gepubliceerd op 03 april 2020
Uittreksel uit arrest nr. 157/2019 van 24 oktober 2019 Rolnummers 7180 en 7181 In zake : de beroepen tot vernietiging van artikel 9 van de Financiewet van 21 december 2018 voor het begrotingsjaar 2019, ingesteld door Alphonsius Mariën en door Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-versl(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 157/2019 van 24 oktober 2019 Rolnummers 7180 en 7181 In zake : de beroepen tot vernietiging van artikel 9 van de Financie
wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
21/12/2018
pub.
31/12/2018
numac
2018015590
bron
federale overheidsdienst beleid en ondersteuning
Financiewet voor het begrotingsjaar 2019
sluiten voor het begrotingsjaar 2019, ingesteld door Alphonsius Mariën en door Luc Lamine.
Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-verslaggevers E. Derycke en M. Pâques, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging a. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 20 mei 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 21 mei 2019, heeft Alphonsius Mariën beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 9 van de Financie wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015590 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Financiewet voor het begrotingsjaar 2019 sluiten voor het begrotingsjaar 2019 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2018).b. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 21 mei 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 22 mei 2019, heeft Luc Lamine beroep tot vernietiging ingesteld van dezelfde wetsbepaling. Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7180 en 7181 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.
Op 28 mei 2019 hebben de rechters-verslaggevers E. Derycke en M. Pâques, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat de beroepen tot vernietiging klaarblijkelijk onontvankelijk zijn. (...) II. In rechte (...) B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 9 van de Financie wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015590 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Financiewet voor het begrotingsjaar 2019 sluiten voor het begrotingsjaar 2019, op grond van artikel 4, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof.
Zij voeren hun hoedanigheid van belastingplichtige aan om te doen blijken van hun belang.
B.2.1. De bestreden bepaling maakt deel uit van de Financie wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015590 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Financiewet voor het begrotingsjaar 2019 sluiten voor het begrotingsjaar 2019.
Het bestreden artikel bepaalt : « De op 31 december 2018 bestaande directe en indirecte belastingen, in hoofdsom en opdeciemen ten behoeve van de Staat, worden tijdens het jaar 2019 ingevorderd volgens de wetten, besluiten en tarieven waarbij de zetting en invordering ervan worden geregeld, met inbegrip van de wetten, besluiten en tarieven die slechts een tijdelijk of voorlopig karakter hebben ».
B.2.2. Krachtens het bestreden artikel wordt de invordering van directe en indirecte belastingen, in hoofdsom en opdeciemen, tijdens het jaar 2019 mogelijk. De bestreden bepaling machtigt de uitvoerende macht tot invordering van de op 31 december 2018 bestaande belastingen, in hoofdsom en opdeciemen ten behoeve van de Staat. Het gaat om een jaarlijks weerkerende bepaling in de financiewet om de toepassing van de geldende fiscale wetgeving in het begrotingsjaar mogelijk te maken. Zij verleent aldus uitvoering aan artikel 171 van de Grondwet, op grond waarvan de uitvoerende macht tot het innen van de door of krachtens een wet geregelde belastingen niet kan overgaan dan nadat zij daartoe van de wetgevende macht, in de begrotingswet of de financiewet, machtiging heeft verkregen.
B.3.1. Artikel 142 van de Grondwet en artikel 2, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang.
Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt. De actio popularis is niet toelaatbaar.
B.3.2. Wat betreft het persoonlijk belang van de verzoekende partijen om in rechte te treden, blijkt niet dat de verzoekende partijen aantonen dat hun situatie rechtstreeks en ongunstig wordt geraakt door de bestreden bepaling.
Wanneer geen voldoende geïndividualiseerd verband bestaat tussen de bestreden bepaling en de situatie van de verzoekende partijen, dienen de beroepen als een actio popularis te worden beschouwd, hetgeen de Grondwetgever niet heeft gewild.
B.4. Bijgevolg, aangezien niet aan een van de in artikel 142 van de Grondwet en artikel 2, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten gestelde voorwaarden is voldaan, zijn de verzoekschriften tot vernietiging klaarblijkelijk onontvankelijk door het gebrek aan belang van de verzoekende partijen.
Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt de beroepen.
Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 24 oktober 2019.
De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, A. Alen