen ontvangen, administratieve stappen hebben ondernomen om dat wettelijk pensioen te verkrijgen ? ». (...) III. In rechte (...) Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 27, § 1, van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid type wet prom. 28/04/2003 pub. 16/11/2010 numac 2010000643 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid » (hierna : de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid type wet prom. 28/04/2003 pub. 16/11/2010 numac 2010000643 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten), zoals vervangen bij artikel 18, 1°, van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten « tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen » (hierna : de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten), dat bepaalt : « Onverminderd de bepalingen van de tweede paragraaf en het recht op overdracht van de reserves bedoeld in artikel 32 worden de aanvullende pensioenprestatie, de verworven reserves, de reserves die voortvloeien uit de overdracht van de reserves zoals bedoeld in artikel 32, § 1, 1°, 2°, 3° b), of de reserves die voortvloeien uit de toepassing van artikel 33 vereffend bij de pensionering van de aangeslotene. De prestaties worden berekend op de datum van de pensionering van de aangeslotene en uitbetaald ten laatste binnen de dertig dagen die volgen op de communicatie van de voor de uitbetaling noodzakelijke gegevens aan de pensioeninstelling door de aangeslotene.

De pensioentoezegging blijft van kracht tot aan de pensionering, tenzij ze opgeheven wordt.

Ten laatste negentig dagen vóór de pensionering van de aangeslotene, licht de inrichter de pensioeninstelling schriftelijk in over de pensionering van deze laatste.

Als de aangeslotene uitgetreden is, licht deze de pensioeninstelling ten laatste negentig dagen vóór zijn pensionering schriftelijk in over zijn pensionering.

Vanaf 1 januari 2017, neemt de vzw Sigedis, opgericht overeenkomstig artikel 12 van het koninklijk besluit van 12 juni 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/06/2006 pub. 22/06/2006 numac 2006022555 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van Titel III, hoofdstuk II van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact sluiten tot uitvoering van Titel III, Hoofdstuk II, van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, de verplichting over om de pensioeninstelling te informeren over de pensionering van de aangeslotene. De Koning kan de inhoud en de modaliteiten van deze mededeling bepalen.

In afwijking van het eerste lid, indien de pensionering later is dan de datum waarop de aangeslotene de wettelijke pensioenleeftijd van kracht bereikt of de datum waarop hij voldoet aan de voorwaarden om zijn vervroegd rustpensioen als werknemer te verkrijgen, mogen de prestatie en de reserves bedoeld in het eerste lid, op verzoek van de aangeslotene, uitbetaald worden vanaf één van deze data op voorwaarde dat het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst dit uitdrukkelijk voorziet ».

B.1.2. De wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten is in werking getreden op 1 januari 2016 (artikel 42), en beoogde de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen te waarborgen (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1510/001, p. 4). Dienaangaande vermeldt de parlementaire voorbereiding : « Huidig ontwerp heeft als doel het aanvullend karakter van de tweede pijlerpensioenen (buitenwettelijke pensioenen) ten opzichte van de eerste pijlerpensioenen (wettelijke pensioenen) te bevestigen, zoals dit reeds in artikel 3, § 1, 1°, van de [ wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid type wet prom. 28/04/2003 pub. 16/11/2010 numac 2010000643 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten] wordt bepaald. Dit artikel definieert het aanvullend pensioen als het rust- of overlevingspensioen dat aan de aangeslotene wordt toegekend ter aanvulling van een krachtens een wettelijke socialezekerheidsregeling vastgesteld pensioen » (ibid., p. 7).

Door de in het geding zijnde wet worden diverse aanpassingen aangebracht in het wettelijk kader van de aanvullende pensioenen voor werknemers, van de aanvullende pensioenen voor zelfstandigen en van de aanvullende pensioenen voor zelfstandigen-bedrijfsleiders.

Allereerst worden het tijdstip van de uitbetaling van het aanvullend pensioen en het tijdstip van het ingaan van het wettelijk pensioen aan elkaar gekoppeld, waardoor de aanvullende pensioenprestaties moeten worden uitbetaald op het moment van de effectieve ingang van het wettelijk pensioen. Vervolgens wordt een verbod ingevoerd op bepalingen in pensioenreglementen en -overeenkomsten die aanzetten tot een vervroegd vertrek, en daarbij wordt verduidelijkt dat een gepensioneerde die een beroepsactiviteit uitoefent niet langer een aanvullend pensioen kan genieten en dat de pensioenleeftijd van pensioenreglementen of -overeenkomsten niet lager mag zijn dan de wettelijke pensioenleeftijd (ibid., pp. 8-9).

B.1.3. Wat betreft de koppeling van de uitbetaling van het aanvullend pensioen aan het ingaan van het wettelijk pensioen, doet de wetgever « niets anders dan het moment van de uitbetaling van de aanvullende pensioenprestaties uitstellen teneinde er zich van te vergewissen dat de aanvullende pensioenen op correcte wijze hun rol spelen van aanvulling op het wettelijke pensioen en aan de gepensioneerde werknemers toelaten een levensstandaard te behouden die meer in de lijn ligt met hun levensstandaard als actieven » (ibid., p. 10).

B.1.4. De wetgever heeft evenwel in een overgangsmaatregel voorzien ten gunste van aangeslotenen die in 2016 ten minste de leeftijd van 55 jaar zouden hebben bereikt (artikel 22 van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten). Zij behouden de mogelijkheid om hun aanvullend pensioen te laten uitbetalen vóór hun pensionering. Daartoe wordt de leeftijd waarop die uitbetaling mogelijk is, geleidelijk verhoogd, omgekeerd evenredig met hun leeftijd.

Daarnaast is in een overgangsmaatregel voorzien voor het verbod op gunstige anticipatiemaatregelen (artikel 25 van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten). De personen die uiterlijk op 31 december 2016 de leeftijd van 55 jaar of ouder hebben bereikt, kunnen de gunstige anticipatiemaatregelen waarin is voorzien in hun pensioenreglement, blijven genieten, mits de regel in acht wordt genomen die de uitbetaling van het aanvullend pensioen verbindt aan de pensionering : « De overgangsmaatregel betreffende de toezeggingen die bepalingen voorzien zoals bedoeld in artikelen 18, 3° en 19, 3°, dient dus te worden gecombineerd met de maatregelen die van toepassing zijn op de maatregel betreffende de uitbetaling van het aanvullend pensioen » (ibid., p. 40).

Ten aanzien van de prejudiciële vraag B.2.1. De verwijzende rechter vraagt of artikel 27, § 1, van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid type wet prom. 28/04/2003 pub. 16/11/2010 numac 2010000643 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals vervangen bij artikel 18, 1°, van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten, de artikelen 10, 11, 16 en 23 van de Grondwet schendt, in zoverre het bepaalt dat met ingang van 1 januari 2016, de aanvullende pensioenprestaties moeten worden uitbetaald op het ogenblik van het ingaan van het wettelijk pensioen, zonder dat in een overgangsregeling is voorzien voor de werknemers die een aanvraag voor hun vervroegd pensioen hebben ingediend vóór de inwerkingtreding van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten, maar die hun aanvullend pensioen na de datum van hun vervroegd wettelijk pensioen wilden ontvangen.

B.2.2. Uit het verwijzingsvonnis blijkt dat het geschil voor de verwijzende rechter betrekking heeft op een aangeslotene die een aanvraag voor een vervroegd wettelijk pensioen heeft ingediend vóór de inwerkingtreding van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten, met het oog op zijn pensionering op 1 januari 2016, op de leeftijd van 62 jaar. Hij heeft de voormelde pensioenaanvraag ingediend met de intentie om, overeenkomstig zijn pensioenplan, zijn aanvullende pensioenprestaties pas te ontvangen op 18 november 2018, zijnde de datum waarop hij de voor hem geldende wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar zou bereiken. De prejudiciële vraag dient dus zo te worden geïnterpreteerd dat aan het Hof een vraag wordt gesteld over de afwezigheid van een overgangsmaatregel die het in een dergelijk geval mogelijk zou maken de aanvullende pensioenprestatie te ontvangen na het ingaan van het wettelijk pensioen.

B.3.1. Bij zijn arrest nr. 108/2021 van 15 juli 2021 heeft het Hof met betrekking tot de in het geding zijnde bepaling geoordeeld : « B.8.1. Bij het bepalen van zijn pensioenbeleid beschikt de wetgever over een ruime beoordelingsvrijheid. Dat is des te meer het geval wanneer de betrokken regeling, zoals te dezen het geval is, het voorwerp heeft uitgemaakt van sociaal overleg.

B.8.2. Het is inherent aan een nieuwe regeling dat een onderscheid wordt gemaakt tussen personen die zijn betrokken bij rechtstoestanden die onder het toepassingsgebied van de vroegere regeling vallen en personen die zijn betrokken bij rechtstoestanden die onder het toepassingsgebied van de nieuwe regeling vallen. Een dergelijk onderscheid maakt op zich geen schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet uit. Elke wetswijziging zou immers onmogelijk worden indien zou worden aangenomen dat een nieuwe bepaling die grondwetsartikelen zou schenden om de enkele reden dat zij de toepassingsvoorwaarden van de vroegere regeling wijzigt.

Daarenboven kan de wetgever, wanneer hij meent dat een beleidsverandering noodzakelijk is, beslissen daaraan een onmiddellijk gevolg te geven en is hij er in beginsel niet toe gehouden te voorzien in een overgangsregeling. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet zijn slechts geschonden indien de ontstentenis van een overgangsmaatregel leidt tot een verschil in behandeling waarvoor geen redelijke verantwoording bestaat of indien aan het vertrouwensbeginsel op buitensporige wijze afbreuk wordt gedaan. Dat beginsel is nauw verbonden met het rechtszekerheidsbeginsel, dat de wetgever verbiedt om zonder objectieve en redelijke verantwoording afbreuk te doen aan het belang van de rechtsonderhorigen om in staat te zijn de rechtsgevolgen van hun handelingen te voorzien.

B.9.1. Met de in het geding zijnde wetswijziging beoogde de wetgever te vermijden dat de tweede pensioenpijler, de aanvullende pensioenprestatie, zou worden gebruikt voor andere doeleinden dan de aanvulling van het wettelijk pensioen. Om die doelstelling te bereiken, wordt de opname van het aanvullend pensioen vóór het ingaan van het wettelijk pensioen verboden : ' Indien men wenst dat de tweede pijler deze noodzakelijke aanvulling vormt op het wettelijke pensioen, moet de uitbetaling van deze tweede pijler voor het ingaan van het wettelijke pensioen ontmoedigd worden ' (ibid., p. 29).

B.9.2. Niettegenstaande het hoofdzakelijk de bedoeling was van de wetgever om de opname van het aanvullend pensioen vóór het ingaan van het wettelijk pensioen te verbieden, past een verbod op uitbetaling van het aanvullend pensioen na de pensionering eveneens in het kader van de doelstellingen van de wetgever. Door het tijdstip van uitbetaling van het aanvullend pensioen te verbinden aan het tijdstip van pensionering, worden de niet-uitgetreden aangeslotenen gestimuleerd hun pensionering uit te stellen tot aan de eindleeftijd in hun persoonlijke pensioenplan. [...] B.10.3. Bij de invoering van nieuwe pensioenmaatregelen rust op de wetgever niet op algemene wijze een verplichting om in een overgangsmaatregel te voorzien voor degenen die bij de inwerkingtreding van die maatregelen reeds een pensioenaanvraag hadden ingediend. De nakende inwerkingtreding van een nieuwe pensioenregeling kan immers leiden tot een toename aan pensioenaanvragen, waardoor het door de wetgever beoogde doel in het gedrang kan komen.

B.10.4. De wetgever moet echter, wanneer hij een nieuwe pensioenregeling invoert, van geval tot geval onderzoeken of overgangsmaatregelen noodzakelijk zijn, rekening houdend met de impact van de nieuwe regels en met de legitieme verwachtingen van de betrokken rechtsonderhorigen. Wanneer een wettelijke regeling gepaard gaat met overgangsmaatregelen voor een bepaalde categorie van rechtsonderhorigen, doch niet voor een andere vergelijkbare categorie, dan dient dat verschil in behandeling te berusten op een redelijke verantwoording.

B.11.1. De wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten bepaalt het tijdstip van de vereffening van de aanvullende pensioenprestaties en bevat onder meer een overgangsregeling voor de categorie van personen die in 2016 ten minste 55 jaar oud waren en die hun aanvullend pensioen wensen op te vragen vóór het ingaan van hun wettelijk pensioen. Uit de in B.6.2 vermelde parlementaire voorbereiding blijkt dat die overgangsregeling werd ingevoerd omdat het niet billijk werd geacht de aangeslotenen die bij het ingaan van de nieuwe regeling bijna de leeftijd hadden die hun zou hebben toegelaten hun aanvullend pensioen op te nemen, onmiddellijk aan de nieuwe regels te onderwerpen, waardoor afbreuk zou worden gedaan aan hun legitieme verwachtingen. Om die reden wordt bij wijze van overgangsmaatregel aan die categorie van personen de keuze gelaten om de aanvullende pensioenprestatie niet op te nemen bij het ingaan van het wettelijk pensioen.

B.11.2. In het licht van het vertrouwensbeginsel, waardoor de wetgever zich aldus heeft laten leiden, is er geen redelijke verantwoording voor het feit dat niet tevens in een overgangsregeling werd voorzien voor de omgekeerde situatie, namelijk die van de aangeslotenen die bij het ingaan van de nieuwe regeling op het punt stonden vervroegd hun wettelijk pensioen op te nemen, maar de wens hadden om de aanvullende pensioenprestatie later te kunnen ontvangen op de leeftijd bepaald in het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst. Ook in dat geval kan de onmiddellijke inwerkingtreding van de nieuwe regeling immers de legitieme verwachtingen van de betrokkenen doorkruisen doordat hun de keuze wordt ontnomen om het aanvullend pensioen niet op te nemen bij het ingaan van het wettelijk pensioen.

B.11.3. De in het geding zijnde bepaling is bijgevolg niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre ze de aangeslotenen die de aanvraag voor hun vervroegd wettelijk pensioen hebben ingediend vóór de inwerkingtreding van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten en wier wettelijk pensioen is ingegaan in 2016, niet toelaat de aanvullende pensioenprestatie te ontvangen op de leeftijd bepaald in het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst, zoals van kracht vóór de datum van inwerkingtreding van de voormelde wet ».

B.3.2. De in het geding zijnde bepaling is niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij het de aangeslotenen die hun aanvraag voor een vervroegd wettelijk pensioen hebben ingediend vóór de inwerkingtreding van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten en wier wettelijk pensioen is ingegaan in 2016, niet toelaat de aanvullende pensioenprestatie pas te ontvangen op de leeftijd bepaald in hun aanvullende pensioenverzekering, zoals afgesloten vóór de datum van inwerkingtreding van de voormelde wet.

De inaanmerkingneming van de artikelen 16 en 23 van de Grondwet leidt niet tot een andere conclusie.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 27, § 1, van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid type wet prom. 28/04/2003 pub. 16/11/2010 numac 2010000643 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid », zoals vervangen bij artikel 18, 1°, van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten « tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen », schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de aangeslotenen die hun aanvraag voor een vervroegd wettelijk pensioen hebben ingediend vóór de inwerkingtreding van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten en wier wettelijk pensioen is ingegaan in 2016, niet toelaat de aanvullende pensioenprestatie pas te ontvangen op de leeftijd bepaald in hun aanvullende pensioenverzekering, zoals afgesloten vóór de datum van inwerkingtreding van de voormelde wet.

Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 24 maart 2022.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, P. Nihoul

^