gepubliceerd op 20 april 2021
Uittreksel uit arrest nr. 142/2020 van 22 oktober 2020 Rolnummer 7282 In zake: de prejudiciële vraag betreffende artikel 2 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 9 juli 2010 « houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedri Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, de rechters J.-(...)
Uittreksel uit arrest nr. 142/2020 van 22 oktober 2020 Rolnummer 7282 In zake: de prejudiciële vraag betreffende artikel 2 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 9 juli 2010 « houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven », gesteld door de Vrederechter van het kanton Veurne.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, de rechters J.-P. Moerman, P. Nihoul, T. Giet en J. Moerman, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter A. Alen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 5 november 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 november 2019, heeft de Vrederechter van het kanton Veurne de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2 van het decreet van 9 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010035634 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XX type decreet prom. 09/07/2010 pub. 19/07/2010 numac 2010035483 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid type decreet prom. 09/07/2010 pub. 27/07/2010 numac 2010035521 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende de brevetten van havenloods en bootman type decreet prom. 09/07/2010 pub. 05/08/2010 numac 2010035532 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bestuurlijk-administratieve archiefwerking type decreet prom. 09/07/2010 pub. 26/07/2010 numac 2010035520 bron vlaamse overheid Decreet houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven sluiten houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven, (B.S. 26 juli 2010), de artikelen 10, 11, 22 en/of 23 van de Grondwet in de gevallen waarbij er een onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds een tweewielige bromfiets die buiten de rijbaan en de parkeerzones moet geparkeerd worden en anderzijds de fietsen en elektrische fietsen in die gevallen waar een tweewielige bromfiets volgens het algemeen reglement op de gemeentelijke parkeerkaarten en de retributies met betrekking tot het parkeren op de openbare weg wel een retributie moet betalen wanneer ze op het voetpad geparkeerd staan en de fietsen en/of de elektrische fietsen geen retributie moeten betalen wanneer ze op het voetpad staan ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 2 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 9 juli 2010 « houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven » (hierna : het decreet van 9 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010035634 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XX type decreet prom. 09/07/2010 pub. 19/07/2010 numac 2010035483 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid type decreet prom. 09/07/2010 pub. 27/07/2010 numac 2010035521 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende de brevetten van havenloods en bootman type decreet prom. 09/07/2010 pub. 05/08/2010 numac 2010035532 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bestuurlijk-administratieve archiefwerking type decreet prom. 09/07/2010 pub. 26/07/2010 numac 2010035520 bron vlaamse overheid Decreet houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven sluiten), dat bepaalt : « In het decreet van 16 mei 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/05/2008 pub. 10/06/2008 numac 2008201887 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens sluiten betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens wordt een hoofdstuk V/1 ingevoegd dat luidt als volgt : ' Hoofdstuk V/1. De aanvullende reglementen inzake parkeren
Art. 10/1.Wanneer de Vlaamse Regering of de gemeente een aanvullend reglement vaststellen dat betrekking heeft op het parkeren voor een beperkte tijd, het betalend parkeren en het parkeren op plaatsen voorbehouden aan houders van een gemeentelijke parkeerkaart, kunnen zij parkeerretributies of -belastingen bepalen die van toepassing zijn op motorvoertuigen, hun aanhangwagens of onderdelen.
Deze bepaling geldt niet voor het halfmaandelijks beurtelings parkeren en de beperking van het langdurig parkeren.
Art. 10/2.Met het oog op het innen van de parkeerretributies of -belastingen kunnen concessies of beheersovereenkomsten worden afgesloten.
De Vlaamse Regering, de steden en de gemeenten en hun concessiehouders en de gemeentelijke verzelfstandigde agentschappen zijn gemachtigd om de identiteit van de houder van de nummerplaat op te vragen bij de overheid die belast is met de inschrijving van de voertuigen in overeenstemming met de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Art. 10/3.De in artikel 10/1 bedoelde retributies of belastingen worden ten laste gelegd van de houder van de nummerplaat. ' ».
B.2. De verwijzende rechter vraagt of die bepaling de artikelen 10, 11, 22 en 23 van de Grondwet schendt « in de gevallen waarbij er een onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds een tweewielige bromfiets die buiten de rijbaan en de parkeerzones moet geparkeerd worden en anderzijds de fietsen en elektrische fietsen in die gevallen waar een tweewielige bromfiets volgens het algemeen reglement op de gemeentelijke parkeerkaarten en de retributies met betrekking tot het parkeren op de openbare weg wel een retributie moet betalen wanneer ze op het voetpad geparkeerd staan en de fietsen en/of de elektrische fietsen geen retributie moeten betalen wanneer ze op het voetpad staan ».
B.3. De Vlaamse Regering voert aan dat de prejudiciële vraag, wat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet betreft, geen antwoord behoeft, omdat uit de in het geding zijnde bepaling niet voortvloeit dat voor het parkeren van tweewielige bromfietsen op het voetpad een retributie verschuldigd is. Het in die vraag beschreven verschil in behandeling zou aldus niet voortvloeien uit de in het geding zijnde bepaling, maar uit het in de voor de verwijzende rechter hangende zaak toepasselijke reglement van de stad Nieuwpoort.
B.4.1. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de verwijzende rechter, bij het stellen van zijn prejudiciële vraag, rekening heeft gehouden met de artikelen 2.16 en 23.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 31/03/2000 numac 1999000004 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 14/07/2014 numac 2014000537 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten « houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg », zoals van toepassing in het Vlaamse Gewest (hierna : het koninklijk besluit van 1 december 1975Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 31/03/2000 numac 1999000004 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 14/07/2014 numac 2014000537 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten).
Volgens artikel 2.16 van dat koninklijk besluit dient onder het begrip « motorvoertuig » elk voertuig te worden begrepen dat is uitgerust met een motor, bestemd om op eigen kracht te rijden.
Volgens artikel 23.3 van dat koninklijk besluit moeten « fietsen en tweewielige bromfietsen [...] buiten de rijbaan en de parkeerzones bedoeld in artikel 75.2 opgesteld worden zonder het verkeer van de andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken, behalve op de plaatsen gesignaleerd zoals voorzien in artikel 70.2.1.3°f ».
B.4.2. Volgens artikel 10/1 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 16 mei 2008 « betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens » (hierna : het decreet van 16 mei 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/05/2008 pub. 10/06/2008 numac 2008201887 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens sluiten), zoals ingevoegd bij artikel 2 van het decreet van 9 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010035634 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XX type decreet prom. 09/07/2010 pub. 19/07/2010 numac 2010035483 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid type decreet prom. 09/07/2010 pub. 27/07/2010 numac 2010035521 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende de brevetten van havenloods en bootman type decreet prom. 09/07/2010 pub. 05/08/2010 numac 2010035532 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bestuurlijk-administratieve archiefwerking type decreet prom. 09/07/2010 pub. 26/07/2010 numac 2010035520 bron vlaamse overheid Decreet houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven sluiten, kunnen de Vlaamse Regering en de gemeenten, wanneer zij een aanvullend reglement vaststellen dat betrekking heeft op het parkeren voor een beperkte tijd, het betalend parkeren en het parkeren op plaatsen voorbehouden aan houders van een gemeentelijke parkeerkaart, parkeerretributies of -belastingen bepalen die van toepassing zijn op motorvoertuigen, hun aanhangwagens of onderdelen.
Die bepaling machtigt de Vlaamse Regering en de gemeenten aldus om parkeerretributies of -belastingen in te voeren, zij het dat die retributies of belastingen uitsluitend van toepassing kunnen zijn op « motorvoertuigen, hun aanhangwagens of onderdelen ».
B.4.3. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing en het voorgaande volgt dat de prejudiciële vraag, wat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet betreft, dient te worden begrepen in die zin dat het Hof wordt gevraagd of artikel 10/1 van het decreet van 16 mei 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/05/2008 pub. 10/06/2008 numac 2008201887 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens sluiten bestaanbaar is met die grondwetsartikelen, doordat die bepaling de Vlaamse Regering en de gemeenten machtigt om parkeerretributies of -belastingen in te voeren die van toepassing zijn op tweewielige bromfietsen, maar niet om dergelijke retributies of belastingen in te voeren die van toepassing zijn op fietsen of elektrische fietsen, terwijl zowel de tweewielige bromfietsen als de fietsen, volgens artikel 23.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 31/03/2000 numac 1999000004 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 14/07/2014 numac 2014000537 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, in beginsel buiten de rijbaan en de parkeerzones bedoeld in artikel 75.2 van dat koninklijk besluit moeten worden opgesteld.
In die zin begrepen, vloeit het in de prejudiciële vraag beschreven verschil in behandeling voort uit de in het geding zijnde bepaling.
Uit de bij het Hof ingediende memories blijkt dat de partijen de prejudiciële vraag in die zin hebben begrepen en aldus een dienstig verweer hebben kunnen voeren.
B.5. De exceptie van de Vlaamse Regering wordt verworpen.
B.6.1. Noch uit de prejudiciële vraag, noch uit de motivering van de verwijzingsbeslissing kan worden afgeleid op welke wijze de in het geding zijnde bepaling onbestaanbaar zou zijn met de artikelen 22 en 23 van de Grondwet.
De prejudiciële vraag bevat bijgevolg, wat die grondwetsartikelen betreft, niet de noodzakelijke elementen op grond waarvan het Hof uitspraak zou kunnen doen.
Het toelaten van zulk een prejudiciële vraag zou ertoe leiden dat het contradictoir karakter van de rechtspleging voor het Hof in het gedrang wordt gebracht, nu de partijen die in voorkomend geval in de zaak voor het Hof wensen tussen te komen niet in de gelegenheid worden gesteld zulks op een doeltreffende wijze te doen. Dat geldt inzonderheid voor de partij die zou opkomen voor de verdediging van de in het geding zijnde bepaling en alsdan geen dienstig verweer zou kunnen voeren.
B.6.2. In zoverre het Hof wordt gevraagd de in het geding zijnde bepaling te toetsen aan de artikelen 22 en 23 van de Grondwet, is de prejudiciële vraag niet ontvankelijk.
Het Hof onderzoekt bijgevolg enkel de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
B.7. De in artikel 10/1 van het decreet van 16 mei 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/05/2008 pub. 10/06/2008 numac 2008201887 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens sluiten aan de Vlaamse Regering en de gemeenten verleende machtiging om parkeerretributies of -belastingen in te voeren, heeft uitsluitend betrekking op retributies en belastingen « die van toepassing zijn op motorvoertuigen, hun aanhangwagens of onderdelen ». Zoals de verwijzende rechter doet, dient ervan te worden uitgegaan dat de decreetgever aan het begrip « motorvoertuigen » eenzelfde betekenis heeft willen verlenen als in het koninklijk besluit van 1 december 1975Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 31/03/2000 numac 1999000004 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 14/07/2014 numac 2014000537 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten.
B.8. Artikel 2.17, eerste lid, van dat koninklijk besluit bepaalt wat een bromfiets is en maakt daarbij een onderscheid tussen een « bromfiets klasse A », een « bromfiets klasse B » en een « speed pedelec ». Voor elk van die categorieën van bromfietsen worden de technische kenmerken omschreven waaraan dient te zijn voldaan opdat een voertuig als een bromfiets van de desbetreffende categorie kan worden beschouwd.
Het vijfde lid van dat artikel bepaalt dat « de niet-bereden tweewielige bromfiets [...] niet als voertuig [wordt] beschouwd ».
B.9.1. Volgens artikel 2.15.1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 1 december 1975Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 31/03/2000 numac 1999000004 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 14/07/2014 numac 2014000537 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten dient onder het begrip « rijwiel » te worden begrepen : « elk voertuig met twee of meer wielen, dat wordt voortbewogen door middel van pedalen of van handgrepen door één of meer van de gebruikers en niet met een motor is uitgerust, zoals een fiets, een driewieler of een vierwieler ». De bevestiging van een elektrische hulpmotor met een nominaal continuvermogen van maximaal 0,25 kW, waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en ten slotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 km/h bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen, brengt geen wijziging in de classificatie als rijwiel (artikel 2.15.1, tweede lid).
Het derde lid van dat artikel bepaalt dat « het niet bereden rijwiel [...] niet als voertuig [wordt] beschouwd ».
B.9.2. Volgens artikel 2.15.3, eerste en tweede lid, van het koninklijk besluit van 1 december 1975Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 31/03/2000 numac 1999000004 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 14/07/2014 numac 2014000537 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten is een « gemotoriseerd rijwiel », elk twee-, drie- of vierwielig voertuig met pedalen, uitgerust met een hulpaandrijving met als hoofddoel trapondersteuning waarvan de aandrijfkracht wordt onderbroken bij een voertuigsnelheid van maximum 25 km/h, met uitsluiting van de rijwielen bedoeld in artikel 2.15.1, tweede lid. De cilinderinhoud van een motor met inwendige verbranding bedraagt ten hoogste 50 cm3 en het nettomaximumvermogen 1 kW. Voor een elektrische motor bedraagt het nominaal continumaximumvermogen ten hoogste 1 kW. Het derde lid van dat artikel bepaalt dat « het niet bereden gemotoriseerd rijwiel [...] niet als een voertuig [wordt] beschouwd ».
B.10.1. Daar zowel de niet-bereden tweewielige bromfietsen, als de niet-bereden rijwielen en gemotoriseerde rijwielen niet als voertuigen worden beschouwd, kunnen zij evenmin als motorvoertuigen worden aangemerkt. Volgens artikel 2.16 van het koninklijk besluit van 1 december 1975Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 31/03/2000 numac 1999000004 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 14/07/2014 numac 2014000537 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten is een motorvoertuig immers een « voertuig » uitgerust met een motor, bestemd om op eigen kracht te rijden.
B.10.2. Uit het voorgaande volgt dat artikel 10/1 van het decreet van 16 mei 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/05/2008 pub. 10/06/2008 numac 2008201887 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens sluiten de Vlaamse Regering en de gemeenten niet machtigt om parkeerretributies of -belastingen in te voeren die van toepassing zijn op tweewielige bromfietsen en evenmin om dergelijke retributies of belastingen in te voeren die van toepassing zijn op fietsen en elektrische fietsen.
Die bepaling roept aldus het in de prejudiciële vraag vermelde verschil in behandeling niet in het leven.
B.11. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 10/1 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 16 mei 2008 « betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens », ingevoegd bij artikel 2 van het decreet van 9 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010035634 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XX type decreet prom. 09/07/2010 pub. 19/07/2010 numac 2010035483 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid type decreet prom. 09/07/2010 pub. 27/07/2010 numac 2010035521 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende de brevetten van havenloods en bootman type decreet prom. 09/07/2010 pub. 05/08/2010 numac 2010035532 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bestuurlijk-administratieve archiefwerking type decreet prom. 09/07/2010 pub. 26/07/2010 numac 2010035520 bron vlaamse overheid Decreet houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven sluiten « houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven », schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 22 oktober 2020.
De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, A. Alen