gepubliceerd op 10 oktober 2022
Uittreksel uit arrest nr. 24/2022 van 10 februari 2022 Rolnummer 7475 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 74 van de wet van 31 juli 2020 « houdende diverse dringende bepalingen inzake justitie », ingesteld door Charles Huylebrou Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 24/2022 van 10 februari 2022 Rolnummer 7475 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 74 van de
wet van 31 juli 2020Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
31/07/2020
pub.
07/08/2020
numac
2020015282
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet houdende diverse dringende bepalingen inzake justitie
sluiten « houdende diverse dringende bepalingen inzake justitie », ingesteld door Charles Huylebrouck.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters J.-P. Moerman, R. Leysen, Y. Kherbache, T. Detienne en S. de Bethune, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 december 2020 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 9 december 2020, heeft Charles Huylebrouck beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 74 van de wet van 31 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2020 pub. 07/08/2020 numac 2020015282 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse dringende bepalingen inzake justitie sluiten « houdende diverse dringende bepalingen inzake justitie » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 augustus 2020). (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van het enige middel B.1.1. Het beroep tot vernietiging heeft betrekking op artikel 74 van de wet van 31 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2020 pub. 07/08/2020 numac 2020015282 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse dringende bepalingen inzake justitie sluiten « houdende diverse dringende bepalingen inzake justitie » (hierna : de wet van 31 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2020 pub. 07/08/2020 numac 2020015282 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse dringende bepalingen inzake justitie sluiten), dat artikel 35 van de wet van 16 maart 1803Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1803 pub. 28/10/2009 numac 2009000678 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het notarisambt Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « tot regeling van het notarisambt » (hierna : de wet van 16 maart 1803Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1803 pub. 28/10/2009 numac 2009000678 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het notarisambt Officieuze coördinatie in het Duits sluiten) als volgt aanvult : « De benoeming of aanstelling als notaris maakt van rechtswege een einde aan elke andere benoeming of aanstelling als notaris ».
B.1.2. De parlementaire voorbereiding vermeldt : « De toevoeging van een nieuwe alinea in paragraaf 4 van artikel 35 van de wet strekt ertoe om te vermijden dat eenzelfde persoon ingevolge opeenvolgende aanstellingen als notaris, eventueel in verschillende hoedanigheden, zou komen tot een cumul van hoedanigheden, op verschillende standplaatsen of in verschillende arrondissementen. Daarom wordt uitdrukkelijk bepaald, zoals ook het geval is in de Nederlandse en Franse notariswetten, dat de benoeming of aanstelling als notaris-titularis of geassocieerd notaris van rechtswege een einde maakt aan elke andere aanstelling als notaris-titularis of geassocieerd notaris.
Hoewel dit als zodanig wordt aanvaard en toegepast in de administratieve praktijk van de FOD justitie, wordt hieraan nu een tekstuele basis gegeven.
Dit geldt vanzelfsprekend niet voor de aanstelling tot plaatsvervanger, die een tijdelijke opdracht op zich neemt met het oog op de continuïteit van de notariële dienstverlening » (Parl. St., Kamer, 2019-2020, DOC 55-1295/001, p. 53).
B.2.1. De verzoekende partij leidt een enig middel af uit de schending, door de bestreden bepaling, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 49 en volgende van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, in zoverre zij aanleiding zou geven tot een onverantwoorde discriminatie tussen de notarissen die hun beroep in België uitoefenen en de notarissen die onderdaan zijn van een andere lidstaat van de Europese Unie en die in België benoemd zijn, en hierdoor afbreuk zou doen aan de vrijheid van vestiging en aan het vrij verrichten van diensten.
B.2.2. Ter ondersteuning van haar aanspraken voert de verzoekende partij aan dat de woorden « elke andere benoeming of aanstelling als notaris » in die zin moeten worden begrepen dat zij zowel de benoemingen of aanstellingen in België als die welke in het buitenland plaatsvinden, beogen.
B.3.1. De vermelding « elke andere benoeming of aanstelling als notaris » in de bestreden bepaling moet worden geacht, in het licht van de in B.1.2 vermelde parlementaire voorbereiding, verband te houden met de nagestreefde doelstelling om een cumulering van hoedanigheden te vermijden door eenzelfde persoon « op verschillende standplaatsen of in verschillende arrondissementen », waarbij ook specifiek werd verwezen naar « de benoeming of aanstelling als notaris-titularis of geassocieerd titularis » (ibid.).
De woorden « standplaats » en « arrondissement » zijn begrippen die reeds lang aanwezig zijn in de wet van 16 maart 1803Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1803 pub. 28/10/2009 numac 2009000678 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het notarisambt Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, die het beroep van notaris op het Belgische grondgebied regelt.
Artikel 4 van die wet luidt : « Iedere notaris moet kantoor houden in de standplaats hem door de Koning aangewezen. [...] ».
Artikel 5 van dezelfde wet bepaalt : « § 1. Notarissen oefenen hun ambt uit binnen het gerechtelijk arrondissement waarin hun standplaats gelegen is. De notarissen met standplaats in de kantons Limburg, Spa, het eerste kanton Verviers en het tweede kanton Verviers of in het gerechtelijk arrondissement Eupen oefenen evenwel hun ambt uit in de hier genoemde gebiedsomschrijvingen. § 2. Notarissen mogen niettemin akten verlijden buiten hun ambtsgebied in de gevallen dat de partijen enkel door persoonlijke verschijning kunnen optreden in de akte en zij in de akte de verklaring afleggen dat zij fysiek niet in staat zijn zich te verplaatsen naar het kantoor van de instrumenterende notaris ».
Er bestaat geen aanwijzing op grond waarvan kan worden besloten dat de benoemingen en aanstellingen waarvan sprake is in de bestreden bepaling, zouden afwijken van de betekenis die de voormelde wet aan die termen geeft, in die zin dat zij ook de standplaatsen en arrondissementen in het buitenland zouden omvatten.
Het bovenstaande geldt des te meer daar de bestreden bepaling werd ondergebracht in artikel 35, § 4, van de wet van 16 maart 1803Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1803 pub. 28/10/2009 numac 2009000678 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het notarisambt Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.
Overeenkomstig artikel 35, § 4, eerste lid, moet de kandidaat-notaris immers « om het notarisambt te kunnen uitoefenen [...], hetzij benoemd worden tot notaris-titularis overeenkomstig artikel 45, hetzij zich associëren met een notaris-titularis overeenkomstig artikel 52, § 2 ».
Krachtens artikel 45 van de wet van 16 maart 1803Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1803 pub. 28/10/2009 numac 2009000678 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het notarisambt Officieuze coördinatie in het Duits sluiten benoemt de Koning de notarissen en wijst Hij in de aanstellingsakte hun vaste standplaats aan. Artikel 52, § 2, derde lid, van dezelfde wet bepaalt dat de minister van Justitie, voor zover aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, de associatie goedkeurt en de kandidaat-notaris in de betrokken professionele vennootschap aanstelt als geassocieerde notaris. Daaruit kan eveneens worden afgeleid dat de bestreden bepaling uitsluitend betrekking heeft op de benoemingen of aanstellingen als notaris-titularis of geassocieerd notaris door respectievelijk de Koning of de minister van Justitie die plaatsvinden in België, overeenkomstig de wet van 16 maart 1803Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1803 pub. 28/10/2009 numac 2009000678 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het notarisambt Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.
Bovendien is de enige bepaling van de wet van 16 maart 1803Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1803 pub. 28/10/2009 numac 2009000678 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het notarisambt Officieuze coördinatie in het Duits sluiten die de in het buitenland benoemde notarissen beoogt, artikel 35bis, § 1, 2°. Dat artikel bevat geen vermelding van een standplaats of arrondissement in het buitenland, zodat er geen enkele verwarring bestaat over het nationale karakter van die begrippen.
B.3.2. Uit de in B.1.2 vermelde parlementaire voorbereiding blijkt overigens dat de wetgever de bedoeling had een wettelijke grondslag te geven aan een administratieve praktijk die reeds werd toegepast. Het blijkt niet dat bij die administratieve praktijk rekening werd gehouden met de aanstelling of benoeming van notarissen in het buitenland.
B.4.1. In zoverre zij enkel de situaties van de benoemingen en aanstellingen in België regelt, behandelt de bestreden bepaling de notarissen derhalve niet verschillend wegens hun nationaliteit of de uitoefening van hun beroep in een andere Staat.
B.4.2. In zoverre de bestreden bepaling een zuiver interne situatie beoogt, valt zij bovendien niet onder het recht van de Europese Unie (HvJ, 5 mei 2011, C-434/09, McCarthy, punt 45; 15 november 2011, C-256/11, Dereci, punt 60; 5 november 2014, C-103/13, Somova, punt 28).
B.5. In zoverre het uitgaat van een verkeerde premisse, is het enige middel niet gegrond.
Ten aanzien van het verzoek om prejudiciële vragen B.6. In ondergeschikte orde vraagt de verzoekende partij het Hof twee prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.
B.7. Rekening houdend met hetgeen in B.4.2 is vermeld, is het niet nodig de door de verzoekende partij voorgestelde prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie te stellen.
Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep.
Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 10 februari 2022.
De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, P. Nihoul