gepubliceerd op 09 mei 2022
Uittreksel uit arrest nr. 126/2021 van 30 september 2021 Rolnummer 7562 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 57 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gesteld door de Rechtban Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen, de rechters M. Pâques, Y. Kherb(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 126/2021 van 30 september 2021 Rolnummer 7562 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 57 van de organieke
wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/07/1976
pub.
18/04/2016
numac
2016000231
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied
sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen, de rechters M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne en D. Pieters, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter F. Daoût en emeritus rechter T. Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter F. Daoût, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 2 april 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 april 2021, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 57 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, in zoverre het, vanwege de openbare opdracht die het instelt, het bestaan lijkt uit te sluiten van een relatie die berust op een contract tussen een ziekenhuis - waarmee het centrum een vereniging tot stand heeft gebracht overeenkomstig artikel 118 van dezelfde wet - en een patiënt, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 5 van de wet van 22 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten betreffende de rechten van de patiënt of met elke andere bepaling die het Hof relevant zou achten voor de toepassing van het onderhavige geschil, niet met name de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen, waardoor het recht van de patiënt wordt belemmerd om toegang te hebben tot een kwaliteitsvolle zorgverlening of om die te genieten, zonder enig onderscheid, met name op het vlak van het aansprakelijkheidsstelsel en de gevolgen daarvan (onder meer het verjaringsstelsel) die een dergelijke zorgverlening impliceert, in de precieze feitelijke context van de patiënt die zich begeeft naar de spoeddienst van een openbaar ziekenhuis zonder een bepaalde arts te kiezen, maar met de mogelijkheid om een toegestane relatie aan te gaan met de ziekenhuisinstelling ? ».
Op 12 mei 2021 hebben de rechters-verslaggevers M. Pâques en Y. Kherbache, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, het Hof ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen het onderzoek van de zaak af te doen met een arrest gewezen op voorafgaande rechtspleging. (...) III. In rechte (...) B.1. Artikel 57 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bepaalt : « § 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 57ter, heeft het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn tot taak aan personen en gezinnen de dienstverlening te verzekeren waartoe de gemeenschap gehouden is.
Het verzekert niet alleen lenigende of curatieve doch ook preventieve hulp. Het bevordert de maatschappelijke participatie van de gebruikers.
Deze dienstverlening kan van materiële, sociale, geneeskundige, sociaal-geneeskundige of psychologische aard zijn. § 2. In afwijking van de andere bepalingen van deze wet, is de taak van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn beperkt tot : 1° het verlenen van dringende medische hulp, wanneer het gaat om een vreemdeling die illegaal in het Rijk verblijft;2° het vaststellen van de staat van behoeftigheid doordat de ouders hun onderhoudsplicht niet nakomen of niet in staat zijn die na te komen, wanneer het gaat om een vreemdeling jonger dan 18 jaar die met zijn ouders illegaal in het Rijk verblijft. In het geval bedoeld in 2°, wordt de maatschappelijke hulp beperkt tot de materiële hulp die onontbeerlijk is voor de ontwikkeling van het kind en wordt [zij] uitsluitend verstrekt in een federaal opvangcentrum overeenkomstig de voorwaarden en nadere regels bepaald door de Koning. De aanwezigheid in het opvangcentrum van de ouders of van de personen die het ouderlijk gezag over het kind daadwerkelijk uitoefenen, wordt gewaarborgd.
De Koning kan bepalen wat onder dringende medische hulp begrepen moet worden.
Een vreemdeling die zich vluchteling heeft verklaard en heeft gevraagd om als dusdanig te worden erkend, verblijft illegaal in het Rijk wanneer de asielaanvraag is geweigerd en aan de betrokken vreemdeling een [...] bevel om het grondgebied te verlaten is betekend.
De maatschappelijke dienstverlening aan een vreemdeling die werkelijk steuntrekkende was op het ogenblik dat hem een [...] bevel om het grondgebied te verlaten werd betekend, wordt, met uitzondering van de dringende medische hulpverlening, stopgezet de dag dat de vreemdeling daadwerkelijk het grondgebied verlaat, en ten laatste de dag van het verstrijken van de termijn van het bevel om het grondgebied te verlaten.
Van het bepaalde in het voorgaande lid wordt afgeweken gedurende de termijn die strikt noodzakelijk is om de vreemdeling in staat te stellen het grondgebied te verlaten, voor zover hij een verklaring heeft ondertekend die zijn uitdrukkelijke intentie het grondgebied zo snel mogelijk te willen verlaten, weergeeft; deze termijn mag in geen geval de termijn welke vastgelegd is door artikel 7, 4°, van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen overschrijden.
De hierboven vermelde intentieverklaring kan slechts eenmaal worden ondertekend. Het centrum verwittigt zonder verwijl de Minister die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, evenals de betrokken gemeente, van de ondertekening van de intentieverklaring.
Indien het gaat om een vreemdeling die dakloos is geworden ingevolge de toepassing van artikel 433quaterdecies van het Strafwetboek, kan de in het vierde en vijfde lid bedoelde maatschappelijke dienstverlening verstrekt worden in een onthaalcentrum, zoals bedoeld in artikel 57ter. § 3. Het centrum oefent de voogdij uit over of verzekert althans de bewaring, het onderhoud en de opvoeding van de minderjarige kinderen die door de wet, de ouders of overheidsorganen aan het centrum zijn toevertrouwd. § 4. Het centrum voert de taken uit die hem door de wet, de Koning of de gemeenteoverheid zijn toevertrouwd ».
De artikelen 118 tot 135 van dezelfde wet hebben betrekking op de mogelijkheid voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW) om een vereniging tot stand te brengen met andere openbare besturen en/of met andere rechtspersonen dan die welke winstoogmerken hebben, teneinde een van de opdrachten uit te voeren die bij dezelfde wet aan de centra zijn toevertrouwd, alsook op de nadere regels van een dergelijke vereniging.
Artikel 5 van de wet van 22 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten « betreffende de rechten van de patiënt » bepaalt : « De patiënt heeft, met eerbiediging van zijn menselijke waardigheid en zijn zelfbeschikking en zonder enig onderscheid op welke grond ook, tegenover de beroepsbeoefenaar recht op kwaliteitsvolle dienstverstrekking die beantwoordt aan zijn behoeften ».
B.2. Uit de motivering van het verwijzingsvonnis blijkt dat de verwijzende rechter van oordeel is dat alle voormelde bepalingen inhouden dat een verschillende verjaringsregeling van toepassing zou zijn op de relatie tussen het ziekenhuis en de patiënt, naargelang het een privaat ziekenhuis betreft, dan wel een openbaar ziekenhuis dat behoort tot een vereniging die is opgericht krachtens de artikelen 118 en volgende van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over het verschil in behandeling dat daaruit zou voortvloeien onder de patiënten, naargelang zij worden opgenomen op de spoeddienst van een openbaar ziekenhuis dat tot een OCMW-vereniging behoort, dan wel van een privaat ziekenhuis.
B.3. Het blijkt niet dat de in de prejudiciële vraag opgeworpen grief, waarin het feit wordt bekritiseerd dat de verjaringsregeling die van toepassing is op de aansprakelijkheidsvorderingen die zijn ingesteld tegen een openbaar ziekenhuis dat tot een OCMW-vereniging behoort, zou verschillen van die welke van toepassing is op de aansprakelijkheidsvorderingen die zijn ingesteld tegen een privaat ziekenhuis, rechtstreeks voortvloeit uit de voormelde in het geding zijnde bepalingen, die niet ertoe strekken de verjaring te regelen die van toepassing is op een aansprakelijkheidsvordering die is ingesteld tegen een openbaar ziekenhuis.
In dat verband dient te worden vastgesteld dat het verwijzingsvonnis geen enkele aanwijzing bevat over de rechtsregels die van toepassing zouden zijn op de verjaring van de aansprakelijkheidsvorderingen die zijn ingesteld tegen een openbaar ziekenhuis dat tot een OCMW-vereniging behoort. Het preciseert evenmin de vergelijkingen en de verschillen in behandeling die daaruit zouden voortvloeien en die relevant zijn voor de behandeling van het geschil dat aan de verwijzende rechter is voorgelegd.
Ten slotte blijkt niet duidelijk uit het verwijzingsvonnis in welk opzicht de prejudiciële vraag nuttig zou zijn voor de oplossing van het geschil, aangezien de verwijzende rechter de voormelde elementen niet verstrekt en niet besluit dat de toepassing van de te dezen van toepassing zijnde verjaringsregeling ertoe leidt dat de vordering van de eisende partijen voor hem onontvankelijk is.
B.4. De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 30 september 2021.
De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux F. Daoût