gepubliceerd op 17 januari 2022
Uittreksel uit arrest nr. 192/2021 van 23 december 2021 Rolnummer 7651 In zake: het beroep ingesteld door Y.D. namens E.P. Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter P. Nihoul en de rechters-verslaggevers M. Pâq wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzo(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 192/2021 van 23 december 2021 Rolnummer 7651 In zake: het beroep ingesteld door Y.D. namens E.P. Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter P. Nihoul en de rechters-verslaggevers M. Pâques en D. Pieters, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 12 oktober 2021 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 13 oktober 2021, heeft Y.D. een beroep ingesteld namens E.P. Op 19 oktober 2021 hebben de rechters-verslaggevers M. Pâques en D. Pieters, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat het beroep klaarblijkelijk onontvankelijk is. (...) II. In rechte (...) B.1. Krachtens artikel 142, tweede lid, van de Grondwet en artikel 1 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten op het Grondwettelijk Hof is het Hof bevoegd om uitspraak te doen op de beroepen tot vernietiging van een wet, een decreet of een in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel, wegens schending van de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten en wegens schending van de artikelen van titel II (« De Belgen en hun rechten ») en van de artikelen 143, § 1, 170, 172 en 191 van de Grondwet.
B.2. De verzoekende partijen vorderen niet de vernietiging van een wet, een decreet of een ordonnantie. Het beroep en de « klacht » hebben betrekking op een administratieve beslissing, op vonnissen en arresten die door arbeidsgerechten werden gewezen en op de slechte behandeling die E.P. onderging gedurende zijn kindertijd en zijn jeugd. De verzoekende partijen wensen, enerzijds, de herziening te verkrijgen van een administratieve beslissing waarbij aan E.P. het voordeel van tegemoetkomingen werd geweigerd en, anderzijds, de erkenning te verkrijgen van fouten, begaan door de Belgische Staat en door diverse instellingen, met betrekking tot feiten en nalatigheden waarvan E.P. het slachtoffer was. Zij zijn van mening dat die elementen een nalatigheid vanwege de Belgische Staat aantonen, in zoverre die laatste zijn verplichtingen die voortvloeien uit het voormelde Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, niet zou nakomen.
B.3. Dat beroep en die tegen de Belgische Staat gerichte klacht behoren klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof. Het beroep tot vernietiging is niet ontvankelijk.
Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt het beroep.
Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 23 december 2021.
De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, P. Nihoul