gepubliceerd op 25 februari 2020
Uittreksel uit arrest nr. 191/2019 van 28 november 2019 Rolnummer 6996 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 220, § 2, van het Vlaamse decreet van 27 maart 2009 « betreffende radio-omroep en televisie », gesteld door de Raad van S Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters J.-P(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 191/2019 van 28 november 2019 Rolnummer 6996 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 220, § 2, van het Vlaamse
decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
27/03/2009
pub.
30/04/2009
numac
2009035356
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende radio-omroep en televisie
sluiten « betreffende radio-omroep en televisie », gesteld door de Raad van State.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, T. Giet, R. Leysen en M. Pâques, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest nr. 242.152 van 27 juli 2018, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 augustus 2018, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 220, § 2, van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten ' betreffende radio-omroep en televisie ' de artikelen 10 en 11 van de Grondwet omdat de kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen van de Vlaamse Regulator voor de Media enkel uitspraak mag doen over de naleving van artikel 39 van voormeld decreet met betrekking tot een vermeende discriminatie in het programma-aanbod op verzoek van de Vlaamse regering en niet naar aanleiding van een klacht die wordt aangebracht door natuurlijke personen of rechtspersonen, terwijl laatstgenoemde personen wel een klacht mogen indienen naar aanleiding van de uitzending van een specifiek programma ? ». (...) III. In rechte Het Hof stelt vast dat de prejudiciële vraag werd gesteld door de Raad van State in de zaak met rolnummer A.222.697/IX-9098. Die zaak heeft het voorwerp uitgemaakt van een afstand ingewilligd bij het arrest van de Raad van State nr. 244.717 van 6 juni 2019.
Krachtens artikel 99 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof komt met die afstand een einde aan de rechtspleging voor het Hof.
Om die redenen, het Hof stelt vast dat aan de rechtspleging een einde is gekomen.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 28 november 2019.
De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, A. Alen